Als een student in een Mbo-opleiding een 5 of hoger heeft behaald voor 2F rekenen kan vrijstelling aangevraagd worden voor rekenniveau 2 of 3. Er moet dan wel minimaal een 6 voor Nederlands behaald worden om voor een diploma in aanmerking te kunnen komen.
Als je doorstroomt naar een mbo-opleiding op niveau 4 kun je vrijstelling van de examenonderdelen Nederlands 3F of rekenen 3F krijgen als je een 6 of hoger als eindcijfer voor het 3F examen hebt gehaald. Je moet dan wel een verzoek tot vrijstelling indienen bij de examencommissie.
Je kan een vrijstelling aanvragen op basis van eerder verworven competenties (EVC) en eerder verworven kwalificaties (EVK). Het is je instelling die bepaalt of je EVC of EVK voldoet om vrijstelling voor een bepaald opleidingsonderdeel te krijgen. Als de instelling je geen vrijstelling geeft, moet zij dat motiveren.
Rekenen is een verplicht onderdeel van elke opleiding in het mbo en dus om je mbo-diploma te halen. Alle studenten moeten het rekenexamen maken. Het resultaat van het rekenexamen telt nog niet mee voor het diploma.
Als je in het studiejaar 2021-2022 start met je mbo-opleiding, dan moet je rekenexamen doen om te kunnen slagen. Het resultaat telt niet mee voor het halen van je diploma. Het cijfer komt wel op je resultatenlijst.
Het rekenexamen gaat vanaf 1 augustus 2022 meetellen voor de diplomering. Studenten die dat jaar starten met hun mbo-opleiding 2023 krijgen hier mee te maken. Studenten moeten dan voor rekenen minimaal een 5 halen, op voorwaarde dat zij voor Nederlands (en voor niveau 4 ook voor Engels) een 6 halen.
Voor de rekentoetsen is de drempel vastgesteld op 20%.
Slecht zijn in rekenen, dat heet toch dyscalculie? 'Er is een verschil tussen slecht kunnen rekenen en dyscalculie. Bij dyscalculie hebben leerlingen een officiële rekenstoornis, slecht rekenen is een begrip dat breder is. Maar ook zonder de diagnose dyscalculie kan een leerling moeite hebben met rekenen of wiskunde.
De nieuwe rekeneisen gaan uit van functionele en realistische situaties. Dat zijn situaties die herkenbaar zijn in het dagelijks leven van de student of voor het beroep waarvoor hij/zij wordt opgeleid. De eisen zijn zo opgesteld dat ze gedrag beschrijven: de eisen kennen de vorm van descriptoren.
Heb je bij je eerste kans een voldoende gehaald maar wil je toch een beter cijfer halen? Dan heb je recht op 1 herkansing. Je mag ook op een hoger niveau (maximaal 3F) herkansen. Jouw school mag je ook meer dan 2 kansen aanbieden.
Vrijstelling voor een (deel van het) schooljaar
Dit zijn enkele situaties waarin u vrijstelling kunt aanvragen: Uw kind is ernstig ziek. Of uw kind heeft psychische klachten, waardoor het niet naar school kan. Voor vrijstelling heeft u een verklaring van een arts, psycholoog of pedagoog nodig.
De vrijstelling of franchise is het bedrag dat de verzekeraar niet voor zijn rekening neemt, maar dat de verzekerde zelf moet betalen in het geval van schade. Het bedrag van die vrijstelling wordt dus afgetrokken van de schadevergoeding die je ontvangt van jouw verzekeraar.
Een vrijstelling (exemptie, ontheffing) is een regel of rechtshandeling die bepaalde personen of situaties uitzondert van de toepassing van een algemenere regel: Een belastingvrijstelling geeft de sommen of situaties aan die niet belastbaar zijn.
Leerlingen krijgen verplichte centrale toetsen of examens voor Nederlands en rekenen. Dat geldt voor het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo).
Iedere student moet een of meerdere examens afleggen. Dan kan het gebeuren dat je niet slaagt voor een examen of dat je een examen mist. Hierdoor ga je richting de herkansingen. De Examencommissie beslist dan of je recht hebt op één of meer herkansingen.
Hierbij moeten de school en de leerling rekening houden met de exameneis van ten minste een 5,5 voor het gemiddelde centraal examencijfer. Van de eerder behaalde eindcijfers waarvoor vrijstelling is verkregen tellen de onderdelen CE-cijfer mee in de berekening van het gemiddelde CE-cijfer.
Om te slagen voor je diploma mbo 3 moet je voor Nederlands tenminste een 5 als eindcijfer hebben gehaald. Daarnaast moet er een resultaat voor rekenen zijn.
In referentieniveau 3F staat het functioneel gebruik van rekenen in praktische voorstelbare situaties centraal. Niveau 3F is een verbreding en toespitsing van het algemeen maatschappelijk niveau 2F. Niveau 3F omvat niveau 2F, hetgeen betekent dat er ook vaardigheden uit 2F kunnen worden getoetst.
Volg je een mbo-opleiding op niveau 4? Dan doe je het rekenexamen op niveau 3F.
Dyscalculie is, net als dyslexie, een leerstoornis. Mensen met dyscalculie hebben hardnekkige rekenproblemen. Hardnekkig betekent dat de rekenproblemen niet over gaan met wat extra instructie en oefenen.
Hoogbegaafde kinderen kunnen vreemd genoeg in de knoop raken met rekenen. Vaak hebben ze zichzelf reeds op jonge leeftijd spelenderwijs een aantal wiskundige inzichten eigen gemaakt. Ze goochelen met getallen om tot een oplossing te komen en zijn vaak geboeid door het spelen met getallen.
Het is dus mogelijk om beter te worden in rekenen door sommen te oefenen, bijvoorbeeld met brain training in de vorm van rekenspelletjes. Op deze manier kan je bijvoorbeeld dagelijks tien minuten op een leuke manier oefenen. Dit kan bijvoorbeeld met onze brain games Buble en Operator, of met een van onze tests.
De digitale rekentoetsen 3F en 3S bevatten twee onderdelen, waarbij je kladpapier en een niet digitaal woordenboek mag gebruiken. - het eerste deel met ongeveer 18 vragen: zonder de rekenmachine; - het tweede deel, circa 27 van de 45 vragen, opdrachten waarbij de digitale rekenmachine wel beschikbaar is.
Als je de toets niet haalt, krijg je de tijd om aan de onderdelen te werken waarop je onvoldoende gescoord hebt. Als je de toets uiteindelijk niet gehaald hebt krijg je een bindend studieadvies van de pabo.
Je slaagt voor het vmbo als je gemiddeld een voldoende haalt voor de centrale examens. Ook moet het gemiddelde van je eindcijfers voldoende zijn. Daarnaast moet je minimaal een voldoende hebben voor kunstvakken inclusief Culturele en kunstzinnige vorming (CKV) en lichamelijke opvoeding.