Wegrijden in de tweede versnelling is een goede remedie, maar belangrijker nog is om weinig gas te geven bij het optrekken en heel voorzichtig de koppeling omhoog te laten komen.
Antwoord van Leo
Het is een normaal verschijnsel dat een auto die op een helling geparkeerd staat weg kan rollen. Een auto die op een helling geparkeerd staat moet dus altijd op de handrem staan. Deze auto is voorzien van een elektronische handrem.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Voor het wegrijden gebruiken we “Regel 2”: Eerst een beetje gas geven (1000 tot 1500 toeren), dan een beetje de koppelingspedaal op laten komen, daarna meer gas geven en het koppelingspedaal meer oplaten komen.
Als leidraad kun je aanhouden. Wegrijden 0 tot 20 km/h in zijn 1 vanaf 20 km/h tot 35 in de 2 vanaf 35 tot 50 km/h in zijn 3 vanaf 50 tot 80 km/h in zijn 4 vanaf 80 tot 120 in zijn 5 constante snelheid vanaf 90 in zijn 6 let op!
Als u parkeert in de versnelling staat uw auto voor langere tijd stil, zonder dat u risico loopt op verroeste handremkabels. Bij het starten van de auto die stilstaat in de versnelling is het noodzakelijk om de koppeling in te trappen bij het starten, anders schiet uw auto ineens naar voren.
Zolang de auto soepel rijdt, is dit niet slecht voor zowel de motor als de aandrijflijn. Zo kunt u best 80 km per uur rijden in de vijfde versnelling. Of 50 km per uur in de vierde versnelling. Als u in hoge versnellingen rijdt, maakt de motor minder toeren en is het brandstofverbruik lager.
In 50 km/h-zone max in 3e versnelling
Welke versnelling het meest geschikt is als je 50 km/h rijdt hangt af van de grootte van je motor, maar in veel auto's is het mogelijk om 50 km/h in de derde versnelling te rijden zonder te veel toeren te maken.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Natuurlijk in combinatie met een beetje gas. Laat het koppelingspedaal rustig opkomen tot aan het aangrijpingspunt, als je eenmaal weet op welke hoogte dat zit dan kun je het koppelingspedaal steeds sneller oplaten komen tot de auto begint te rijden. Zonder dat de auto gaat schokken.
"Het kost gemiddeld 10 tot 12 rijlessen om te leren koppelen en schakelen. Als je dat overslaat, kun je veel sneller en dus goedkoper je rijbewijs halen."
Rotonde Tips!
Meestal in de 2e versnelling. Kijk of de fietsers voorrang hebben. Kijk voordat je de rotonde op rijdt over je linker en rechterschouders voor fietsers. Kijk voordat je de rotonde op rijdt naar links of er echt niemand aan komt.
Kan je schakelen verleren? Schakelen is als fietsen, je zal het niet snel verleren als je langdurig in een handgeschakelde auto hebt gereden. Wel is het vaak weer even wennen aan het feit dat je met een koppeling te maken hebt.
Schakel daarom altijd naar de hoogst mogelijke versnelling. Let er wel op dat té vroeg schakelen de motor kan vervuilen of zelfs beschadigen. Schakel daarom altijd vanaf 2.000 toeren door naar de volgende versnelling.
Hoewel dit strikt genomen niet schadelijk is, moet je er wel zorgvuldig mee omspringen. Doe het altijd rustig en geef het mechaniek de kans om zijn werk te doen. Je loopt anders het risico je koppeling sneller te beschadigen, omdat je de werking ervan forceert, wat niet natuurlijk is.
Wie een handmatig geschakelde auto rijdt, vindt het doorgaans fijn om tijdens het schakelen zijn hand te laten rusten op het pookje. Lijkt onschuldig, maar het blijkt dat deze gewoonte spanning kan veroorzaken in de tandwielen van de transmissie, waardoor deze eerder aan vervanging toe is.
Geen voet op koppeling
Het is raadzaam om het koppelingspedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot hogere slijtage en een kortere levensduur.
Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof.
Het gas schakelt uit zodra het rempedaal ingedrukt wordt. Doordat de twee bewegingen sterk van elkaar verschillen is het bijna onmogelijk de twee door elkaar te halen. Bovendien roept een paniek-reactie vaak op tot 'stampen', bij dit systeem druk je dan altijd de rem in.
Schakel altijd voor de (scherpe) bocht naar de juiste versnelling (meestal 3e of 4e versnelling). Laat tijdens het remmen je koppelingspedaal voor de bocht weer opkomen zodat je ook op de motor afremt en controle over het voertuig hebt.
Rijd in een lage versnelling
Toch is de vuistregel dat je de berg in een lage versnelling gaat beklimmen (dus in een hoog toerental). Als je het gaspedaal intrapt, moet de auto gemakkelijk kunnen versnellen. Als dit niet het geval is, dan moet je terugschakelen.
Je moet echter ook rekening houden met smering en accelleratievermogen. 50 in z'n 5 betekent een dermate laag toerental, dat de smering van de motor in gevaar komt. Dat geeft extra slijtage. Moet je snel optrekken, dan lukt dat niet meer.
Bij een snelheid tussen de 70 en 90 km per uur rijd je het zuinigst. Op een autoweg kun je dus met 90 km per uur benzine besparen. Maar ook op de snelweg kun je zuiniger rijden. Rijd dan bijvoorbeeld 100 in plaats van 120 km per uur, als je de keuze hebt.
Een auto is zuinig wanneer het zo min mogelijk brandstof verbruikt per kilometer. Als u gaat kijken naar wat zuinig is om te rijden, dan is 1 liter brandstof op 20 kilometer zuinig en 1 liter brandstof op 3 kilometer onzuinig. Een gemiddelde benzineauto rijdt ongeveer 1 op 15.
Beste toerental om zuinig te rijden
Hoe lager je toerental, hoe minder brandstof je verbruikt. Schakel daarom door zodra het kan. Bij een dieselmotor is dat tussen de 1500 en 2000 toeren, bij benzinemotoren tussen 2000 en 2500 toeren. Op tijd schakelen is zo efficiënt en zuinig mogelijk rijden.