De meest gebruikte inflatie-indexen zijn de consumentenprijsindex en de groothandelsprijsindex. Inflatie kan positief of negatief worden beoordeeld, afhankelijk van het individuele gezichtspunt en de mate van verandering.
Ook schuld minder waard
Maar inflatie kan ook gunstig uitpakken. Want als je een schuld hebt - of dat nu een hypotheek, een studieschuld of een persoonlijke lening is - dan is die ook in euro's. En ook die euro's zijn afgelopen jaar minder waard geworden.
Deflatie ('uitblazen') is in de economie een aanhoudende daling van het algemene prijsniveau. Anders gezegd is deflatie een negatieve inflatie.
De verhoogde rentetarieven zorgen ervoor dat het duurder wordt voor bedrijven om te lenen, wat resulteert in hogere kosten voor het lenen van geld. Dit betekent dat banken meer rente zullen vragen aan huizenbezitters om de leningen te dekken. Daarom zal de hypotheekrente stijgen als gevolg van langdurige hoge inflatie.
Samen met goud worden ook andere edelmetalen zoals zilver en platina gezien als veilige activa en dus als goede beleggingen om de inflatie tegen te gaan.
Toch kan het slim zijn om het spaargeld te gebruiken om (dure) leningen met een hoge rente af te lossen. Je zorgt hiermee namelijk voor lagere maandlasten en dus meer financiële weerbaarheid.
Inflatie positief voor openstaande schulden
Inflatie wordt ook wel uitgelegd als 'het geld wordt minder waard', je kunt door de prijsstijgingen immers minder kopen voor hetzelfde aantal euro's. Ook openstaande schulden worden dus eigenlijk minder waard: het bedrag blijft gelijk terwijl de waarde van die euro's daalt.
Tegenwoordig wordt voor verschillende groepen een apart inflatiecijfer berekend, omdat niet iedereen hetzelfde pakket goederen koopt en dus ook niet in dezelfde mate last heeft van de verschillende prijsstijgingen. Iemand die geen auto heeft, heeft ook geen nadeel van de gestegen benzineprijzen bijvoorbeeld.
Wij verwachten nu dat inflatie in 2022 uit gaat komen op 8%. In 2023 zal de inflatie flink afzwakken, maar nog steeds hoog zijn met 3,8%. Vanwege de toegenomen uitgaven van Nederlanders aan energie ligt het voor de hand dat het gewicht van energie in de inflatie in 2023 toe gaat nemen.
Een beetje inflatie is goed voor de economie. Doorgaans heeft men het dan over zo'n 2 procent. Als de prijzen lichtjes stijgen, hebben consumenten er geen belang bij om hun aankopen uit te stellen en consumeren ze vlot. Dat zorgt voor een blijvende vraag naar goederen en diensten en dus voor werkgelegenheid.
Op hoofdlijnen kun je stellen dat het belangrijkste effect van inflatie is dat de koopkracht van het geld afneemt. Prijzen worden gemiddeld hoger en je hebt dus meer geld nodig om een bepaald pakket boodschappen te kunnen betalen. Ook de reële waarde van bedragen die voor lange tijd nominaal vaststaan neemt af.
De inflatie in Nederland behoort tot de hoogste van Europa. Dat komt door erg hoge brandstofheffingen, door een relatief grote afhankelijkheid van gas en – last but not least – door de zwakke euro.
Deflatie is precies het omgekeerde van inflatie. De prijzen gaan naar beneden in het geval van deflatie. Deflatie wordt vaak gezien als slecht voor de economie. Mensen gaan hun aankopen uitstellen, omdat ze meer kunnen kopen van hun geld als ze langer wachten.
Het laagste inflatiecijfer van de eurozone (volgens Eurostat) vinden we in Malta. Daar is de stijgende levensduurte vorige maand “beperkt” gebleven tot 6,1 procent. Als we verder dan de monetaire unie kijken, merken we op de Liechtenstein het laagste inflatiecijfer van Europa heeft.
Bij een stijging van het algemeen prijspeil spreek je van inflatie. Een daling van het algemeen prijspeil wordt deflatie genoemd.
Wie heeft er last van de inflatie? Ook hebben mensen tussen de 25 en 44 jaar relatief veel meer last van de inflatie dan jongere en oudere mensen. In de middelbare groep zegt slechts 14 procent geen last te hebben van de hoge prijzen, 82 procent juist wel.
Na een recordhoogte van 11,6% vorig jaar zal de inflatie voor 2023 uitkomen op 4,2%. We verwachten dat de inflatie in 2024 verder daalt naar 3,7%, en in 2025 met 2,5% dichterbij de beoogde 2% geraakt. De renteverhogingen van de centrale banken hebben hier een belangrijke bijdrage aan geleverd.
Als de inflatie toeneemt, kunnen de kosten van grondstoffen, arbeid en andere bedrijfskosten stijgen. Dit kan de winstmarges van je bedrijf onder druk zetten, vooral als de prijzen van de producten of diensten die het bedrijf aanbiedt niet kunnen worden verhoogd om de hogere kosten te compenseren.
Ook beleggingen hebben last van inflatie. Om de inflatie onder controle te houden, kunnen centrale banken de rente verhogen. Hierdoor zijn vooral obligaties kwetsbaar, maar ook bijvoorbeeld aandelen van bedrijven die hoge schulden hebben en dus hun rentelasten sterk zien stijgen.
Bedrijven die aan de goede kant zitten hebben een hoge brutomarge. Ze gebruiken weinig grondstoffen en weinig energie. Je kunt daarbij denken aan softwarebedrijven en dienstverleners. Als die een sterke concurrentiepositie hebben, kunnen ze die prijsstijgingen goed doorberekenen aan hun klanten.