Het water is vertrouwd, maar het heeft ook de juiste pH-waarde en habitat-instellingen. Plus … je mag kikkers eigenlijk niet meer dan een kilometer verplaatsen van waar je ze gevonden hebt. Dus als je de eieren, kikkervisjes, of zelfs volwassen kikkers verplaatst, is het onwaarschijnlijk dat ze hun weg terugvinden.
Kikker. Kikkers kruipen voor de winterslaap weg in een kuiltje of verlaten holletje van een ander dier of op de bodem van vijvers of sloten. Ze moeten ervoor zorgen dat het een vochtige plek is, anders drogen ze uit. Ze verstijven tijdens hun winterslaap, doordat de beestjes koudbloedig zijn.
Je mag ze dus niet vangen, vervoeren, verstoren of schade toebrengen! Verplaatsen heeft meestal weinig zin. De dieren zullen snel terugkeren of de lege plekken worden weer opgevuld door kikkers uit de buurt. Bij blijvende overlast is de enige oplossing de vijver te dempen.
De bruine kikker eet voornamelijk ongewervelden als insecten (kevers, sprinkhanen, spinnen, mieren), wormen, duizendpoten en (naakt)slakken. Af en toe eet hij ook kleine gewervelde dieren zoals muizen en kleinere kikkers. Volwassen kikkers hoeven maar twee tot drie keer per week te eten.
Kikkers houden niet van ondiep water waarin ze zich moeilijk kunnen verschuilen. Ook voor de waterbeweging stellen kikkers wat eisen. Een krachtige fontein, daarvoor halen onze amfibieën al snel hun neus op. Kikkers verkiezen stilstaand of traag stromend water, liefst door een filterpomp of kleine waterval.
Leg enkele stapeltjes aan met stenen en hout. Je kan keien gebruiken maar een losse stapel bakstenen of dakpannen is even goed. Een oude knoestige boomstronk is ideaal. Tussen de schors en bast vinden de amfibieën niet alleen beschutting tegen de kou en predatoren maar ook voedsel zoals wormpjes en insecten.
Via een speciale beweging brengt hij takjes in trilling. Op die manier geeft de kikker zijn soortgenoten informatie over status, motivatie en grootte. Veel dieren kunnen trillingen die zich via oppervlakten verplaatsen erg goed voelen.
Ze groeien echter snel; al in de eerste herfst na de metamorfose zijn ze al 3 tot 3,5 centimeter, het volgende jaar al 5 cm. De bruine kikker bereikt in de natuur een leeftijd van ongeveer 6 tot 8 jaar maar er zijn exemplaren beschreven van meer dan 10 jaar oud.
ze kwaken om een vrouwtje te lokken voor de paring. Daarom hoor je het gekwaak vooral tussen mei en augustus: dan is het paarseizoen. Het geluid maakt de groene kikker met zijn kwaakblazen: de 'ballonnetjes' die tevoorschijn komen aan de zijkant van zijn kop.
Kikkers vermijden zonlicht en trekken zich overdag terug.
Ze verdedigen een klein stukje van de bosbodem tegenover andere mannetjes. Het meest intensief verdedigen ze de kern van hun territorium dat enkele vierkante meters groot is en onderdeel uitmaakt van de tientallen vierkante meters die de kikkers gedurende de regentijd gebruiken als leefgebied.
Kikkers en padden uit de tuin weren
Kikkers en padden zijn beschermde dieren, u mag ze niet bestrijden, ze mogen dus niet worden gevangen, vervoerd, verstoord of gedood. Het is wel toegestaan om ze op een vriendelijke manier uit uw tuin te weren.
Een vijver nodigt amfibieën uit, mits het wateroppervlak niet te klein is en er voldoende echte waterplanten, drijfplanten en oeverplanten aanwezig zijn. Hoe dichter de vijver bij een natuurlijke amfibieënbiotoop ligt, des te groter de kans om eens kikkers, padden en salamanders te zien.
Kikkervisjes worden gegeten door o.a. watertorren, vissen, salamanders en libellen-larven. De grootste vijanden van kikkers zijn o.a. reigers, ooievaars, buizerds, ratten en egels.
Gedrag : Kikkers zijn koudbloedigen wat wil zeggen dat hun lichaamstemperatuur afhangt van de temperatuur in de omgeving. Heel weinig soorten kunnen een temperatuur onder 4° C of boven 40° C verdragen . Daarbij komt nog kijken dat de dunne, klamme huid van de kikker weinig bescherming biedt tegen vochtverlies.
Niet waterdicht
Een kikker heeft geen schubben, zoals vissen of reptielen. Zijn huid is dun, glad en slijmerig en er lopen veel bloedvaten doorheen. Deze bouw maakt de kikker niet waterdicht. Er gaat water door zijn huid naar binnen en ook zuurstof.
Bij een kikkerfobie en/of paddenfobie geeft confrontatie met kikkers en padden heftige angstreacties. Diegenen die voortdurend onrustig blijven in een omgeving waarin kikkers of padden kunnen zijn, hebben een fobie of angststoornis ontwikkeld.
Als het zo donker is dat wij mensen niets kunnen zien, blijken kikkers prima zicht te hebben en zelfs kleuren waar te kunnen nemen.
Het gekwaak van al die mannetjes gaat vaak dagen lang door, vaak reageren ze op ieder geluid, zoals een vliegtuig, een hond die blaft en vooral mensenstemmen. Eigenlijk proberen ze er overheen te komen, ze blazen hun wangzakken op tot grote bellen en kwaken alles bij elkaar.
Overigens, de kikkers bijten niet, het gif zit in de huid en komt vrij bij overmatige stress en is slechts dan gevaarlijk indien het in de bloedbaan van een aanvaller komt.
Kikkervisjes eten algen uit het water waardoor het helderder blijft. Als er geen kikkers waren zouden er veel meer muggen zijn, denk hierbij vooral aan de malariamug. Omdat kikkers water direkt via hun huid opnemen zijn ze erg gevoelig voor verontreinigd water en kunnen ze als graadmeter voor het milieu dienen.
“Wij herinneren eraan dat een ongeoorloofde handeling bij een amfibie, zoals een kus, een ernstige ziekte tot gevolg kan hebben. En geen prins. Kikkers kunnen een salmonella-infectie veroorzaken”, waarschuwen de veeartsen.
De kikkers die je hoort zijn mannetjes. Die kwaken om vrouwtjes te laten weten waar ze moeten zijn!
Een groene kikker is een waterdier, dat maar zelden aan land komt. Bij gevaar springt hij zo snel mogelijk in het water en duikt onder tot het gevaar geweken is. Bij het zwemmen gebruikt hij vooral de sterke achterpoten, die voorzien zijn van zwemvliezen.