Voor de woning zelf geldt een aantal specifieke bouwkundige eisen. Ook hebben jongeren met autisme vaak een vorm van begeleiding en ondersteuning nodig als ze op zichzelf gaan wonen. Bovendien is het belangrijk dat ze in de buurt van hun woning een passende vorm van dag- en vrijetijds- besteding kunnen vinden.
Autismevriendelijk wonen - Volwassenen met autisme, een vergeten groep op de woningmarkt? - PAS. Veel volwassenen met autisme en een normale tot hoge begaafdheid willen en kunnen zelfstandig wonen. Maar in hun woning hebben zij vaak veel last van overprikkeling.
Mensen met autisme zonder verstandelijke beperking sterven gemiddeld 12 jaar eerder, op een leeftijd van 58 jaar inplaats van 70. Hartproblemen, gevold door zelfdoding blijkt in deze groep de belangrijkste doodsoorzaak.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
'Tot nu toe kijken wetenschappers die het geluk van mensen met autisme onderzoeken vaak naar criteria als werk en mate van zelfstandigheid. Maar zulke objectieve criteria zeggen weinig over de kwaliteit van het bestaan', zegt Vermeulen. 'Iemand kan zelfstandig zijn en een baan hebben, maar toch heel ongelukkig zijn.
Overgevoeligheid of juist helemaal niet gevoelig voor pijn, warmte en kou en geluiden. Afwijkende motoriek. Houterig bewegen, veel met de handen zwaaien (praten met de handen). Overmatige gerichtheid op een onderwerp en weinig tot geen belangstelling hebben voor andere onderwerpen.
Sommige mensen met autisme hebben bijzondere talenten. Zo kan het zijn dat iemand uitzonderlijk goed kan tekenen, pianospelen of wiskundige berekeningen kan doen. Mensen met autisme zijn visueel vaak heel sterk. Dat komt omdat ze oog hebben voor details.
Anders ervaren en uiten
Dit sociaal complexe spel is zeker ingewikkeld voor mensen met autisme en wordt door hen vaak als 'toneel' omschreven. Kortom, mensen met autisme laten wel degelijk bepaalde vormen van empathie zien, maar er lijkt vooral sprake van anders ervaren (van teveel tot te weinig) en anders uiten.
'Autisme heeft in die zin dus geen impact op ouder worden, en andersom. Mensen blijken op oudere leeftijd soms zelfs beter in staat met hun autisme om te gaan. Om zeker te zijn van dit resultaat zijn we nu bezig het onderzoek nog een keer uit te voeren onder eenzelfde en een nieuwe groep deelnemers.
-Gezien de vaak voorkomende uitgestelde rouw bij mensen met autisme mag de aandacht voor verdriet en/of angsten het eerste jaar (jaren) niet afnemen. - Als je een dierbare verliest dan zal je daar altijd aan blijven denken. Normaliseer wat normaal is.
Heel beperkte interesses. Heel specifieke interesses, bijvoorbeeld gefascineerd door draaiende bewegingen. Maakt veel herhalende bewegingen zoals wiegen, hoofdbonken. Reageert heftig of juist niet op zintuiglijke prikkels als licht, kou, warmte, geluid, pijn of kietelen.
Moeite met praten, schrijven en lezen
Je hebt een beperkte woordenschat en komt soms moeilijk uit je woorden. Je herhaalt vaak bepaalde woorden of praat op dezelfde toon. Je vindt het moeilijk gesprekken te starten en op gang te houden. Je vindt het lastig om te verwoorden wat je bijvoorbeeld denkt of voelt.
Autisme kan een beperking zijn: iemand met autisme is minder flexibel met denken en (nieuwe) dingen doen. Dit geeft problemen: thuis, op school en/of op het werk. Maar het kan ook sterke kanten met zich meebrengen: zo zijn mensen met autisme vaker creatief en goed in logisch denken en precies werken.
Werkenden met autisme kunnen uitstekend functioneren, alleen hun gedrag kan ook leiden tot misverstanden met de omgeving en zelf zijn ze vaak extra gevoelig voor bepaalde prikkels.
Stimming komt veel voor bij mensen met autisme en heeft belangrijke functies, bijvoorbeeld het kalmeren bij stress en het voorkomen van over- of onderprikkeling. Ook het bestuderen en vervolgens imiteren van het sociale gedrag van anderen is een veel voorkomende vorm van camouflage.
Mensen met kenmerken van autisme kunnen (op verschillende manieren) problemen hebben in sociale interactie, problemen op het gebied van communicatie en problemen rondom beperkte, repetitieve en stereotype patronen in gedrag, interesses en activiteiten.
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Daarnaast kunnen autistische volwassenen inderdaad een bijkomende narcistische persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen, hoewel narcisme onder autisten een van de minst voorkomende persoonlijkheidsstoornissen lijkt te zijn.
Iemand met autisme voelt onvoldoende aan wat een ander wil, tenzij hem of haar dat duidelijk wordt gemaakt. Daarnaast ervaren autisten aanrakingen vaak meer of minder intens. Zo kan het zijn dat iemand met autisme een veel sterkere of juist minder sterke aanraking of stimulans nodig heeft om opgewonden te raken.
Mensen met autisme reageren anders op emotionele prikkels. Zij missen het intuïtieve vermogen zich te verplaatsen in de gedachtewereld en de bedoelingen van anderen. Zij vinden het lastig om aan te voelen wat passend gedrag is in een bepaalde context.
Daarnaast kunnen mensen met autisme ook erg veel last hebben van zelfkritiek. Ze vinden vaak dat ze het niet goed genoeg doen in het leven, bijvoorbeeld omdat ze moeten leven van een uitkering.
Mensen met autisme zijn ermee geholpen wanneer zij in kaart brengen wat goed en minder goed kunnen, en wat ze nodig hebben om goed te functioneren op het werk. Deze punten kunnen in regelmatige evaluerende gesprekken met collega's, begeleider en leidinggevende worden besproken.