Wisselspanning komt thuis uit het stopcontact en op deze spanning werken de meeste elektrische apparaten die wij kennen. In Europa is dit 230 V/50 Hz, in Amerika 120 V of 240 V/60 Hz.
Bij een wisselspanning wisselt de elektrische spanning tussen twee draden of aansluitingen met een vaste frequentie tussen positieve en negatieve waarden. Bij het elektriciteitsnet verandert de spanning 50 keer per seconde van + naar – en omgekeerd. Wisselspanning heeft meestal een golfvormig verloop.
De stroom die van het elektriciteitsnet komt, bijvoorbeeld een stopcontact in huis, is altijd wisselstroom. De energie die wordt opgeslagen in accu's is altijd gelijkstroom.
Typische voorbeelden van aparaten op een fase wisselspanning zijn een stofzuiger, een haardroger en de pomp van een koelkast. Een andere soort van wisselspanning is krachtstroom (400 V). Krachtstroom is een driefasenspanning (3x een fasedraad in plaats van 1).
Netspanning is wisselspanning van minder dan 1000 volt die via het elektriciteitsnet aan de kleinverbruikers wordt geleverd. Gewoonlijk wordt met netspanning de elektriciteit die thuis uit het stopcontact komt bedoeld, met een spanning van circa 220 tot 240 volt.
De meeste elektrische apparaten en installaties werken op basis van gelijkspanning - maar stopcontacten werken dus op basis van wisselspanning.
Wisselspanning komt thuis uit het stopcontact en op deze spanning werken de meeste elektrische apparaten die wij kennen. In Europa is dit 230 V/50 Hz, in Amerika 120 V of 240 V/60 Hz.
Gemiddeld staat er een spanning van 230 volt op elke fase van uw aansluiting. Huishoudens hebben steeds vaker 3 fasen op hun aansluiting. Dit is meestal een 3x25 Ampère aansluiting.
Een groot nadeel van gelijkspanning was dus dat de afstanden vanaf de plaats waar de elektriciteit werd opgewekt naar de huishoudens niet te groot mochten worden, anders werden de verliezen in de kabels te groot.
Om een gelijkspanning om te zetten naar een andere gelijkspanning of naar een stabiele wisselspanning heb je efficiënte vermogenselektronica nodig. Dit soort vermogenselektronica bestaat pas sinds 1950. In de omvormers van zonnepanelen en thuisaccu's wordt ook vermogenselektronica toegepast.
Sinds het ontstaan van ons stroomnet is wisselspanning of alternating current (AC) de standaard. Zonnepanelen, windturbines en elektrische auto's werken echter allemaal op gelijkstroom. Daardoor groeit de rol van deze direct current.
Verschil 1: Waar de stroom wordt omgezet
Ze worden wisselstroom (Alternating Current = AC) en gelijkstroom (Direct Current = DC) genoemd. De stroom uit het elektriciteitsnet is altijd wisselstroom (AC). Een accu van een elektrische auto kan echter alleen gelijkstroom (DC) afnemen.
De stroom vanuit het elektriciteitsnet is altijd AC, maar de accu van een elektrische auto kan alleen DC opslaan. Dit is de reden waarom de meeste elektronische apparaten een converter ingebouwd hebben. Deze converter zet de stroom om van AC naar DC, zodat de accu de stroom kan opslaan.
In de meeste gevallen wordt de netspanning van 230 Volt omgezet naar 12 Volt. De meeste gewone trafo's voor halogeenspotjes 12 Volt geven wisselspanning (AC). Een LED-trafo daarentegen geeft gelijkspanning (DC), zodat de LED-lamp een stabiele voeding heeft. De meeste LED-lampen werken dan ook beter op DC trafo's.
220 of 230 volt? Vóór 1989 had de netspanning een voltage van 220. In 1989 werd besloten om de hoogte van de spanning te verhogen tot 230 volt.
Altijd in dezelfde richting en op een constante spanning. Gelijkstroom heeft zijn naam dan ook aan die 'gelijke' richting en de 'gelijke' spanning te danken.
Een wisselstroom is gevaarlijker dan een gelijkstroom, maar een gelijkstroom is moeilijker los te laten doordat de samentrekking van spieren in één richting optreedt.
Bij spanningen zoals 230 VAC van het lichtnet is er echter sprake van zowel een enorme stroomsterkte die kan worden geleverd (in de orde van honderden tot duizenden ampères) als een spanning die hoog genoeg is om een dodelijke stroomsterkte door de persoon te laten lopen.
AC en DC zijn de afkortingen van wisselstroom (AC, alternating current) en gelijkstroom (DC, direct current). Het verschil is dat bij wisselstroom de spanning continu wisselt tussen positief en negatief. Bij gelijkstroom is de spanning continu gelijk.
Bevat de verbinding tussen je meterkast en je zekeringkast vier draden, dan heb je normaal een 3X400V+N-net. Bevat deze drie draden, dan heb je normaal een 3X230V-net. Bevat deze twee draden dan heb je ofwel een 1X230V (wat eigenlijk een combinatie van 1 fase 400V in combinatie met nulleider betreft) of een 2X230V-net.
Je mag maximaal 8 contactdozen per kring installeren Voor het aantal contactdozen moet je rekening houden met de meervoudige contactdozen die in dezelfde behuizing gemonteerd zijn, volgens deze verdeling: een sokkel met 2 mechanismen telt voor 1 contactdoos. een sokkel met 3 mechanismen telt voor 1 contactdoos.
Er kan een stroom lopen van de fasedraad via het lichaam naar de aarde. Afhankelijk van de weerstand van het lichaam kan die stroom zo groot zijn dat ernstige verwondingen of hartritmestoringen optreden, of erger.
Kan ik een oplader alsmaar in het stopcontact laten zitten? Als er geen apparaat meer op is aangesloten, kun je de oplader beter loshalen. Als de oplader in het stopcontact blijft zitten, verbruikt hij nog steeds wat energie. Dit noemen we ook wel sluipverbruik.
Wat bij de huidige netspanning van 230 Volt dan 2300 VoltAmpère(VA) aan vermogen mogelijk maakt. Tot ruwweg 2000 Watt/VA is er dus met de wandcontactdozen en stekers geen direct probleem te verwachten.