Fietspaden en fiets/bromfietspaden worden niet als rijbanen gezien. Een rijbaan bestaat uit een of meer rijstroken. Ook een invoegstrook, uitvoegstrook en een afrit kunnen onderdeel van een rijbaan zijn.
Onder een rijbaan vallen alle weggedeelten bestemd voor rijdende voertuigen behalve fietspaden en fiets/bromfietspaden. Een weg kan bestaan uit één of meer rijbanen, die gescheiden worden door een fysieke scheiding. Dit kan een vangrail zijn of een middenberm. Een rijbanen wordt nooit gescheiden door strepen.
Een rijbaan is een aaneengesloten deel van een verharde weg dat bedoeld is om bereden te worden. Een rijstrook is een deel van de rijbaan dat ongeveer de breedte heeft van één voertuig.
Aanrijding invoegende en uitvoegende auto
Als twee auto's van rijbaan wisselen of een auto invoegt en een andere auto gelijkertijd uitvoegt, moeten beide bestuurders voorrang verlenen. De wet bepaalt niet welke auto voorrang heeft. De ANWB adviseert uitvoegende auto's voorrang te verlenen, maar dit is geen rechtsregel.
Invoegen is een bijzondere verrichting. Dit betekent dat je voorrang moet verlenen aan bestuurders op de doorgaande rijbaan. Toch vinden we het heel normaal dat auto's even inhouden of een strook opschuiven om ruimte te maken voor de invoeger. Dit is een gunst, geen plicht.
Invoegen (wisselen van rijbaan) is namelijk een bijzondere manoeuvre. De wet bepaalt dat een bestuurder die van rijbaan wisselt al het andere verkeer voorrang verleent. Ontstaat er een aanrijding dan is de invoegende ritser aansprakelijk voor de schade.
Invoegen is een bijzondere manoeuvre, net als parkeren en achteruitrijden, en dat betekent dat je andere bestuurders daarbij niet mag hinderen. Op de invoegstrook pas je je snelheid aan op die van het verkeer op de rijbaan, je zoekt een gaatje en je voegt voorzichtig in.
Een invoegstrook is een rijstrook die bestuurders de kans geeft te accelereren een in te voegen op een stroomweg. De invoegstrook is door middel van blokmarkering gescheiden van de doorgaande rijbaan. De invoegstrook is er dus voor bestuurder die willen invoegen op een stroomweg.
Voorrang tijdens in- en uitvoegen
In- en uitvoegers moeten het verkeer op de andere rijstrook voor laten gaan. Het tegelijk in- en uitvoegen op een rijstrook noemen we 'weven'. Omdat in- en uitvoegen allebei bijzondere manoeuvres zijn, moeten beide bestuurders elkaar voor laten gaan.
Toch lukt het soms niet om tijdig in te voegen. In zo'n situatie raadt Maaskant aan vooral niet stil te gaan staan. "Kan je niet invoegen, stop dan nooit op de invoegstrook, maar rij door over de vluchtstrook. Besef daarbij wel dat je waarschijnlijk een inschattingsfout hebt gemaakt bij het zoeken naar vrije ruimte."
Vluchtstrook wordt spitsstrook
Op veel snelwegen is de vluchtstrook een deel van de dag in gebruik als spitsstrook. Dat zie je aan de groene pijlen die dan boven de rijbaan hangen. Je kunt dan de vluchtstrook als gewone rijbaan gebruiken. Je zou de strook dan moeten gebruiken als meest rechtse rijbaan.
Spitsstroken geven het verkeer bij drukte meer ruimte. Zo ontstaan er minder files, zorgen we voor een betere doorstroming en verbeteren we de veiligheid op de snelweg. Een spitsstrook is een pechstrook aan de rechterkant van de snelweg. Het kan ook een extra rijstrook aan de linkerkant zijn.
Als u als bestuurder op de weg rijdt, is de plaats op de weg zoveel mogelijk aan de rechterkant van de weg. In geval van twee rijstroken in dezelfde richting mag u als automobilist de linkerrijstrook gebruiken om in te halen. Blijf nooit onnodig links rijden.
Stilstaan of parkeren
Stilstaan is zowel toegestaan aan de rechterzijde als aan de linkerzijde van de rijbaan. In verband met de veiligheid geniet het de voorkeur om aan de rechterzijde stil te staan. Stilstaan en parkeren mag je in principe overal waar het niet verboden is.
Vrijliggende fietspaden maken geen onderdeel uit van de rijbaan waar auto's op rijden. Dat is anders in het geval van een fietsstrook. De regels van fietsstroken hangen af van de belijning.
Je mag nooit parkeren op de rijbaan van een voorrangsweg. Dit mag wel op andere wegen, tenzij dit met borden anders staat aangegeven. Je mag ook in de berm parkeren.
Ook bij een weefvak is het van belang dat je het verkeer op de doorgaande weg voor laat. Als jij dus wilt invoegen en iemand anders wil vanaf de doorgaande weg uitvoegen, gaat degene op de doorgaande weg voor. Zo voorkom je dat er onnodig geremd moet worden.
De hoofdregel, rechts heeft voorrang
In principe geldt dat bestuurders die van rechts komen op gelijkwaardige kruispunten voorrang krijgen. Maar dat geldt ook weer niet altijd. Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Ritsen is verplicht wanneer er bij sterk vertraagd verkeer sprake is van een wegversmalling. Dat kan zijn door bijvoorbeeld wegwerkzaamheden, een ongeval of een rijstrook die ophoudt te bestaan. Invoegen in het verkeer kan dan soms stresserend zijn. Als er weinig verkeer is, gaat invoegen doorgaans vlot.
Motorvoertuigen mogen alleen op autowegen als zij minimaal 50 kilometer per uur kunnen en mogen rijden. Voor autosnelwegen is dit 60 kilometer per uur. Deze snelheid heet ook wel de minimumconstructiesnelheid.
Bij het achteruit een parkeerplaats uitrijden is er sprake van een bijzondere manoeuvre. Dit betekent dat u het overige verkeer voor moet laten gaan. Als u tijdens het achteruitrijden tegen een voorbijrijdende auto botst, bent u aansprakelijk.