Als het over twee personen gaat, schrijven we beiden. In alle andere gevallen blijft de n achterwege. Dat is het geval als het gaat om twee dingen, maar ook als er sprake is van een persoon en een ding.
Beide is goed als het hoort bij het zelfstandig naamwoord dat er vlak achter staat. Beiden kan alleen gebruikt worden om naar personen te verwijzen. Er staat dan geen zelfstandig naamwoord achter.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we geen van beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Geen is dan de kern van het onderwerp, van beide(n) is een nabepaling bij die kern. De persoonsvorm komt in getal overeen met de kern geen ('niet één, niemand'). Geen van beiden is bereid zich te verontschuldigen. Jan en Erik werden allebei verwacht, maar geen van beiden was aanwezig.
Woorden als beide en alle krijgen in het meervoud een -n als ze verwijzen naar personen en zelfstandig gebruikt worden.
De correcte spelling is alle twee.
Combinaties van alle en een telwoord worden altijd los geschreven: alle twee, alle drie, alle vier, alle vijf, alle zes, alle zeven, alle acht, alle negen, alle tien enzovoort. Allebei wordt wel aaneengeschreven.
Gebruikelijker dan alle twee is beide of allebei; deze laatste vorm wordt altijd als één woord geschreven. In de praktijk worden alletwee en alledrie ook wel aaneengeschreven. In de Woordenlijst van 1995 werd de vorm alledrie opgenomen, maar in de huidige Woordenlijst wordt alle drie weer los gespeld.
Beide bedrijven zijn prima werkgevers. Beide verwijst niet naar een persoon en is niet zelfstandig gebruikt (want het wordt gevolgd door het zelfstandig naamwoord “bedrijven”). Daarom voeg je geen -n toe.
Antwoord: Alle twee kan (om verwarring te voorkomen schrijf ik hier niet: Beide kan). Uitleg: Als er een zelfstandig naamwoord volgt, schrijf je altijd: beide.
Het woord 'dat' wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord. Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen 'wat'. Dit leidt bijvoorbeeld tot de volgende zinnen: Het boek dat hij heeft gekocht, heeft een blauwe kaft.
Algemene regel. De algemene regel voor het vragend voornaamwoord welk(e) is dat het geen buigings-e krijgt als het betrekking heeft op een het-woord in het enkelvoud (welk autootje, welk boek), en dat in andere gevallen alleen welke juist is: welke auto (de-woord), welke boeken (meervoud).
Wat is een zelfstandig naamwoord? Een zelfstandig naamwoord is een woordsoort dat een mens, dier, ding, (eigen)naam, gebeurtenis, plaats of abstracte zaak zoals gevoelens aanduidt. Voorbeelden van zelfstandig naamwoorden zijn: man,, kat, tafel, Amsterdam, moederdag, hemel of liefde.
In de combinatie jullie beiden krijgt het woord beiden een -n omdat het naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt is. De combinatie jullie beide* is niet correct. We zullen jullie beiden uitnodigen.
De correcte vorm is “jullie beiden“, omdat “beiden” naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt (er volgt geen zelfstandig naamwoord).
Eén schrijf je alleen met accenttekens als je het cijfer 1 bedoelt of als er een lezing mogelijk is met 'een'. Dus bijvoorbeeld in een zin als 'Ik heb thuis een hond en een kat' of 'Ik heb thuis één hond en één kat'. Als je wilt dat de lezer hier 'één' leest en niet 'een', dan moet je wel streepjes zetten.
Is vaker - vaakst juist of moet het meer - meest zijn? De vergrotende en overtreffende trap van vaak zijn vaker en vaakst. Meer en meest zijn de vergrotende en overtreffende trap van veel: veel - meer - meest.
Wat is het meervoud van laatste? Het meervoud van laatste is 'laatsten'. Eén laatste, twee laatsten.
Als vele naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we velen. Vele is zelfstandig gebruikt als er niet meteen een zelfstandig naamwoord op volgt en vele ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Als het onzekere element door een ander woord in de zin wordt uitgedrukt, bijvoorbeeld door het hulpwerkwoord zou(den), is zowel als als dat mogelijk. Beide zinnen betekenen dan hetzelfde. Zou je het goed vinden dat / als ik je een nieuwe versie bezorg? Ik zou het fijn vinden dat / als je kunt komen.
De correcte spelling is alle drie.
Combinaties van alle en een telwoord worden altijd los geschreven: alle twee, alle vier, alle vijf, alle zes, alle zeven, alle acht, alle negen, alle tien enzovoort. Allebei wordt wel aaneengeschreven.
Engelse samenstellingen die eindigen op een voorzetselbijwoord, krijgen in het Nederlands een streepje. Het gaat in de praktijk meestal om voorzetselbijwoorden die met een klinker beginnen: in: all-in, drive-in, plug-in, sing-in, sit-in, sleep-in, stand-in.
allebei = allebei telwoordUitspraak: [ɑləˈbɛi] (van twee personen of dingen) de een en de ander Voorbeelden: `Jullie gaan nu allebei naar bed. `, `allebei de partijen willen er beter van worden.