Als het persen, om wat voor reden ook, niet lukt dan kan het zijn dat de gynaecoloog een vacuümverlossing voorstelt. Bij een vacuümverlossing word je eerst verdoofd van onderen, dan wordt er een knip gezet om voldoende ruimte te maken.
Net als met poepen zal je tijdens je bevalling merken, dat wanneer je ontspannen bent, je nauwelijks / tot niet hoeft mee te persen. Je kunt dan dus bevallen zonder persen.
De weeën zijn niet sterk genoeg, of komen niet vaak genoeg; het voorliggende deel (hoofdje of stuit) drukken niet goed om de ontsluitingsring (bijvoorbeeld bij niet ingedaald hoofd) wanverhouding tussen het hoofdje en het bekken. M.a.w. het hoofdje kan niet goed indalen en drukt niet op de baarmoedermond.
Heb je volledige ontsluiting, maar geen persweeën? Probeer dan even rond te gaan lopen, door te staan drukt het hoofdje meer naar beneden wat kan helpen om persdrang te krijgen. Een goede perstechniek helpt om je baby naar beneden te drukken, zonder persweeën is de perstechniek vaak niet zo goed.
Bij een eerste kindje duurt het persen gemiddeld een uur. Ben je al eens bevallen dan duurt het gemiddeld 15 minuten, maar soms is ook 1 perswee al genoeg. Aan het eind van de persfase is het (achter)hoofdje van de baby zeer goed zichtbaar..
Persen (de uitdrijving)
Dit kan liggend (op je zij of rug) op bed, maar ook op een baarkruk, handen en kniën, staand of in een bevallingsbad. Bij een eerste kindje duurt het persen gemiddeld een uur en mag maximaal 2 uur duren. Bij een volgend kindje gaat dit meestal een stuk sneller en mag dit maximaal 1 uur duren.
Hoe herken je echte weeën? Een belangrijke aanwijzing dat de bevalling eraan zit te komen, zijn regelmatige samentrekkingen van de baarmoeder. In het begin voelen deze vroege weeën aan als menstruatiekramp of pijn in de onderrug die komt en gaat met tussenpozen van 20 tot 30 minuten.
Om effectief te persen is persdrang écht nodig.
Persen zonder persdrang is vragen om een langdurige uitdrijving/niet vorderende uitdrijving. Als je arts/verloskundige zegt dat je mag gaan persen, maar jij voelt geen persdrang, geef dan aan dat je liever wacht tot je goede persdrang voelt.
Afwachten, strippen of inleiden vanaf 41 weken. U krijgt extra controles in het ziekenhuis als u langer dan 41 weken zwanger bent. De verloskundige of gynaecoloog bespreekt de uitslagen van de onderzoeken met u. Als alles goed is, mag u tot 42 weken afwachten of uw bevalling vanzelf begint.
Primen met een ballonkatheter. Een andere methode om de baarmoedermond te laten rijpen is door het inbrengen van een ballonkatheter. Ook hierbij is het doel, rijping van de baarmoedermond en ontsluiting van 2 à 3 centimeter, waardoor de bevalling kan worden ingeleid.
Er kan nog enige twijfel bestaan of de weeën wel echt gaan doorzetten. Je kunt dan het beste proberen te ontspannen en een warme douche/bad of kruik nemen. Zijn het voorweeën, dan zullen ze afzakken.
De eerste uren van de bevalling beweegt de baby vaak tussen de weeën door. Dit kan pijnlijk zijn. Het bewegen van het kindje maakt het je soms moeilijk om te ontspannen. Warme handen op de buik maken het kindje rustig.
Latente fase
Het hoofdje van de baby zakt ook langzaam steeds iets dieper het bekken in. Tijdens de latente fase is het belangrijk zoveel mogelijk te ontspannen en afleiding te zoeken. Lukt het je nog om tussen de weeën door een beetje te slapen, doe dat vooral. Hoe meer je ontspant, hoe meer oxytocine je aanmaakt.
Meestal wordt de pijn erger als de ontsluiting toeneemt. De pijn is vooral onder in de buik aanwezig en voelt soms ook als rugpijn. Ook tijdens het persen kan de pijn verschillen. Sommige vrouwen vinden het prettig als ze mee mogen persen, bij andere doet persen juist het meeste pijn.
Ongeveer de helft (53 procent) van de vrouwen die hun bevalling als (heel) zwaar hebben ervaren, hebben gebruik gemaakt van een vorm van pijnbestrijding. Bij vrouwen die de bevalling niet of niet zo zwaar vonden, is dat ongeveer een kwart (24 procent).
Pas wanneer je 10 centimeter ontsluiting hebt is de baarmoedermond volledig open en klaar voor de geboorte van je baby. Dit wordt ook wel de uitdrijvingsfase genoemd. Je mag dan gaan persen. Waarschijnlijk heb je dit al geoefend, thuis of tijdens een zwangerschapscursus.
Gewoonlijk gebruiken we de 40 weken-telling. Een zwangerschap die langer duurt dan 42 weken brengt extra risico's met zich mee, daarom raden internationale richtlijnen aan om de bevalling 'in gang' te zetten vanaf 42 weken.
In ongeveer 90-95% van de gevallen komt dit doordat de baby anders is gaan liggen of doordat de moeder het erg druk heeft gehad. Maar bij een klein deel werkt de moederkoek (placenta) niet helemaal goed en kunnen er wel problemen ontstaan.
Een zwangerschap duurt gemiddeld 37 tot 42 weken. Bent u langer dan 41 weken zwanger? Dan krijgt u vaak een of twee extra controles in het ziekenhuis. Samen met uw verloskundig hulpverlener bespreekt u wat voor u het beste is: een spontane bevalling afwachten of inleiden.
Dat persen probeer je zo'n 3 keer per wee te doen. Dit is de 'klassieke' manier van persen, maar eigenlijk zijn de eerste twee beter. Bij deze is namelijk de kans op uitputting veel groter, wat een negatief effect kan hebben op de hartslag van de baby.
Je partner gaan met zijn rug tegen het hoofdeind van het bed zitten met een kussen in zijn rug om zo lekker mogelijk te zitten. Jij gaat op je knieën met je gezicht naar hem toe zitten. Zo hou je contact met je partner en kan je tussendoor met je hoofd in zijn schoot rusten en lekker tegen hem aanhangen.
Als er een niet vorderende uitdrijving optreedt, verwijzen we je naar de gynaecoloog. Je moet dus naar het ziekenhuis. Meestal wordt in deze situatie een ambulance gebeld.
Over het algemeen beginnen de weeën binnen 24 uur nadat je vliezen gebroken zijn.
Een bevalling begint vaak met wat 'gerommel', willekeurige samentrekkingen van je baarmoeder waar nog geen ritme inzit en die niet heviger worden. Deze voorweeën kunnen ook weer afzakken. Deze activiteit van je baarmoeder geeft nog geen ontsluiting, maar zorgt wel voor het soepel en korter worden van de baarmoedermond.