Het kabinet verhoogt het minimumloon per 1 januari 2023 met 10,5 procent. De nieuwe bedragen zijn gepubliceerd in de Staatscourant. Vanaf 21 jaar en ouder wordt het nieuwe bedrag 1934,40 euro per maand in plaats van 1756,20 euro. Dit zijn de bedragen die uit deze flinke verhoging volgen.
Ruim 12 procent erbij bij minimumloon
Door verschillende maatregelen krijgen werknemers met een minimumloon er in 2023 per maand nóg meer bij. Zo krijgen de werknemers met een minimumloon in de zorg 13,5 procent extra. Het gaat dan om zo'n 200 euro per maand.
De meest in het oog springende verhoging is die van het minimumloon per 1 januari 2023. Op die datum is het wettelijk minimumloon met maar liefst 10,15 procent gestegen. Gekoppelde uitkeringen als de AOW, bijstand en Wajong stegen mee.
Het minimumloon stijgt per 1 januari 2023 met 8,05%, met daarbovenop de reguliere indexatie. Werkgevers moeten daardoor in de eerste helft van 2023 aan werknemers van 21 jaar en ouder met een fulltime dienstverband minimaal € 1.934,40 betalen. In de tweede helft van 2022 bedraagt dit nog € 1.756,20 bruto per maand.
De belangrijkste oorzaak voor de stijging van de nettolonen is volgens ADP de hogere arbeidskorting. Dat is een korting op de inkomstenbelasting van werkenden. Die korting was in 2022 maximaal 4260 euro en wordt in 2023 maximaal 5052 euro.
Per 1 januari 2023 worden bestaande bruto uitkeringen in de WAO/WIA, WW en ZW verhoogd met 10,15%, in lijn met de stijging van het brutominimumloon per dag. Per 1 januari 2023 wordt het maximumdagloon verhoogd van bruto € 232,90 naar bruto € 256,54.
Minimumlonen gaan omhoog
Per 1 januari gaan de minimum(jeugd)lonen namelijk met 10,15 procent omhoog, wat neerkomt op een totaal van 1934,40 euro per maand. Afhankelijk van of jouw werkweek 36-, 38-, of 40-uur bedraagt, gaat het bruto uurloon omhoog met 12,40, 11,57 of 11,16 euro per uur.
11 procent is een recordstijging sinds de invoering van de automatische loonindexering. De lonen van een miljoen bedienden zullen vanaf 1 januari 2023 geïndexeerd worden. Dat is te danken aan de wet op de automatische loonindexering die ervoor zorgt dat de lonen stijgen samen met de levensduurte.
Netto houden werknemers met een minimumloon dan ook € 1.856,08 over in 2023, in plaats van € 1.773,58 in het halfjaar ervoor. Dit is een toename van 13,2%. Op het loonstrookje leidt dit tot een positief verschil van € 216,46.
Werknemers die het minimumloon betaald krijgen, gaan er daardoor 3,13% op vooruit ten opzichte van het minimumloon dat geldt sinds 1 januari 2023. Werkgevers moeten het minimumloon betalen aan werknemers van 21 jaar en ouder met een fulltime dienstverband.
De groeivoet van de zgn. 'gezondheidsindex' - die onder meer gebruikt wordt bij de berekening van de indexering van lonen, sociale uitkeringen en huurprijzen - zou in 2023 gemiddeld 4,4% en in 2024 3,6% bedragen, tegenover 9,25% in 2022 en 2,01% in 2021.
Van de drie onderscheiden sectoren stegen de cao-lonen in het eerste kwartaal van 2023 het meest bij de overheid en de particuliere bedrijven (bij beide 5,3 procent). De sector gesubsidieerde instellingen (waaronder het merendeel van de zorg) bleef daarbij achter (3,6 procent).
Nettoloon gaat omhoog
Het percentage gaat van 37,07% naar 36,93%. Concreet betekent dit dat er minder belasting wordt ingehouden op je bruto salaris waardoor je onderaan de loonstrook netto meer overhoudt. Je valt in de eerste schijf met een inkomen tot €73.071 per jaar.
Een werknemer met een modaal brutosalaris (€ 3.086) gaat er in 2023 netto met € 91 (3,70%) per maand op vooruit. Het minimum maandloon stijgt met 10,15% van € 1.756,20 naar € 1.934,40. “Goed nieuws.
Netto 2000 euro per maand verdienen betekent dat je bruto 2460,75 euro per maand verdient, en je per maand 460,75 euro aan loonheffing betaalt.
Voor de bedienden van het aanvullend paritair comité (PC 200), het horecapersoneel (PC 302), de voedingsnijverheid (PC 118 en 220), het wegvervoer voor rekening van derden (PC 140.03), en de internationale handel, vervoer en logistiek (PC 226) gebeurt dat in januari.
Het minimumloon gaat met 10,15% omhoog per 1 januari 2023. Het kabinet wil met de verhoging werken lonender maken. Het kabinet voert daarom voor het eerst sinds de invoering in 1969 een extra verhoging door van 8,05% bovenop de halfjaarlijkse aanpassing.
Hoe hoger het loon, hoe meer je ook netto in procenten overhoudt. Wie 7.000 euro bruto verdient, houdt van een indexering met 2 procent 1,54 procent extra nettoloon over. Bij 5.500 euro is dat 1,25 procent.
Elk jaar voert de overheid twee keer een verhoging door van het wettelijk minimumloon (WML): op 1 januari en 1 juli. Per 1 juli 2023 gaat het minimumloon omhoog met 3,13%. Dat komt neer op een bruto-inkomen van € 1995,00. Het jaar 2023 begon met een ongekende stijging van het wettelijk minimumloon.
In 2023 komt het belastingvoordeel uit op 36,93%. Dat was in 2022 40%. De verlaging merk je alleen als je inkomen hoger is dan €73.031. Vanaf 2023 heeft iedereen hetzelfde belastingvoordeel: 36,93%.
Op 1 januari 2023 stijgt de bijstandsuitkering met ruim 10 procent. De hoogte van uw bijstandsuitkering hangt af van uw leeftijd en uw situatie. Het bedrag wijzigt twee keer per jaar, namelijk op 1 januari en op 1 juli.
Per 1 januari 2023 wordt de hoogte van een aantal uitkeringen aangepast. Het gaat om de: Participatiewet. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Dit jaar zijn de regels voor energietoeslag iets aangepast. Het sociaal minimum inkomen is gestegen en daarom is 120% van het sociaal minimum inkomen ook hoger. Als alleenstaande mag je in 2023 niet meer verdienen dan €1.434,79 en samenwonend niet meer dan €2.049,70 netto per maand.
Door de bijzondere verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) met 8,05% komt het minimumloon (samen met de reguliere halfjaarlijkse indexatie, op basis van de contractloonstijging) per 1 januari 2023 uit op €12,40 bruto per uur bij een 36-urige werkweek. Dat is een totale stijging van 10,15%.