Huur volgens puntenaantal
U vraagt niet meer huur dan uw woning aan punten heeft. Is de maximale huur van uw woning volgens de punten hoger dan € 763,47 (bedrag 2022)? Dan is uw woning een vrijesectorwoning. U mag dan zelf de huur bepalen.
Kosten en voordelen: de huurinkomsten zijn onbelast
Dat komt doordat u de woning niet meer in box 1 (inkomen uit werk en eigen woning) onderbrengt, maar in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen). Dat biedt u ook weer voordelen: u betaalt bijvoorbeeld geen eigenwoningforfait meer en de huurinkomsten zijn onbelast.
Als eigenaar of vruchtgebruiker van een woning mag je die in principe altijd verhuren, je hoeft daar niet eerst toelating voor te krijgen van een of andere overheid. Alleen soms moet je wel een bepaald attest kunnen voorleggen, dat (meestal tegen betaling) door de gemeente wordt verstrekt.
Een kortlopende huurovereenkomst mag maximaal voor 3 jaar - schriftelijk (!) - worden afgesloten, maar de duurtijd mag ook korter zijn, bijvoorbeeld één of 2 jaar. Het is mogelijk om deze huurovereenkomst één keer te verlengen, Hierbij mag de totale duur de 3 jaar niet overschrijden.
Heb je een koopwoning en beschik je over veel eigen vermogen, dan kan investeren in een tweede huis voor verhuur een interessante investering zijn. Hiermee behaal je namelijk een hoger rendement dan wanneer je je geld op een spaarrekening zet. De verhuur levert vaak meer op dan het bedrag dat je aan lasten kwijt bent.
U mag niet uw gehele woning onderverhuren. Dat is wettelijk verboden. U mag als huurder wel een kamer van uw woning onderverhuren. Maar alleen als niet in het huurcontract staat dat u dat niet mag doen.
De geldverstrekker voor je nieuwe woning doet in de meeste gevallen een kadastercheck en zal zien dat je nog een ander huis hebt. Als je aangeeft dat je deze gaat verhuren dan zijn er banken die zullen eisen dat je daarvoor toestemming hebt van de bank waar je een hypotheek hebt lopen.
Tenminste, als je een bescheiden bedrag aan huur vraagt, de huur mag per jaar niet meer bedragen dan € 5.506 (bedrag 2020). Ook wanneer je een tweede woning bezit en verhuurt is de huuropbrengst onbelast.
De woning bedrijfsmatig en structureel verhuren is niet toegestaan. Je mag je eigen woning of appartement maximaal 30 dagen per jaar verhuren. Verhuur je langer dan deze periode, dan loop je het risico dat de gemeente onderzoek gaat doen naar bedrijfsmatige verhuur.
Je kan op jaarbasis belastingvrij iets meer dan 5.800 euro kamerhuur ontvangen. De overheid wil stimuleren dat mensen een kamer verhuren. Daarom is er een belastingvrijstelling voor de verhuurders van een kamer. De bedragen worden jaarlijks aangepast.
Rendement en de hogere belastingdruk in 2023
De maatregelen zoals omschreven in het Belastingplan 2023, heeft vooral impact op het rendement uit de verhuur van woningen. De hogere fiscale druk in box 3 zorgt ervoor dat het vanaf 2023 lastiger wordt om als particulier de woningverhuur voort te zetten.
In uw aangifte inkomstenbelasting geeft u het hele huurbedrag aan. Bij 'inkomsten uit tijdelijke verhuur van het hoofdverblijf'. U betaalt dan belasting over 70% daarvan.
Wie zijn eigen woning wil verhuren, kan met met de belastingdienst te maken krijgen. Je genereert immers inkomsten uit verhuur. Over deze huurinkomsten moet in sommige gevallen belasting betaald worden. De hoeveelheid belasting die je moet betalen hangt af van de situatie.
De wet en het WWS zorgen ervoor dat de huurprijzen in verhouding staan tot de kwaliteit van de woning. Verhuurders worden verplicht zich aan de maximale huurprijzen te houden. Door deze maatregelen gaat de huurprijs van ruim 300.000 woningen met gemiddeld € 190 per maand omlaag.
In 2022 is € 763,47 de maximale huur bij nieuwe verhuring van een sociale huurwoning. En in 2023 is dat € 808,06. Dat heet liberalisatiegrens. Uw huurcontract voor uw zelfstandige woning is in 2022 ingegaan.
Vanaf 1 juli 2023 mag uw verhuurder de huur voor uw kamer, woonwagen of standplaats verhogen met maximaal 3,1%. De hoogte van uw inkomen is hier niet belangrijk. De verhuurder mag ook niet vragen naar uw inkomen bij de Belastingdienst.
Huurinkomsten worden doorgaans niet belast, tenzij het om een gemeubileerde woning gaat. Op je belastingaangifte vermeld je enkel het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van je woning: datzelfde bedrag zal je elk jaar moeten aangeven (behalve bij een herziening van het kadastraal inkomen).
Theoretisch gezien mag je een onbeperkt aantal woningen bezitten en verhuren in box 3. Alleen is het wel zo dat je geen of minimaal werk mag verrichten bij het verhuren van je woningen.
We spreken van illegale onderverhuur als een huurder zijn woning onderverhuurt, zonder toestemming van de oorspronkelijke verhuurder (meestal de eigenaar van het pand). Het is wel toegestaan een deel van de woning te onderverhuren, als je er zelf woont en het om een zelfstandige woonruimte gaat.
Voor de bank is er een risico. Dat is ook de reden waarom een koopwoning verhuren in de meeste gevallen niet is toegestaan. Een woning in verhuurde staat is een stuk minder waard dan een woning die gewoon op de vrije markt verkocht kan worden. Dit is dan ook de reden waarom hypotheekverstrekkers het niet toestaan.
De afgelopen tijd bieden steeds meer banken een verhuurhypotheek aan. Denk aan SNS bank, Woonfonds, Lloyds en NIBC. De voorwaarden bij de verhuur hypotheek zijn strenger dan bij de gewone box 1 hypotheek. Zo kun je vaak maar tot maximaal 70% tot 80% van de waarde van de woning financieren.
Het hangt er maar helemaal van af, hoeveel een pand waard is en hoeveel huur het oplevert. Ook de rente die betaald wordt aan de bank voor een financiering heeft invloed op het rendement. Investeren in vastgoed geeft een goed rendement. Een huis kopen en verhuren is meestal wel rendabel.
De mondelinge huurovereenkomst is een huurcontract dat niet schriftelijk werd vastgelegd. Het is perfect geldig van zodra er een akkoord bestaat tussen de verhuurder en de huurder over het gebouw (of het meubilair) en de prijs (de huur). De mondelinge huurovereenkomst is echter verboden voor bepaalde huurcontracten.
Het is juridisch mogelijk om de bewijslast in de huurovereenkomst bij de huurder te leggen. De huurder moet bewijzen dat hij zijn hoofdverblijf in de woning heeft. Als de verhuurder een redelijk vermoeden heeft dat de huurder de woning heeft onderverhuurd dan moet de huurder bewijzen dat hij er wel woont.