Er zijn de dimlichten, waarmee men meestal rijdt als het donker is. En de grootlichten, die ook wel eens de verstralers worden genoemd. De meeste wagens hebben vooraan ook mistlichten. En tot slot zijn er de standlichten, die het minst licht geven.
Kijk bij jouw autodocumentatie. Het ligt al vast voor je auto welke lamp je nodig hebt. Het staat dus gewoon in de documentatie of het instructieboekje van de auto. Je kunt natuurlijk de koplamp opzoeken en dan de lamp zelf checken maar meestal is dat een lastig klusje.
Gebruik dan je dimlicht. Dit zijn de 'standaard' lichten die je inschakelt in de avond. Zo creëer je meer zicht en ben je voor anderen beter zichtbaar. Er is wel een uitzondering: als je de mistlichten aanhebt, hoef je de dimlichten niet in te schakelen.
Nu, anno 2019, wordt het dimlicht gebruikt in 99% van alle gevallen, binnen én buiten de bebouwde kom om goed zichtbaar te zijn. De meeste auto's hebben nog wel stadslichten, die gaan automatisch met het dimlicht aan.
De BA15S lamp komt voornamelijk voor als normale verlichting en achteruitrijverlichting en de P21 of BA15S als remlicht. Om zeker te zijn dat je de juiste lamp koopt, kun je het type op de achterkant van het te vervangen lampje aflezen. Dit is ook te vinden in de handleiding van de auto.
De verplichte verlichting aan de voorzijde bestaat uit: stadslichten, dimlichten, grootlichten, knipperlichten en eventueel mistlichten en dagrijlichten. Voor de lampen wordt gekozen tussen een gloeilamp, halogeenlamp, xenon en / of LED.
Het derde remlicht is geïntegreerd boven de achterruit van uw auto. Wanneer u remt, zullen meerdere remlichten op uw auto dit aanduiden. Zo zit er bij de twee achterlichten, links en rechts een remlicht ingebouwd. Boven de achterruit is een derde remlicht gemonteerd.
In Nederland moeten auto's die na 30 september 2001 in gebruik genomen zijn een derde remlicht hebben. Dit derde remlicht moet in het midden geplaatst zijn en hoger zitten dan de twee andere remlichten.
Dimlicht is de verlichting die je standaard moet voeren wanneer het donker is. Als het zicht wordt belemmerd door mist, hagel, regen of sneeuw, wordt dit ook overdag verwacht van je. De functie van dimlicht is tweeledig: het maakt je zichtbaar voor overige weggebruikers en het geeft je beter zicht op de weg.
Wat is stadslicht en dimlicht? Dimlicht is een groot licht, maar het is gedimd en hindert daarom niemand. Met dimlicht wordt er standaard in het donker gereden in het verkeer. Terwijl stadslicht in bepaalde gevallen gebruikt mag worden zoals parkeren op de openbare weg in het donker.
Mistlampen voor zijn niet verplicht, maar zeker wel nuttig. Het gebruik van mistlichten is toegestaan als door mist, sneeuw of regenval het zicht ernstig belemmerd is (in Nederland: minder dan 200 meter zicht). Mistlampen mogen de dimlichten of de grootlichten vervangen, of gelijktijdig met deze lichten branden.
Een normale halogeen autolamp heeft een lichtopbrengst van 1200 lumen, terwijl dit bij standaard xenon verlichting 3200 lumen is. Dat is dus bijna drie keer zo veel.
Het stadslicht mag je voeren op het moment dat er geen enkele verlichting verplicht is. Je mag dus overdag met alleen je stadslicht aan rondrijden. Is het donker of is er sprake van slecht licht? Dan geeft de wet aan dat je naast het stadslicht ook je dimlicht of mistlicht dient te voeren.
Plaats ze op je eettafel, in de vensterbank, op een dressoir of bijzettafeltje. Een wandlamp heeft ongeveer dezelfde functie als een tafellamp: sfeer creëren. Ook zijn wandlampen erg handig om een specifiek stukje goed te verlichten, bijvoorbeeld bij de bank om bij te lezen of in de keuken gericht naar het aanrecht.
H7 halogeen autolampen hebben een levensduur van ongeveer maximaal 450 uur. Als je dus ongeveer 1,5 uur per dag je lampen aan hebt, gaan ze 1 jaar mee. LED-lampen hebben een langere levensduur ten opzichte van halogeen lampen. Gemiddeld kan een led-lamp 50.000 uur branden.
Hoe hoger de CRI, hoe beter de lamp kleuren weergeeft. Lampen met een CRI tussen 80 en 89 hebben een hoge kleurweergave. Daarmee zijn ze geschikt voor bijna alle toepassingen. Lichtbronnen met een CRI hoger dan 90 hebben een uitstekende kleurweergave.
Dimlichten, soms ook kruislichten genoemd, verlichten de weg voor het voertuig zonder de andere weggebruikers te verblinden of te hinderen, wat wel het geval is bij grootlichten. De reikwijdte van dimlichten bedraagt ongeveer 30 meter.
Lichtsensor. Veel bestuurders hebben de knop van het dimlicht op de stand 'automaat' staan. Zij rekenen er dan op dat het inschakelen van de lichten onder alle omstandigheden vanzelf gaat. Dit werkt door middel van een lichtsensor die de lichtinval registreert.
Standlichten duiden de breedte van je wagen aan
Meestal heb je aan de voorkant en de achterkant van je wagen twee standlichten, met dat verschil dat ze vooraan wit of geel horen te zijn en achteraan rood. Ze zijn verplicht te gebruiken als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter en tussen zonsondergang en -opgang.
Vroeger hadden de auto's slechts twee remlichten. Sinds 2001 is het verplicht dat een auto een derde remlicht heeft, deze moet tegelijkertijd met de twee andere remlichten gaan branden. Dit derde remlicht zit in het midden van de auto en aan de bovenkant van het achterraam.
Ja, kentekenverlichting is verplicht en moet altijd samen met grootlicht, dimlicht, stadslicht of mislicht branden. Kortom, de kentekenverlichting moet (bijna) altijd aan staan. Maar de kentekenverlichting mag het achteropkomend verkeer niet verblinden of hinderen.
Verplichte verlichting, zoals het derde remlicht, moet goed werken. Als een licht wordt gevormd door meerdere lichtbronnen, mag door defecte lichtbronnen het oorspronkelijk lichtoppervlak met niet meer dan 25% afnemen. Bij uw auto is het derde remlicht een lichtunit die is opgebouwd uit meerdere led lampen.
De remlichtschakelaar zorgt dat de remlichten tijdens het remmen gaan branden. Deze schakelaar zit onder het rempedaal en wordt ingeschakeld zodra het rempedaal wordt ingedrukt. De schakelaar is door middel van een stangetje verbonden met het rempedaal.
Het derde remlicht is een verplicht onderdeel voor alle auto's die na 2001 in gebruik zijn genomen.