In een kommagetal staan achter de komma eerst de tienden, dan de honderdsten dan de duizendsten enzovoort. 8,6 betekent dus 8 helen en 6 tienden.
Neem het getal 0,24. De plek gelijk achter de komma is de plek van de tienden. In dit getal zitten dus 2 tienden.
Een tiende schrijf je als 0,1 en past 10 keer in 1,0. Een honderdste schrijf je als 0,01 en past 100 keer in 1,0.
Een tiende deel, 1/10, is 10%, en 3/10 is dus 30%.
Een paar voorbeelden: 0,06 = 6 honderdsten = 0,032 = 32 duizendsten = 0,000004 = 4 miljoensten =
1 procent betekent 1 per 100, 1 van de 100, 1 honderdste deel, Als iets een aantal procent is, ofwel een percentage, wordt altijd een deel bedoeld. Percentages zijn bijzondere breuken en schrijf je met het procentteken, %. Het is precies hetzelfde als een breuk met 100 in de noemer.
Een getal is deelbaar door 6 als dat getal deelbaar is door 2 en door 3. Zo is 276 deelbaar door 6 omdat dit getal zowel door 2 als door 3 te delen is. Om na te gaan of een getal deelbaar door 7 is, heb je de tafel van 7 nodig. Je voert een (staart)deling uit en kijkt of de rest nul is.
1/10 deel = 1 : 10 x 100% = 10%
In een kommagetal staan achter de komma eerst de tienden, dan de honderdsten dan de duizendsten enzovoort. 8,6 betekent dus 8 helen en 6 tienden. We zeggen: acht komma zes of acht zes tienden.
Een tiende of tiendrecht (Latijn: decima) is een vorm van belasting geheven door een religieuze of wereldlijke autoriteit ten belope van een tiende deel van de jaarlijkse opbrengst. Uit de middeleeuwen zijn echter ook andere fracties bekend. Tienden konden worden geheven in geld of in natura.
Elk stukje van 0,1 is een tiende en staan op de eerste plek achter de komma. Een tiende kun je ook weer in tien stukjes verdelen. Elk stukje van 0,01 is een honderdste en staan op de tweede plek achter de komma.
Tien procent is een tiende van 100%. Om 10% uit te rekenen, deel je door tien.
10-1 = 1/10 = 0,1 = één tiende.
Je kind kan vier tienden als breuk schrijven, maar ook als kommagetal. Als breuk schrijf je vier tienden als 4/10 en als kommagetal als 0,4. Bij de breuk gaat het om vier delen van de tien en bij het kommagetal staat de 4 op de eerste plek na de komma.
Een decimeter is gelijk aan een tiende deel van een meter.
gedeeld door tien, tien procent.
Richtlijnen voor het schrijven van getallen voluit in letters. In een 'lopende tekst' schrijf je getallen tot twintig voluit. Getallen boven de twintig schrijf je in cijfers, dus: drie, acht, achtste, 21.
Is het getal een 4 of lager, dan rond je af naar beneden. Is het getal een 5 of hoger, dan rond je af naar boven.
Een schaal van 1 : 100 betekent dat 1 lengte-eenheid van het model in het echt 100x zo groot is. Dus stel het schaalmodel van het schip is 10 centimeter, dan weet je dat het schip in het echt 100 · 10 centimeter = 1.000 centimeter (oftewel 10 meter) lang is.
Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij.
Breuken zijn delen van een geheel. Een hele (oftewel: 1) is verdeeld is gelijke stukken. Deze breukenkaart geeft een duidelijk voorbeeld van de breuk een zesde.
Die breuk kun je wel door 2 delen: 2/6 : 2 = 1/6.
We hadden al gezien: [1/6] = [2/12]. [5/6] is vijf keer zoveel, dus [5/6] = [10/12].