Los knuistje met de vingers los om de duim betekent rust (meestal bij slaap). Ontspannen knuistje met de duim naar buiten kan van alles betekenen, zowel afwachten wat er gaat komen als ook klaar zijn voor een spelletje. Geopend handje met ontspannen vingertjes geeft uw baby aan zich lekker te voelen.
De slaaphouding van je baby waarbij hij met zijn armen en vuistjes omhoog ligt, wordt ook wel de hoerahouding genoemd. Het komt vaak voor dat baby's zo slapen, maar niet elke baby zal dit doen. De kindjes die zo slapen geven zich eigenlijk aan de ouders over. Ze zijn totaal ontspannen en voelen zich veilig.
Goed vasthouden helpt je kindje als het onrustig of gespannen is. Stevig vastpakken geeft steun en vermindert het (over)strekken van je baby en daarmee spanning in zijn/haar lijfje. Te voorzichtig oppakken kan je baby laten schrikken, net als onverwachte en lichte aanrakingen.
Aan zijn gezicht kun je zien hoe je baby zich voelt, en aan zijn lichaamstaal kun je het merken. Als je baby zich niet lekker voelt, kromt hij zijn lijfje en trekt hij zijn beentjes op. Als je baby blij is, kruipt hij ook in elkaar, maar dan van plezier.
Vaak herken je of je baby overprikkeld is: hij valt moeilijk in slaap of wordt juist van elk geluid wakker. Is schrikachtig, extreem alert of huilerig.
Oververmoeidheid herkennen
Net als gapen, huilen en wegkijken is dit een typisch signaal een oververmoeide baby. Ook rood rondom de oogjes is een bekend teken dat een baby moe of oververmoeid is.
Als je baby zo'n klein half jaar is, begint hij met knuffelen. Hij wil heel liefdevol je huid voelen en aaien. Hij snapt dat het lekker is voor anderen, en leert er veel van.
Op geurNet als met geluid, krijgt ook de reukzin van je baby een voorsprong in de baarmoeder , waar ze het vruchtwater van haar moeder ruikt (en proeft). Na de geboorte herkent ze de geur van haar belangrijkste verzorger al binnen een paar dagen – haar favoriete geur.
In de baarmoeder heeft je kleintje al behoefte aan verbinding, veiligheid, warmte en liefde. Ook al voel je de baby nog niet bewegen, toch ontstaat er vanaf het begin al een band tussen mama en baby. Jullie staan in verbinding met elkaar. Alles wat jij voelt en ervaart, krijgt je baby ook allemaal mee.
Vaak is het een reactie van je baby op negatieve prikkels, zoals pijn, huilen of stress. Maar ook lawaai, fel licht, veel speelgoed of een onrustige omgeving kunnen ervoor zorgen dat je baby zijn rugspieren aanspant. Andere redenen voor overstrekken: Je baby wordt te vaak opgepakt en weer neergelegd.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken. U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien. Doe dit niet te snel, zodat uw baby niet wordt overvallen.
Het aanspannen van de rugspieren gebeurt onwillekeurig. Je baby kan er dus zelf niets aan doen. Meestal kunnen we niet goed aangeven wat precies de oorzaak is van het overstrekken. Over het algemeen is het zo dat een baby zich overstrekt als reactie op negatieve prikkels, zoals pijn en stress.
Help je baby slapen met een slaapritueel
Een vast slaapritueel kan helpen bij onrustig slapende baby's. Het zorgt voor rust voor jou en je kindje. Door de herhaling van de slaaprituelen weet je baby al snel wat er te gebeuren staat en dit geeft je kindje een veilig gevoel.
Het KISS-syndroom wordt dan het KIDD-syndroom (Kopgewrichten Invloed bij Dyspraxie en Dysgnosie) genoemd. Dit houdt in dat het kind houterig en stijf beweegt, onhandig is, lomp overkomt, vaak hoofdpijn heeft en moeite heeft met leren en concentratie.
een co-sleeper. Ritmische bewegingen kalmeren het zenuwstelsel van een gevoelige baby. Daarom werkt wiegen vaak erg goed om je baby te troosten en laten ontspannen. Houd je baby bij het wiegen in een gebogen en geborgen houding, liefst op zijn zij en leg je baby in bed voor hij in slaapt valt.
Wanneer je baby tussen de 4 en 6 maanden oud is, maakt zijn rechterhersenhelft het mogelijk om de gezichten te herkennen van zijn directe verzorgers: papa en mama. Je kindje slaat in zijn geheugen op hoe jij eruitziet. Als je baby jou eenmaal herkent, zal hij je een big smile als teken van herkenning geven!
Hij herkent zijn moeder dan ook aan haar stem, geur en warmte. Wanneer een baby in je armen ligt, is dat de ideale afstand om je gezicht te kunnen zien. Binnen een paar weken of hooguit twee maanden zal hij in staat zijn je op deze manier te herkennen. Dit geldt ook voor de vader.
Makkelijke baby's
zijn regelmatig, gaan positief in op nieuwe prikkels, passen zich snel aan in nieuwe situaties en hebben een redelijk opgewekt stemmingsleven. Ze hebben bijvoorbeeld vrij snel een regelmatig slaap-waakpatroon, eet nieuw eten met smaak en gaat zonder veel protest uit logeren.
Je baby geeft je een kusje
Voorzichtig buigt je baby'tje dan het hoofdje richting jouw gezicht en raakt die met zijn/haar voorhoofd of wangetje aan.
Al vanaf 6 maanden kan je baby de eerste tekenen van verlatingsangst en eenkennigheid laten zien. Sommige baby's laten het al wat eerder zien. Je kindje heeft er vaak het meest last van als hij tussen de 8 en 18 maanden is. Meestal zijn de ergste klachten verdwenen als je kind 3 jaar is.
Baby's tot 6 maanden
Kun je die wel te veel verwennen? Nee, gelukkig niet. Een baby is voor honderd procent afhankelijk van de zorg van anderen en kan nog niets zelf. Hij kan dus niet verwend raken en bezit nog niet het vermogen om te manipuleren.
Als je baby oververmoeid is, dan is de kans groot dat hij of zij veel hulp nodig heeft om in slaap te vallen. Wieg, knuffel of blijf erbij zodat je baby rust kan vinden. Voor temperamentvolle baby's is het soms beter als je even de kamer uit gaat, doe dat als je het idee hebt dat dit beter werkt op dat moment.
Als je baby moe wordt, gaat hij niet van het één op andere moment huilen. Meestal gaat het zo: gapen, wegkijken of 'drukke' ongecontroleerde bewegingen, jengelen en daarna huilen. Daarom wordt huilen ook wel een laat signaal genoemd. Huilen is zeker niet het enige communicatiemiddel zoals soms wordt gezegd.
In de eerste weken, eerste maanden en zelfs in de eerste jaren als moeder is het hebben van slaaptekort een feit. Het eerste jaar met een baby is qua slaap sowieso pittig, maar het opbouwen van slaaptekort en daarmee samenhangende vermoeidheid gaat door totdat je kind 6 jaar is.