Kinderen en jongeren met autisme kunnen net zo goed verliefd worden en graag verkering willen met iemand. Ook hebben ze interesse in seksualiteit. Wat het voor hen lastiger maakt, is dat verliefdheid, relaties en seksualiteit zich afspelen in het contact met de ander.
Extra gevoelig voor emoties van anderen
Recent onderzoek wijst er ook op dat sommige mensen met autisme juist extreem gevoelig zijn voor andermans emoties. Daardoor hebben ze zich (van jongs af aan) afgesloten voor andermans lichaamstaal en emoties: de ervaringen zijn te heftig.
Iemand met autisme voelt onvoldoende aan wat een ander wil, tenzij hem of haar dat duidelijk wordt gemaakt. Daarnaast ervaren autisten aanrakingen vaak meer of minder intens. Zo kan het zijn dat iemand met autisme een veel sterkere of juist minder sterke aanraking of stimulans nodig heeft om opgewonden te raken.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
In een studie naar sociale relaties concluderen Amerikaanse psychologen dat studenten met veel autistische kenmerken (rigiditeit, moeite met verandering, aandacht voor detail) even vaak een relatie hebben als studenten met minder van deze kenmerken. Wel hebben ze gemiddeld langere partnerrelaties.
Mensen met autisme reageren anders op emotionele prikkels. Zij missen het intuïtieve vermogen zich te verplaatsen in de gedachtewereld en de bedoelingen van anderen. Zij vinden het lastig om aan te voelen wat passend gedrag is in een bepaalde context.
Broers en zussen kunnen bang zijn voor het onvoorspelbare gedrag van hun broer of zus met ASS of zich daarvoor schamen. Ook jaloezie komt voor. Sommigen maken zich al op jonge leeftijd zorgen over de toekomst, bijvoorbeeld over wie voor hun broer of zus gaat zorgen als de ouders dat niet meer kunnen.
'Tot nu toe kijken wetenschappers die het geluk van mensen met autisme onderzoeken vaak naar criteria als werk en mate van zelfstandigheid. Maar zulke objectieve criteria zeggen weinig over de kwaliteit van het bestaan', zegt Vermeulen. 'Iemand kan zelfstandig zijn en een baan hebben, maar toch heel ongelukkig zijn.
Daarnaast levert een wetenschappelijke studie uit 2009 belangrijke aanwijzingen dat, hoewel mensen met autisme een tekort kunnen hebben aan cognitieve empathie, zij over een overdaad aan emotionele empathie (het voelen van emoties van de ander) beschikken.
Er zijn twee typen mensen die makkelijk verliefd worden op iemand met Asperger. Het eerste type zijn mensen met een gelijksoortig profiel van kwaliteiten, ervaringen en interesses. Ze zijn bijvoorbeeld allebei erg betrok- ken bij het welzijn van dieren en ontmoeten elkaar als vrijwilliger bij een dierenasiel.
In totaal volgde Scheeren 917 volwassenen (425 mannen en 492 vrouwen) met autisme tussen de 18 en de 65 jaar. Allen zijn deelnemers van het NAR. Met de meesten – 86 procent – gaat het redelijk tot zelfs heel goed. En in de loop van de tijd voelen zij zich bovendien steeds vaker gelukkig.
Mensen met ASS herkennen basisemoties vaak wel, maar vinden het lastig om de subtielere emoties te herkennen. Dit niet alleen bij anderen, maar ook bij henzelf. Sommige van deze emoties zijn heel duidelijk, zoals woede en blijheid, andere emoties zijn subtieler.
Mensen met autisme kunnen tegelijk hypersensitief zijn voor de gevoelens van een ander, maar praktisch gezien op het vlak van inlevingsvermogen toch tekort schieten. Empathie betreft echter meer dan inleven in gevoelens, het gaat ook om gedachten en behoeftes!
Daarnaast kunnen mensen met autisme ook erg veel last hebben van zelfkritiek. Ze vinden vaak dat ze het niet goed genoeg doen in het leven, bijvoorbeeld omdat ze moeten leven van een uitkering.
11 januari 2019 – Een nieuw onderzoek van psychologen aan de universiteit van Kent toont voor het eerst aan dat volwassenen met autisme complexe emoties zoals spijt en opluchting bij anderen net zo makkelijk kunnen herkennen als mensen zonder de aandoening.
Belevingswereld autisme
Mensen met autisme houden erg van voorspelbaarheid. Het liefst houden ze alles altijd hetzelfde. Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen.
Veel mensen met autisme geven de voorkeur aan een computer en kantoor gerelateerde baan zoals administratie en dan komt nauwkeurigheid goed van pas. Ook vind je werknemers met autisme in wetenschappelijke beroepen, of als tekenaar, schrijver, onderzoeker of een baan gerelateerd aan muziek.
Interactie tussen genen en omgeving
Bij de meeste mensen ligt de oorzaak waarschijnlijk in een (unieke) combinatie van genen en omgevingsfactoren, die elkaar wederzijds beïnvloeden. Omgevingsfactoren kunnen daarbij zorgen voor de trigger(s), waardoor autisme al dan niet tot uiting komt.
Zo wordt taal altijd letterlijk genomen, een sarcastische opmerking wordt niet herkend. Dubbele betekenissen of (woord)grapjes worden niet begrepen. Eigenaardigheden in taalgebruik. Bijvoorbeeld te luid praten, eentonig praten, letterlijk herhalen van woorden (echolalie), zelf woorden maken (neologismen).
Als je autistisch bent, ziet de wereld om je heen er anders uit. Je hoort veel geluiden om je heen en ziet veel kleuren. Je hersenen kunnen al die informatie tegelijk moeilijk verwerken. Heftige beelden, veel geluiden, kleuren.
Regelmaat, routine, voorspelbaarheid zijn een houvast voor iemand met autisme. Een partner en vrienden moeten zich daaraan aanpassen. Dat moet je kunnen. Het zich in een ander verplaatsen is voor iemand met autisme een haast onmogelijke opgave.