Bij de rekenkundige bewerking delen wordt een getal (het deeltal) door een ander getal gedeeld. Het deeltal wordt gedeeld door de deler. Het resultaat van een deling heet het quotiënt. De woordformule van een deling is deeltal : deler = quotiënt.
Een deelsom bestaat uit een deeltal, een deler en de uitkomst. Het deeltal is het totaal. Onder hoeveel wordt dit verdeeld? Dit is de deler.
Een getal is deelbaar door 25 als en slechts als het getal voorgesteld door de laatste twee cijfers deelbaar is door 25. Vb. 350 is deelbaar door 25 want 50 is deelbaar door 25.
Wanneer er meerdere operaties achtereenvolgens worden uitgevoerd, is de internationale regel: eerst machtsverheffen en worteltrekken. dan vermenigvuldigen en delen. ten slotte optellen en aftrekken.
15 : 5 = 3, want 3 x 5 = 15. Ieder krijgt dus in elk geval 3 appels. Ieder krijgt in elk geval 3 appels. Dat betekent dat 15 appels al gedeeld zijn door 5 (zie stap 1).
Delen door nul is bij het gewone rekenen niet toegestaan als rekenkundige bewerking. Het gaat om een deling waarbij de deler het getal nul is. Bij het gewone rekenen kan geen zinnige betekenis gegeven worden aan het resultaat van een deling door nul.
Een getal is deelbaar door 3 als de som van alle cijfers van dat getal deelbaar is door 3. Zo is 294 deelbaar door 3 omdat 2 + 9 + 4 = 15 en 15 is deelbaar door 3. Een getal is deelbaar door 3 als de som van de cijfers door 3 te delen is.
8 : 4 = 2, want 2 x 4 = 8. Ieder krijgt dus in elk geval 2 peren. Ieder krijgt in elk geval 2 peren. Dat betekent dat 8 peren al gedeeld zijn door 4 (zie stap 1).
Getal delen door breuk
Een belangrijke regel is dat een getal delen door een breuk hetzelfde is als het getal vermenigvuldigen met het omgekeerde van de breuk.
84 : 12 = 7, want 7 x 12 = 84. Iedere groep krijgt dus in elk geval 7 boeken. 84 boeken zijn al gedeeld door 12 (zie stap 1). Er zijn in totaal 88 boeken.
Voor een aantal delers is snel te zien of een geheel getal deelbaar is door die deler. Een geheel getal is deelbaar door 2 als het een even getal is, dus eindigt op 0, 2, 4, 6 of 8. Bijvoorbeeld 596 eindigt op 6, dus is 596 deelbaar door 2; 596 : 2 = 298.
Alle uitkomsten zijn gelijk aan het getal dat je door 1 deelt.
Deelbaarheid door 11
Voorbeeld: Is 71126 deelbaar door 11? +7-1+1-2+6=11.
Een getal is deelbaar door 8 als de laatste 3 cijfers deelbaar zijn door 8. Een getal is deelbaar door 9 als de checksum deelbaar is door 9. Een getal is deelbaar door 10 als het laatste cijfer 0 is.
Delen door 8
Het getal 1000 is deelbaar door 8 (de uitkomst van 1000 / 8 = 125). Daarmee weten we dat alle veelvouden van 1000 deelbaar zijn door 8. Het getal 100 is niet deelbaar door 8 zonder rest.
Een getal is deelbaar door 9 als en slechts als de som van zijn cijfers deelbaar is door 9. Vb. 288 is deelbaar door 9 want 2 + 8 + 8 = 18 en 18 is deelbaar door 9.
60 is deelbaar door 1, 2, 3, 4, 5, 6, 10, 12, 15, 20, 30 wat het een hogelijk samengesteld getal maakt.
De som wordt dan: 85 : 13 = ? De snoepjes worden gedeel door 13. Om te bepalen hoeveel ieder krijgt, moet je naar de tafel van 13 kijken. Delen is het omgekeerde van vermenigvuldigen.
Er zijn in totaal 11 aardbeien, dus blijven er 2 aardbeien over. Deze twee aardbeien kunnen niet door 3 worden gedeeld, dus blijven ze over als rest. 11 aardbeien : 3 personen, 11 : 3 = 3 rest 2.
Voor elk cijfer dat de deler (0,2) achter de komma heeft, schuift de komma in de uitkomst een plaats naar naar rechts. In het getal 12 staat geen komma, maar 12 is hetzelfde als 12,0 en daarin staat wel een komma. Als je die een plaats naar rechts schuift, staat er 120.
Een positief getal delen door een positief getal geeft een positieve uitkomst. Een negatief getal delen door een negatief getal geeft een positieve uitkomst.
(twee derde), ook geschreven als 2/3 (2/3) en 2:3. We noemen zulke getallen breuken. We schrijven het als een streep, de breuk- of deelstreep, met een getal erboven en een getal eronder. Ook wordt de breuk wel op een lijn geschreven, met een schuine breukstreep.