Wanneer aardbeien bemesten? In het vroege voorjaar (maart-april) krijgen je bestaande aardbeiplanten graag wat extra voeding. De bemesting bij aardbeien is echter vrij delicaat. Te veel stikstof (N) geeft immers te veel bladgroei en te weinig vruchten.
Tijdens de teelt adviseren we om te kiezen voor meststoffen met een lager stikstof gehalte, maar met meer Kalium. Dat zorgt voor stevigere vruchten. Ook is het goed mogelijk om goed verteerde stalmest en compost door de bodem te mengen, zo'n 4 weken voor het planten.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten. Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
Aardbeien bestaan voor 90% uit water en hebben tijdens het groeiproces dan ook flink wat water nodig. Als de aarde te droog is, zullen de planten en vruchten niet groeien. Zorg er echter voor dat de planten in de winter niet te nat staan, om rotting te voorkomen. Ook hebben aardbeien zon nodig om goed te kunnen rijpen.
Een aardbeiplant met veel bladeren, vruchten en bloemen heeft veel water per dag nodig. Eén pot vraagt ongeveer 1 tot 1,5 liter water per dag! De beste methode is om de eerste watergift in de vroege ochtend te geven en de laatste watergift aan het einde van de dag.
Aardbeiplanten houden van een zonnig plekje! Half schaduw is ook geen probleem. Voor potten of bakken is half schaduw zelfs aan te raden omdat ze dan minder snel uitdrogen. Aardbeien rijpen ook in de schaduw, alleen duurt het dan wat langer.
Waarom zie je vaak stro of worteldoek onder aardbeien liggen? Dat is om rot tegen te gaan. Aardbeienplanten groeien laag bij de grond en de aardbeien hangen dus nogal snel op de grond. Doordat je stro of worteldoek rondom je planten hebt, raken de aardbeien niet direct de grond.
Als basisbemesting is een gift van gedroogde koemest of oude stalmest in het voorjaar ideaal (let op: geen mest toevoegen bij het planten van de aardbeienplanten). In de zomer kun je een keer met een korrelmeststof bijmesten. Kali zorgt voor sterke vruchten en een mooie kleur.
Aardbeien houden van rijke grond die niet te zuur is, tussen de 5.5 en 6.5. Heb je te zure grond, dan kun je gesteentemeel toevoegen zoals kalk. De zuurtegraad in je moestuin grond kun je meten met een pH-meter.
Bij droogte zullen er weinig aardbeien groeien, en de aardbeien zullen dan ook nog eens klein blijven. Giet altijd naast de planten en niet erop, zodat de vruchten zo droog mogelijk blijven.
Om zelf je plant te vermeerderen, laat je de uitlopers best lopen op vrije grond of in een bloempot. Zo zullen ze voldoende sterk zijn tegen eind augustus zodat je ze kunt afknippen van de moederplant. Ze hebben dan wortels gevormd die sterk genoeg zijn om zelf te overwinteren.
Bij het snoeien van gekweekte aardbeien moet na de oogst de bladkroon rond het midden van de plant worden afgesneden. Het hart en de jonge scheuten mogen niet beschadigd worden. Op kleine schaal zijn een tuinschaar of een scherp mes geschikte snoeigereedschappen.
Om je aardbeien te beschermen tegen flinke regenbuien kun je rond de planten een bed van stro aanbrengen. Zo voorkom je dat de aardbeien op de natte bodem liggen en dat er zand opspat. Daardoor gaan ze niet rotten en worden ze niet aangetast door schimmel.
Uit steekproeven van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zou blijken dat elke aardbei gemiddeld is bespoten met zeven tot acht schadelijke stoffen. Uitschieters waren er ook.
Aardbeienplanten trekken bijvoorbeeld witte koolvliegjes aan, een vlieg die erg schadelijk is voor koolsoorten. Zet je aardbeien dus nooit naast koolsoorten in de moestuin.
Giftig voor de lever
Een van de aangetroffen stoffen op aardbeien is ethirimol. Dit bestrijdingsmiddel mag in Nederland en de Europese Unie niet gebruikt worden, volgens toxicoloog Scheepers. Maar de stof is ook het afbraakproduct van een ander bestrijdingsmiddel, dat wel is toegestaan.
Bemesting. Als basisbemesting is een gift van 80-100 ton oude stalmest ideaal. Natuurlijk dient u rekening te houden met de landelijke wetgeving omtrent toediening van mest. Verse stalmest, drijfmest, kippenmest en champignonmest moeten bij voorkeur in de herfst van het voorgaande jaar toegediend worden.
Aardbeien verzorgen
In het prille voorjaar verzorgt u de aardbeiplantjes door al het oude bruine blad te verwijderen met een scherpe schaar , zodat het nieuwe frisgroene blad kan groeien. Geef ook voeding in de vorm van een beetje lavameel en organische bemesting of compost die goed verteerd is.
Omdat de bodem al wat uitgeput is na twee jaar aardbeien telen, meng je in het plangat wat gedroogde organische mest. Deze mest heeft als voordeel dat er minder kans is op verbranding als je direct plantjes in het plantgat zet. Een ideale najaarsgroente die je er goed in kan telen is groenlof.
Koemest bij de aanleg van een gazon
Bij kunstmest kun je te veel meststof geven, waardoor je juist schade toebrengt aan je planten of gazon. Bij organische meststoffen gebeurt dit niet, je kunt dus niets fout doen in de dosering van koemest!
Koemest kan je het hele jaar door strooien. Heb je een moestuin? In dat geval kan zal twee keer strooien per jaar in de meeste gevallen ook voldoende zijn.
Compost voor voedingstoffen en bodemverbetering, koemest vooral voor de stikstof die weinig in compost voorkomt. Verder is het handig om te weten dat compost en koemest niet in een egale laag over de tuin moeten worden verdeeld want verschillende gewasgroepen hebben verschillende voedingsbehoeften.
Kies een potgrond van goede kwaliteit. Een ideale potgrond is bijvoorbeeld DCM Potgrond Groenten & Kruiden. Zorg voor een goede drainage door onderaan de pot een laag DCM Hydrokorrels aan te brengen. Aardbeien houden immers niet van natte voeten.
Was de aardbeien grondig, snij ze, en voeg een snuifje zout en drie stevige snuifjes suiker toe. Meng goed en laat even staan op kamertemperatuur. De suiker helpt om de aardbeien wat zoeter te maken, en zorgt voor een rode siroop, terwijl het zout alle smaak die wél in de aardbeien zit, naar boven brengt.
Aardbeien kunnen vrij goed tegen kou. Maar als het 's winters langdurig vriest krijgen ze toch een flinke klap en doen ze er lang over om weer bij te komen. Dat merk je aan de opbrengst: die zal dan minder zijn. Om dat te voorkomen kan je ze in de winter afdekken.