Het heffingsvrijvermogen is in 2023 € 57.000 per persoon. Dus voor u en uw fiscaal partner samen € 114.000. Grondslag sparen en beleggen: € 206.800 - € 114.000 = € 92.800. U geeft de gehele grondslag sparen en beleggen op.
Het belastingpercentage gaat omhoog voor grotere vermogens van 31% vorig jaar naar 32% in 2023. Dit percentage gaat vervolgens in stappen omhoog naar 34% in 2025. Dit belastingpercentage wordt alleen geheven over het rendement dat je met je vermogen hebt behaald boven de vrijstelling.
Samen met uw toeslagpartner mag u in 2024 niet meer verdienen dan € 41.000. Ook wordt gekeken naar hoeveel spaargeld u samen heeft (vermogen). Dit mag niet meer zijn dan € 151.767. Voldoet u hieraan dan komt u samen met uw toeslagpartner in aanmerking voor zorgtoeslag.
Tip! Houd rekening met hoger heffingsvrij vermogen. Het heffingsvrije vermogen in box 3 is in 2023 verhoogd naar € 57.000 (was €56.650 in 2022). Je betaalt over je vermogen in box 3 dus minder snel belasting.
Rendementspercentage: € 5.700,- / € 200.000,- = 2,85% Voordeel uit sparen en beleggen: 2,85% * € 150.000,- = € 4.275,- Te betalen belasting in box 3: € 4.275,- x 31% = € 1.325,-
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 7.605, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 15.210 (bedragen voor 2023). Heeft u meer vermogen? Dan kunt u geen AIO-aanvulling krijgen.
Het heffingsvrijvermogen is in 2023 € 57.000 per persoon. Dus voor u en uw fiscaal partner samen € 114.000.
Per belastingplichtige geldt in box 3 ook een vrijstelling. Dit noemen we het heffingsvrije vermogen. In 2022 is dit een bedrag van € 50.650 (in 2021 € 50.000, in 2020 € 30.846 / in 2019: € 30.360). Deze vrijstelling houdt in dat u pas belasting gaat betalen als uw vermogen in box 3 boven dit bedrag uitkomt.
Het belastingtarief in box 3 is 31% in 2022 en 32% in 2023. Dit percentage wordt jaarlijks met 1% verhoogd naar 34% in 2025. Daartegenover staat dat het heffingsvrije vermogen (het vermogen waarover je geen belasting betaalt) ook is gestegen: van € 50.650 per persoon in 2022 naar € 57.000 per persoon in 2023.
Als u meer dan € 100.000 spaargeld hebt en u wilt 100% zekerheid, dan zult u meer spaarrekeningen en/of deposito´s moeten openen bij verschillende banken. Dat is geen probleem, want er is keus genoeg. Let u hierbij wel op de bankvergunning waaronder de banken werken.
In Nederland geldt er geen limiet voor de hoeveelheid geld die u in huis mag hebben. Contante bedragen boven de €560 euro moet u wel opgeven bij uw belastingaangifte. Dit is €1120 als u een fiscale partner heeft.
Vermogen is de waarde van uw bezittingen min uw schulden. Wat u wel en niet als vermogen moet meetellen, is hetzelfde als bij uw belastingaangifte. Spaargeld, aandelen en een vakantiehuis in Nederland of het buitenland tellen bijvoorbeeld mee. Maar het huis waarin u woont en uw auto tellen níét mee als vermogen.
Over een vermogen tot 100.000 euro betaal je aan heffing: 100.000 – 50.000 (vrijstelling) = 50.000 euro x 0,59 procent = 295 euro. Bij een vermogen vanaf één miljoen euro stijgt de heffing naar 1,76 procent over het meerdere. Dit is ook gelijk het maximum.
De heffingsvrije grens voor belastingvrij sparen bedraagt 57.000 euro per persoon. Fiscaal partners hebben samen recht op een heffingsvrije grens van 114.000 euro. In 2022 was dit nog 50.650 euro per persoon of dus 101.300 euro voor fiscaal partners. De Belastingdienst kijkt niet alleen naar hoeveel spaargeld je hebt.
Voor de Belastingdienst is vermogen dat wat u overhoudt als u schulden aftrekt van bezittingen. Dus: bezittingen minus schulden = vermogen. Het gaat dan om spaargeld, belegd geld en onroerend goed waarin u niet zelf woont (vastgoed) zoals een tweede huis of een beleggingspand.
In het jaar 2021 mag je een heffingsvrij vermogen hebben van € 50.000. Met een partner is het heffingsvrij vermogen vastgesteld op € 100.000.
Daarnaast zijn er een aantal landen die geen vermogensbelasting kennen, de belangrijkste zijn Duitsland, Finland, Griekenland en Ierland. De vermogensbelasting in Spanje en Frankrijk is beperkt (deze landen kennen echter wel schenk- en erfbelasting).
U mag aardig wat spaargeld hebben zonder dat uw zorgtoeslag in gevaar komt. U kunt in 2023 zorgtoeslag krijgen als uw vermogen op 1 januari 2023 niet hoger is dan € 127.582. Hebt u een toeslagpartner? Dan mag het vermogen op 1 januari 2023 van u samen maximaal € 161.329 zijn.
Hoeveel spaart het gemiddelde Nederlandse huishouden? Een gemiddeld Nederlands huishouden had aan het begin van 2022 ongeveer € 50.000 aan spaargeld. Dit klinkt als een flinke som. Toch had 20% van de huishoudens in 2012 nog helemaal geen buffer en 20% een te kleine buffer voor hun salaris en leefomstandigheden.
Dit jaar, in 2022, kun je €50.650 belastingvrij sparen (€650 meer dan in 2021). Dat gaat dus om het heffingsvrije vermogen zonder partner. Het is goed om te weten dat het bedrag dat je belastingvrij mag sparen aanzienlijk is gestegen ten opzichte van €30.846 in 2020.
Hoe groot je buffer moet zijn, is volgens Lamboo afhankelijk van de maandelijkse kosten. "Je moet je bedenken dat je tussen de drie en zes maanden kosten moet kunnen betalen. Des te hoger je lasten, hoe hoger de buffer." Het Nibud heeft een bufferberekenaar.
In 2023 werken we met een toetsbedrag van € 31.340 (alleenstaand) of € 62.680 (met partner): Het vermogen tot het toetsbedrag telt niet mee voor de eigen bijdrage. Het vermogen boven het toetsbedrag telt wel mee voor de eigen bijdrage.
Goed om te weten: niet al uw spaargeld telt mee. Er is in 2021 een vrijstelling van 31.340 euro per persoon. Heeft u dus een vermogen dat lager is dan de vrijstelling, dan heeft dat geen invloed op de eigen bijdrage.