Een verblijfkatheter moet regelmatig gewisseld worden. Hoe lang de katheter kan blijven zitten, is afhankelijk van het materiaal van de katheter. Vaak wordt de katheter na zes tot twaalf weken verwisseld. Voor het wisselen van de katheter heeft u een afspraak gemaakt.
De verblijfskatheter is meestal aangesloten op een urinezak waarin de urine opgevangen wordt. Een verblijfskatheter kan maximaal 10 tot 12 weken blijven zitten, afhankelijk van het materiaal. Daarna zal de arts of verpleegkundige, indien nodig, een nieuwe katheter bij u inbrengen.
In principe is het nodig de opvangzak om de zeven dagen te vervangen. In de volgende gevallen moet u de zak eerder verwisselen: Het kraantje werkt niet meer. De zak lekt.
Meestal wordt een suprapubische katheter om de 6 tot 12 weken vervangen. De eerste keer wordt de katheter altijd in het ziekenhuis vervangen. Daarna kan uw huisarts of wijkverpleegkundige dit doen.
Leegmaken bij een urinaal of in een nachtzak
Zo kunt u de zak tot maximaal zeven dagen gebruiken. Na zeven dagen moet u een nieuwe zak nemen.
Een deel van de kwetsbare ouderen hebben een blaaskatheter, ook wel verblijfskatheter of catheter à demeure (CAD) genoemd. Hierbij is bijna altijd sprake van langdurige blaaskatheterisatie.
Het wisselen van de verblijfskatheter
Vaak wordt de katheter na zes tot twaalf weken verwisseld. Voor het wisselen van de katheter heeft u een afspraak gemaakt. Een verpleegkundige van de polikliniek Urologie wisselt de katheter. Als u niet onder behandeling bent van de uroloog, wisselt uw huisarts de katheter.
Een suprapubische katheter wordt meestal om de 8 weken vervangen. Soms zijn er redenen om de katheter eerder te vervangen. De eerste keer wordt de katheter in het ziekenhuis vervangen. Daarna kan de huisarts of de wijkverpleegkundige van de thuiszorg dit doen.
Er zijn twee soorten: een urethrale verblijfskatheter is een katheter die via de plasbuis in de blaas wordt ingebracht, terwijl een suprapubische verblijfskatheter via de maag rechtstreeks in de blaas wordt ingebracht.
Het verwisselen van de katheter moet om de zes à of 3 maanden gebeuren. Dit hangt echter af welke soort katheter u heeft. Het verwisselen van de katheter gebeurt onder steriele omstandigheden. Meteen nadat de oude katheter is verwijderd, moet de nieuwe worden ingebracht.
Hoe vaak u de urine-opvangzak moet vervangen, hangt af van het type opvangzak. Er zijn zakken voor eendaags gebruik en voor meerdaags gebruik. Eendaagse urine-opvangzakken verwisselt u iedere dag. Meerdaagse urine-opvangzakken vervangt u 1 tot 2 keer per week.
Wanneer spoelen met de spoelvloeistof Solutio G/Suby G niet voldoende effect heeft, is het mogelijk om een korte periode met Solutio R te spoelen. De fabrikanten adviseren zowel bij Solutio G/Suby G als bij Solutio R, 2 a 3 keer per week te spoelen.
- Wij adviseren om de urineopvangzak om de 7 tot 10 dagen te vervangen (of vaker op indicatie). Er komen niet vaker urineweginfecties voor als de zak langer dan 3 dagen gebruikt wordt.
De katheter kan een korte of langere tijd blijven zitten. Zolang u een verblijfskatheter heeft, kunt u niet gewoon plassen. De urine loopt weg door de katheter, zonder dat u het merkt.
Als er lekkage optreedt, verwissel de katheter en snij de oude katheter open om te zien of hij verstopt zit. Na het verwisselen van de katheter, zou het lekken moeten stoppen.
U kunt ook gewoon douchen of in bad. Voordat u gaat douchen of in bad gaat, verwijdert u de beenzak en/of de nachtzak. Vervolgens sluit u de katheter (tijdelijk) af met de katheterstop. Wij adviseren u om 2 liter per dag te drinken.
Hoe lang moet ik blijven katheteriseren? Dit is afhankelijk van de hoeveelheid urine die achterblijft (het residu genoemd). Doorgaans geldt als regel: als er 100- 200 milliliter (ml) urine achterblijft, moet u een keer per dag katheteriseren, bij 200- 300 ml twee maal, bij 300- 400 ml drie keer per dag en zo verder.
Nadelen van een suprapubische katheter
Zorgvragers kunnen bijvoorbeeld continu aandrang hebben om te plassen, terwijl de katheter goed afloopt en de blaas dus in feite leeg is. Deze aandrang kan komen door blaaskrampen. Urine kan lekken. Er ontstaat een litteken op de buik van de zorgvrager.
Als u een katheter heeft is het belangrijk dat u goed drinkt, minstens 2 liter vocht per dag. Zo produceert u voldoende urine, worden de afvalstoffen met de urine uit uw lichaam afgevoerd en verminderen blaaskrampen en verstoppingen van de katheter.
Als de huid rondom de katheter rood en pijnlijk is, mag u de huid verzorgen met Betadine zalfgaas. Wissel het zalfgaas dagelijks na het schoonmaken. Betadine zalf raden we af, omdat het de huid week maakt.
Na overleg met de arts, kan begonnen worden met het 2 keer per week spoelen van de katheter. Na een verloop van tijd kan dit worden afgebouwd en indien mogelijk gestopt.
Een suprapubische katheter zorgt ervoor dat uw blaas regelmatig wordt geleegd. De katheter wordt door de arts in de onderbuik geprikt. De katheter komt rechtstreeks in uw blaas, net boven het schaambeen. Dat noemen we suprapubisch.
De Richtlijn V&VN1 geeft aan dat verblijfskatheters 's avonds verwijderd kunnen worden (voor 12 uur 's nachts) met als gevolg een korter verblijf in het ziekenhuis. Daarentegen geven ze aan dat katheters toch veelal 's ochtends verwijderd worden, zodat eventuele retenties overdag behandeld kunnen worden.
Door het zakje hoger te houden dan blaasniveau of voorzichtig te knijpen, loopt de vloeistof via de katheter in de blaas. Nadat het zakje leeg is, houdt u het zakje weer lager en dan stroomt de urine vanuit de blaas weer in het zakje (sol G en sol R moeten ongeveer 2 minuten inwerken).
Het is belangrijk dat u na het verwijderen van de katheter minstens 6 glazen vocht drinkt, verdeeld over de dag. Dit is nodig omdat u dan veel urine aanmaakt en we kunnen kijken of het plassen weer op gang komt. Probeer na het verwijderen van de katheter regelmatig te plassen.