Veel mensen kennen het jiggen als volgt: inwerpen, laten afzinken tot je shad de bodem raakt, twee slingers geven, laten afzinken, drie à vier seconden wachten en dit riedeltje keer op keer. Dit met uiteraard wat afwisseling her en der.
Baars vangen kan met levend aas zoals wormen en maden. Maar de meeste visser gebruiken toch echt kunstaas. Vis je met wormen of maden op baars dan doe je dat het beste met een dobber en een dunstelige haak. Vis net boven de bodem want daar houdt de baars zich vaak op.
Goede plekken voor het vissen op baars zijn de buitenbochten. Hier stroomt veel voedsel naar toe waardoor zowel prooivis als baars er te vinden zijn. Ook de overgang van dieper naar ondieper water zijn voor baars vissen veelbelovend.
Jigheads zijn een must als je met shads of andere softbaits gaat vissen. Je bevestigt er de shad mee aan je vislijn, de loodkop maakt ver ingooien mogelijk, en je haakt er de roofvis mee als deze toeslaat. Jigheads zijn er in vele soorten en maten.
De essentie van met shads vissen is dat je deze naar een plek gooit waar je vis verwacht om deze vervolgens met korte rukjes binnen te vissen. Shads bestaan uit gummiachtige visjes en een zogenaamde jigkop. Een jighead is een haak waar een loodkop aan zit. Je zet het gummi visje op de jigkop en klaar ben je.
Bij stroming of als je grote vis wilt vangen is het vaak gunstig om tussen de 20 en 50 centimeter dieper te vissen dan je peildiepte. Maar peil altijd heel nauwkeurig, ook links en rechts en een meter voor en achter je stek. Je komt dan niet voor verrassingen dat het water sterk afloopt.
Zet de dobber bij voorkeur zo diep dat de aasvis 20-40 centimeter boven de bodem van het viswater hangt. Dat levert vaak de meeste aanbeten op. Een andere manier van met de dobber en dood aas snoek vissen is meer statisch. Je verankert de aasvis dan met schuiflood op de bodem.
SPRO round jighead - JIG 22
haakmaat 1/0 voor shad van 6-7 cm. haakmaat 2/0 voor shad van 7-9 cm. haakmaat 3/0 voor shad van 7,5-9,5 cm. haakmaat 4/0 voor shad van 8-10 cm.
In min of meer stromend water of gewoon op de wind is het mogelijk van driftend te vissen. De eenvoudigste manier van driftend vissen is de lijn gewoon met de stroom laten mee drijven. Hierbij werp je iets stroomopwaarts in en vis je de lijn driftend uit tot het einde van jouw bereik, waarna je herbegint.
VISplanner rechtsgeldig
De VISplanner (www.visplanner.nl en de gratis VISplanner app) is in combinatie met de VISpas ook een rechtsgeldige toestemming. Met de VISplanner op jouw mobiele telefoon of tablet/laptop kun je bij een controle aantonen dat je ergens mag vissen.
De beste tijden voor het vissen op baars zijn de vroege ochtenduurtjes en de laatste uurtjes voor zonsondergang… Dan zijn vooral de grote baarzen actief! Overdags is er natuurlijk ook echt wel een baars te vangen, maar je merkt dat deze vroege en late periodes beter zijn om op baars te vissen.
Snoekbaars en baars*: van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei (IJsselmeer: tot en met 31 mei)**. Beekforel: van 1 oktober tot en met 31 maart.
Vreemd genoeg worden de grotere baarzen op ondieptes gevangen, zelfs in de winter! Denk daarbij aan uitgerekte oeverzones van 2 tot 3 meter met diep water van 6 tot 8 meter in de directe nabijheid.
Vaak vang je goed baars bij waterplanten, haventjes, bruggetjes, pijlers, dammen, sluizen, en kademuren. Dit zijn de stekken waar de prooivis zit en daardoor een grote aantrekkingskracht op ze zal uitoefenen. Op open water kan je het beste naar opvallend ondieptes zoeken. Daar kunnen veel grote exemplaren liggen.
Jonge baarzen eten hoofdzakelijk zoöplankton, maar zodra de bek groot genoeg is, eten ze daarnaast ook insectenlarven en kleine kreeftjes (ongeveer vanaf 40 mm). Grote baarzen zijn roofzuchtig en eten voornamelijk kleine vissen, ook van hun eigen soort (kannibalisme).
Baars aas visjes
Vooral kleine slanke visjes leveren succes op bij het baars vissen. Goede baars aas visjes zijn voorntjes, spiering, (kleine) sardines of ansjovis. Om de baars te verleiden dien je de aasvis wel in beweging te brengen. Je zou met licht materiaal de aasvis kunnen slepen.
Leidingwater is geen aquariumwater
De door het leidingwater in het aquariumwater geïntroduceerde schadelijke stoffen zoals chloor en zware metalen zoals bijv. koper, lood of zink voegen in de eerste stap meestal schade aan de kieuwen en de huid van de vissen toe.
Zuurstofproblemen uiten zich het meest zichtbaar bij de vissen: ze houden zich boven in het water op, happen naar “lucht” en zijn traag in hun bewegingen. Ze blijven ook rondhangen op de plekken waar zich de meeste toevoer van zuurstof bevindt, bijvoorbeeld de uitloop van een waterval.
Waterkwaliteit. Een van de belangrijkste dingen om goed in de gaten te houden bij de verzorging van vissen is de waterkwaliteit. Vissen 'gewoon' in het kraanwater laten zwemmen is geen optie. Het water moet aan specifieke eisen voldoen willen de vissen er in kunnen overleven.
Voor shads tot zo\'n 7cm voldoen loodkoppen van 6 tot 15 gram meestal wel. Voor shads van 8 tot 12 cm zit je meestal wel goed met loodkoppen van 8 tot 20 gram.
De dreg moet wel groot genoeg zijn om vlees te pakken. De staartdreg mag de actie niet te veel beïnvloeden, maar moet wél vlees pakken. Een algemene regel is dat een shad van ca 12 cm. met een fijn staarteinde, een haakmaat 6 verdient en een schoepstaart van dezelfde maat een 4 nodig heeft om goed de vis te haken.
Zeker als het water kouder is en de aasvis wegtrekt van het grote water, volgen de snoeken maar wat graag de aasvis naar dit soort plekken. Zijsloten, vaarten, baaien, eigenlijk alles wat vast zit aan het grote water zijn goede plekken. Zeker als hier wat planten groeien, of misschien zelfs tussen huizen in.
Snoeken hebben geen natuurlijke vijanden, naast natuurlijk mensen die snoekbaarsvissen als sport hebben verheven.
De grootste snoek werd op basis van een reconstructie van botfragementen, gevangen in de 4de of 5de eeuw na Chr. in de rivier de Velika. De lengte werd bepaald op 1,82 meter. Als maximum-lengte voor de snoek speculeren de onderzoekers over een lengte van 1,90 tot 2 meter.