De Leerplichtwet van 1901 maakt een definitief einde aan de kinderarbeid. Vanaf dat moment zijn ouders verplicht hun kinderen van zes tot en met twaalf jaar naar school te sturen. In de praktijk doen de meeste ouders dat dan al. Rond 1900 bezoekt 90 procent van de kinderen een school.
Al in 1874 zorgde het Kinderwetje van van Houten ervoor dat kinderarbeid onder de 12 jaar in Nederland afgeschaft werd. Met al deze wet- en regelgevingen in Nederland tegen kinderarbeid kunnen we wel stellen dat kinderarbeid ver van ons af staat.
Kinderarbeid de wereld uit
Kinderarbeid is een wereldwijd probleem dat vraagt om een wereldwijde oplossing. In Azië, Afrika en Latijns-Amerika werken lokale autoriteiten, leerkrachten, werkgevers, ouders en kinderen in de kinderarbeidvrije zones samen om álle kinderen uit het werk te halen en naar school te krijgen.
In 1874 diende het links-liberale kamerlid Samuel van Houten een wet op de kinderarbeid in, die bekendstaat als het Kinderwetje van Van Houten. Deze wet moest een eind maken aan arbeid door kinderen jonger dan 12 jaar.
Hoe staat het in 2020? Suzanne: 'Het is triest om te moeten constateren dat het aantal kinderen dat kinderarbeid verricht, is toegenomen met 8,4 miljoen. In 2020 waren 160 miljoen kinderen in de leeftijd tot en met 17 jaar aan het werk.
Indien blijkt dat het verbod van kinderarbeid is overtreden riskeert de werkgever en de ouder/voogd een boete. Een boete wordt berekend per persoon en per dag en het boetenormbedrag bedraagt minimaal €1.000 en maximaal €2.000.
Veel internationale kledingmerken, waaronder H&M, C&A, Esprit, Marks & Spencer, GAP, VF Corporation en Kmart Australia, dragen bij aan deze situatie. Dit zijn belangrijke bevindingen van het rapport Branded Childhood dat vandaag wordt gepubliceerd door de Stop Kinderarbeid coalitie en SOMO.
Waarom moeten kinderen werken? Er zijn diverse oorzaken voor kinderarbeid, zoals armoede, gebrek aan kennis, het ontbreken van goed onderwijs en een slechte naleving van wetten die kinderen beschermen. Ook kinderhandel is een groot probleem. Meestal werken kinderen omdat hun ouders niet genoeg verdienen.
Twaalf of vijftien uur per dag werken was heel gewoon, en vrije dagen bestonden nauwelijks. Het loon dat de kinderen verdienden, bedroeg ongeveer 50 tot 70 cent per week, dat in zijn geheel moest worden bijgedragen aan het huishouden van het gezin. Alleen een brood kon in die tijd al 70 cent kosten.
Kinderarbeid als roofbouw
Van Houten zag het nut niet in van de economische gevolgen van kinderarbeid. De reden voor hem om kinderarbeid af te schaffen was dan ook het economisch voordeel dat de afschaffing volgens hem op zou leveren. Hij zag kinderarbeid als roofbouw op het nationaal productieve vermogen.
In Azië, en met name India, komt kinderarbeid het meeste voor. In veel landen in Afrika werkt bijna een derde van de kinderen (Unicef, 2019). De meeste kindarbeiders, 112 miljoen, werken in de landbouw. Bijna 48 miljoen kinderen werken in de dienstverlening of industrie.
Jongerenparticipatie. In 2021 organiseerde UNICEF samen met het Turkse ministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken een Jongerenconsultatie over kinderarbeid. Maar liefst 50 kinderen en jongeren tussen de 14 en 24 jaar deelden hun ideeën over hoe kinderarbeid in het land kon worden uitgebannen.
In 4 landen die lid zijn van de Europese Unie komt toch nog kinderarbeid voor. Niet in Nederland of België, maar wel in de armere landen zoals Griekenland, Portugal, Italië en Spanje. Maar ook in Engeland is kinderarbeid geen uitzondering. In Spanje wordt het aantal werkende kinderen op 100.000 geschat.
Geschiedenis. De eerste leerplichtwet in Nederland is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Hendrik Goeman Borgesius en werd aangenomen in 1900. De wet trad in werking op 1 januari 1901. Deze wet verplichtte kinderen van 6 tot 12 jaar tot het volgen van onderwijs.
Op initiatief van de liberale politicus Samuel van Houten wordt de eerste wet in Nederland aangenomen die een einde moet maken aan kinderarbeid. De wet heet Wet houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarlozing van kinderen, maar wordt beter bekend als het Kinderwetje van Van Houten.
In de loop van de negentiende eeuw kwamen er zodoende steeds meer fabrieken met stoommachines in Nederland. De arbeiders die in de fabrieken werkten moesten lange dagen maken voor weinig loon. Het was te weinig geld om vrouw en de kinderen van te onderhouden.
We hanteren een zerotolerance-aanpak voor zowel dwangarbeid als kinderarbeid. Alle leveranciers die voor ons werken, moeten ons strikte beleid ter bestrijding van dwangarbeid en kinderarbeid ondertekenen en naleven. In 2020 hebben we 0 gevallen van kinderarbeid vastgesteld.
Honderdduizenden Oeigoeren zitten vast in 'heropvoedingskampen' en komen terecht op katoenplantages en -spinnerijen. En deze dwangarbeid wordt ingezet voor grote merken als Adidas, Tommy Hilfiger en Zara, en zelfs Patagonia.
Kinderarbeid wordt absoluut niet getolereerd in de gehele toeleveringsketen van Primark; dit is onaanvaardbaar. Dit staat duidelijk omschreven in de Gedragscode van Primark, die is gebaseerd op de normen van het Ethical Trading Initiative (ETI) en de International Labour Organisation (ILO).
Kinderarbeid houdt armoede in stand. Het bestrijden ervan biedt duurzame ontwikkeling en betere kansen voor iedereen. Vanuit deze visie zet Stop Kinderarbeid zich wereldwijd in voor goed, formeel dagonderwijs voor kinderen en zeker inkomen voor volwassenen. Een wereld zonder kinderarbeid is mogelijk.
Wij geloven in een duurzame samenwerking.
Onze voorwaarden zijn duidelijk: geen kinderarbeid, veilige werkplekken, normale werkweken en eerlijke lonen. We bezoeken onze fabrieken regelmatig om de productieketen te controleren.
Zowel C&A als Primark zijn klant bij het bedrijf, maar beide fashion retailers stellen nooit aanwijzingen te hebben gevonden voor kinderarbeid.
Een onderzoek heeft aangetoond dat er kinderarbeid plaatsvindt in de productieketen van Nike. In de jaren die volgen komen er af en toe berichten aan het licht van mensenrechtenproblematiek in de kledingketen.