Een mannetjes schaap wordt een ram genoemd en een baby een lammetje.
Biologie
Bij schapen is het mannetje een ram, het vrouwtje een ooi en het jong een lam.
Een jong geitje heet een lam. Een gecastreerde bok is een hamel. Soms wordt een vrouwelijke geit geboren met mannelijke geslachtskenmerken. Dat wordt een kween of kwee genoemd.
Zo'n lam wordt een leplam, potlam, paplam of "woutertje" (in het Fries) genoemd. Lammetjes blijven heel lang dartel en springerig, zelfs tot anderhalf jaar na hun geboorte.
De Ouessant is het kleinste schapenras ter wereld; voor de rammen geldt een maximale schofthoogte van 49 cm en ze wegen omstreeks 20 kg, de ooien zijn 46 cm en wegen zo'n 14 kg. Ze zijn daardoor gemakkelijk te hanteren, ook als je het in je eentje zou moeten doen.
Adelaarsvaren, bereklauw, eikels, gevlekte scheerling, goudenregen, hedera (klimop), jacobskruiskruid, laurierkers, nachtschade, pieris japonica, rhododendron, sint-janskruid, taxus, vingerhoedskruid en wolfsmelk zijn giftig voor de meeste schapen en kunnen dodelijke gevolgen hebben. Wilgentakken zijn wel geschikt.
Schapen zijn kuddedieren, hou ze daarom altijd in groepen van minimaal vier of meer dieren. Een schaap alleen voelt zich onveilig en vereenzaamt.
Bij schapen wordt het mannetje een ram genoemd, het vrouwtje een ooi en het jong een lam.
Een vrouwelijke geit heet een geit of een sik, het mannetje heet een bok. Een jong geitje heet een lam.
Dan heb je een zogeheten leplam, potlam, of paplam. Je merkt dit eigenlijk al vrij snel na de geboorte. Grijp niet te gauw in, want het kan gebeuren dat de moeder het lam alsnog accepteert. Anderzijds is het wel van belang dat het lam snel en veel biest krijgt van de moeder.
Een groep geiten noem je een kudde. Mannetjes leven apart van de vrouwtjes. Een grote groep geiten bestaat uit kleinere kuddes. De dieren in de kudde versterken hun groepsband door elkaar te poetsen.
Elke geit moet na de lactatiefase ten minste twee maanden rust hebben voordat ze opnieuw gaat paren. Geiten kunnen met de hand gemolken worden of met een melkmachine (die kosten ongeveer € 175-600). In beide gevallen zijn hygiënisch werken en regelmatig schoonmaken super belangrijk.
Wanneer een hond op de wereld komt dan noemen we hem of haar een puppy of wel een pup, “Meine kleine Poepie”. Puppy's blijven tot ze 6 of 7 weken oud zijn in het nest bij hun moeder en gaan dan op eigen benen staan. Op een leeftijd van 7 tot 9 weken zijn hun zintuigen volledig ontwikkeld.
Na een draagtijd van drie maanden worden er gemiddeld twee tot drie welpen geboren. De welpen wegen bij de geboorte minder dan één kilo en hebben hun oogjes nog dicht. De moeder verstopt de welpen als ze gaat jagen.
Een koe is een vrouwtjesrund en een mannetjesrund noemen we een stier.
Een mannetjes ree heet bok, een vrouwtje geit, een jong een reekalf en een groep een sprong.
De bok verspreidt zijn feromonen namelijk niet door zijn urine zoals veel dieren, maar door zijn haren. Het gaat om een citrus-achtige stof die verwant is aan het basisingrediënt voor het geitenaroma; wanneer het molecuul oxideert, wordt het ruikbaar als de typische muskusgeur.
Geiten behoren tot het geslacht Capra en bezitten 60 chromosomen, terwijl schapen tot het geslacht Ovis behoren en maar 54 chromosomen hebben. Door dit verschil in chromosomen zal een paring tussen een schaap en een geit in de meeste gevallen tot doodgeboren nageslacht leiden.
Schapen zijn kuddedieren. Als ze alleen gehouden worden, zonder soortgenoten, zullen ze vereenzamen. Het is dus altijd zaak om schapen in een groep te houden. Schapen zijn echte grazers en moeten daarom altijd voldoende weiland tot hun beschikking hebben.
Een ooi is soms al vanaf 6 maanden oud geslachtsrijp. Maar het is beter om een dekseizoen over te slaan en te wachten tot ze volgroeid is. Dan brengt ze namelijk sterkere lammeren voort. Een ram is vanaf zeven tot acht maanden oud geschikt om te dekken.
Belangrijke vijanden zijn de wolf en (middel)grote katachtigen als panter, lynx, sneeuwpanter en poema. Bij gevaar vluchten de schapen in een grote kudde weg.
Schapen zijn van nature grazers. Dat betekent dat ze het liefst lekker rondlopen en gras eten. De hele dag door. Dat mag bij ons dus ook!
Schapen kunnen veel emoties herkennen, zoals angst, boosheid, verveling en blijdschap. Ze zijn sterren in ontsnappen, het blijkt zelfs dat ze de weg uit een doolhof kunnen navigeren.