Als je een angststoornis hebt ben je óók bang in situaties die geen direct gevaar opleveren. Je raakt bijvoorbeeld in paniek wanneer je een gesprek voert of je durft niet meer alleen naar buiten. Het gaat bij angststoornissen in alle gevallen om serieuze klachten die de kwaliteit van leven ernstig aantasten.
Hierdoor kun je verschillende lichamelijke klachten ontwikkelen, zoals buikpijn, hoofdpijn, slapeloosheid, prikkelbaarheid en concentratieproblemen. Daarnaast zijn er verbanden aangetoond tussen angststoornissen en onder andere hartproblemen, luchtwegaandoeningen en vermoeidheidsklachten.
In het kort
Een angst- en piekerstoornis veroorzaakt heftige angsten in het dagelijks leven, zonder dat er echt gevaar is. U maakt zich steeds zorgen over veel dingen. Klachten zijn hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of het gevoel te stikken.
Voor een groot percentage mensen heeft een angststoornis een chronisch beloop. Dit betekent dat hulpverleners alert moeten zijn op signalen van een angststoornis en snel moeten interveniëren.
De ernst van de angsten kan wisselen. Mogelijk verergeren de klachten bij stressvolle levensgebeurtenissen verergeren, of worden minder als u afleiding vindt. Maar soms is er geen duidelijke reden voor.
Als je een angststoornis hebt ben je óók bang in situaties die geen direct gevaar opleveren. Je raakt bijvoorbeeld in paniek wanneer je een gesprek voert of je durft niet meer alleen naar buiten. Het gaat bij angststoornissen in alle gevallen om serieuze klachten die de kwaliteit van leven ernstig aantasten.
Angststoornissen verdwijnen meestal niet vanzelf, maar je kunt je er goed voor laten behandelen.
Recent onderzoek laat zien dat de helft van de mensen met een angststoornis binnen 7,5 maand opknapt.
Toch is er geen duidelijk antwoord of je wel of niet kan werken met een angststoornis. Dat is aan jou om aan te voelen en te bepalen. Wel is het zo dat vermijding van de angst, dus niet gaan werken, de angst vaak juist erger maakt.
Door te praten over je problemen geef je voor jezelf toe dat ze er zijn. Door hardop te denken merk je wat voor klachten je hebt en hoe erg ze zijn. En misschien ontdek je dat je niet de enige bent met dit probleem. Veel mensen durven niet over hun problemen te praten uit schaamte of uit angst 'gek' gevonden te worden.
Bij angst gaat een signaal van de hypofyse naar de bijnieren waar stresshormonen als adrenaline en cortisol aangemaakt worden. Bij de groep mensen die verstart en vlucht wordt er meer cortisol aangemaakt.
Stress speelt een rol bij ontwikkeling hart- en vaatziekten
“Stress speelt een rol bij depressie en angststoornissen. Hierdoor is het aannemelijk dat het autonome zenuwstelsel leidt tot de ontwikkeling van hart- en vaatziekten bij mensen met een depressie.”
Stress, cafeïne, drugs en alcohol maken je angsten vaak erger. Daarom is het meestal beter om veel minder koffie en alcohol te drinken en geen drugs te gebruiken. Ook helpt het als je minimaal 30 minuten per dag beweegt.
De specifieke fobie komt het vaakst voor, gevolgd door sociale fobie, de gegeneraliseerde angststoornis en de paniekstoornis. Angststoornissen komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Angststoornissen komen het meest voor tussen 25 en 44 jaar en in deze periode ontstaan ook de meeste angststoornissen.
Fluoxetine werkt het beste bij een gegeneraliseerde angststoornis en geeft de minste kans op terugval. Psychiater David Baldwin en zijn collega's trekken deze conclusie in BMJ na een meta-analyse van 27 gerandomiseerde klinische onderzoeken.
Ga niet mee in de angst van de ander
Zo heeft de angst die je partner voelt effect op jou. Blijft goed waarnemen wat jij zelf voelt als je partner vertelt over zijn of haar angst. Als jij geen angst voelt, ga dan ook niet mee in de angst van je naaste.
Een angststoornis ontstaat door een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. Zo'n 29% van de Nederlanders krijgt in het leven te maken met een angststoornis. Angststoornissen komen in bepaalde families meer voor dan in andere. Dat heeft te maken met erfelijkheid, maar ook met opvoeding.
Hij/zij vraagt u te bedenken waardoor bij u de angst is ontstaan. U krijgt adviezen over wat u zelf kunt doen om de angst te verminderen. Bijvoorbeeld actief blijven en als dat kan blijven werken. Uw behandelaar leert u hoe u zo goed mogelijk met uw klachten kunt leven.
Een psycholoog is een expert in het behandelen van angst en paniekaanvallen en een vertrouwenspersoon. Therapie zal je helpen om beter te leren omgaan met de angst. O.a. zal de psycholoog samen met jou op zoek gaan naar de onderliggende oorzaak van jouw angst en je technieken aanleren.
In veel gevallen ontstaan angststoornissen al in de kindertijd. Soms groei je er als kind overheen, maar je kunt er ook jarenlang last van blijven houden als jouw klachten onbehandeld blijven. De oorzaak van een angststoornis verschilt per persoon.
De diagnostiek en classificatie van de verschillende angststoornissen kunnen verricht worden met verschillende instrumenten. Zo kan gebruik gemaakt worden van gestructureerde en semi-gestructureerde interviews, van zelfbeoordelingsvragenlijsten en van observatie- en gedragsmaten.