Heb je ALS? Dan ervaar je in het beginstadium meestal geen pijn. Pijn heb je pas veel later in het ziekteverloop. Omdat je steeds minder kunt bewegen, krijg je last van spierpijn en gewrichtspijn.
De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken. U verslikt zich vaker. U praat minder duidelijk: andere mensen verstaan u minder goed.
De eerste verschijnselen van polymyositis zijn spierzwakte, mogelijk spierpijn, een algemeen gevoel van malaise en soms ook koorts. De ontsteking bij PM treft de spieren en ontstaat in weken of maanden. De spieren in bovenarmen en -benen kunnen zwak en pijnlijk worden, aan beide kanten in ongeveer dezelfde mate.
Bij ALS is er iets mis met de zenuwbanen die de verbinding vormen tussen hersenen en spieren. De cellen van deze zenuwbanen vallen geleidelijk uit en geven geen signalen meer door aan de spieren met als gevolg dat deze niet meer (kunnen) functioneren. Het is nog niet bekend hoe de ziekte ontstaat.
In het begin is amyotrofische laterale sclerose meestal pijnloos. In de latere ziektefase kan wel (meer) sprake zijn van pijn.
ALS, PSMA, PLS en PBP. ALS, PSMA, PLS en PBP zijn vier verschillende ziektes die aan elkaar gerelateerd zijn. Bij deze aandoeningen zijn er problemen met de motorische zenuwcellen. Ons lichaam wordt bestuurd vanuit onze hersenen.
In bijna alle gevallen van erfelijke ALS geldt dat kinderen 50% kans hebben op de ziekte te krijgen als een van de ouders is aangedaan.
Bulbaire verschijnselen
Bij een derde van de patiënten begint de ziekte met problemen van het spreken en slikken. Uiteindelijk komen deze klachten bij 80 tot 90 procent van de ALS-patiënten voor. Bij het spreken gaat het articuleren steeds moeilijker en lijkt het of iemand dronken is (slappe of perifere dysartrie).
Omdat de zenuwcellen steeds minder signalen door kunnen geven aan de spieren leidt de ziekte tot toenemende spierzwakte. De eerste verschijnselen zijn vaak verminderde kracht in de armen of benen, of moeite met spreken, slikken of ademen.
Tijdens het neurologisch onderzoek onderzoekt de neuroloog de mentale toestand, de functie van de hersenzenuwen, de kracht, coördinatie, reflexen, zintuigen en het gevoel. Bij ALS zijn spierzwakte, trillingen onder de huid, het dunner worden van de spieren en verhoogde reflexen de belangrijkste verschijnselen.
Mogelijk oorzaken zijn overbelastingsletsels, sporttrauma, ongeval, verkeerde houding of onaangepast materiaal op de werkvloer. De pijnen kunnen ook te maken hebben met aandoeningen zoals artrose, reuma, fibromyalgie… Vrij vaak treedt spier- of beenderpijn op zonder enige reden, en verdwijnt die spontaan.
Meestal is spierpijn af te leiden van een intensieve training, maar het kan ook ontstaan bij sommige aandoeningen (griep) of bij het gebruik van medicijnen. Twijfel je wat de oorzaak is van je spierpijn of gaan je spierpijnklachten niet na een week over, neem dan contact op met je huisarts.
Wees alert op overtraining
Een beetje spierpijn en vermoeidheid na het sporten is niet erg, dat zijn hele functionele reacties van het lichaam. Maar wanneer een sporter enorm veel spierpijn heeft, voortdurend moe is en geen zin meer heeft om te sporten kan het zijn dat hij of zij overtraind is.
bloedonderzoek: Er is geen bloedtest die ALS met zekerheid kan aantonen.
Symptomen van spierzwakte
Slap gevoel in ledematen. Slappe spieren. Krachtverlies. Vermoeidheid.
MRI helpt ons om de hersenen te onderzoeken en het ziekteproces bij ALS te begrijpen. Het blijkt een gevoelig instrument om verergering van de ziekte in zowel de hersenen als het ruggenmerg te meten.
De exacte oorzaak van de ziekte ALS is nog niet bekend. De ziekte kan voorkomen bij volwassenen van elke leeftijd, maar ontstaat meestal tussen het 40e en 60e levensjaar. Medicijnen die de ziekte kunnen stoppen of genezen zijn er nog niet.
De motorische zenuwcellen in het ruggenmerg, de hersenstam en de hersenen sterven bij ALS langzaam af. Deze zenuwcellen sturen de spieren in het lichaam aan. Wanneer zij steeds minder signalen doorgeven aan de spieren, worden de spieren zwakker en vallen uiteindelijk uit.
In Amerika is de aandoening ook bekend onder de naam 'Lou Gehrig Disease', vernoemd naar de legendarische honkbalspeler die in 1941 aan ALS overleed. ALS is niet besmettelijk. De ziekte ALS komt overal ter wereld voor, in alle bevolkingsgroepen.
Het verschilt per patiënt hoe snel de ziekteverschijnselen toenemen. Bij sommige patiënten gaat het functioneren elke week merkbaar achteruit, bij anderen kan dat per maand of na meerdere maanden te merken zijn. De volgorde waarin de spieren bij ALS aangedaan raken, kan verschillen.
De mate van de spierzwakte kan per periode wisselen. Spierstijfheid doet zich met name voor na een periode van rust en dan vooral in de bovenbenen en -armen, de handen en de nek. Kou kan de stijfheid verergeren. Veel voorkomende klachten zijn een stekende, zeurende pijn en vermoeidheid.
ALS is niet te genezen, maar multidisciplinaire zorg voor patiënten wordt wel aanbevolen.
Voor het stellen van de diagnose kan een MRI nodig zijn. Een Magnetic Resonance Imaging (MRI) is de meest gebruikte beeldvormende test voor het onderzoeken van de hersenen en het ruggenmerg.
' Veel ALS-patiënten hebben vragen over hun ziekteverloop. De gemiddelde levensverwachting van mensen met deze spierziekte is drie jaar.
Een arts kan niet voorspellen hoe snel je klachten zich zullen ontwikkelen: dit is bij elke patiënt anders. Na de diagnose leven mensen met ALS gemiddeld nog 3 tot 5 jaar. In de laatste fases van de ziekte is het grootste deel van het lichaam verlamd.