Als u de herten wil verwennen geef ze dan: appels, eikels, kastanjes, wortelen, bieten of vers groenteafval. Ze knagen ook graag aan takken. Doordat Damherten erg slim zijn zullen zij geen giftige planten eten zoals taxus, rododendron, enz..
Herten moeten steeds ruwvoer, proper water en een zoutliksteen tot hun beschikking hebben. Goed ruwvoer is bijvoorbeeld hooi of gras en kruiden zoals klavers, paardenbloemen en weegbree. Het hooi moet vrij zijn van stof, giftige planten en schimmels.
Het damhert eet uitsluitend plantaardig voedsel. Het voedt zich met grassen, biezen en kruiden, aangevuld met jonge (boom)bladeren, dennen- en sparrennaalden, bessen, eikels, beukennoten, granen, wortelen en 's winters schors, hulst en heide.
Bladeren en knoppen van struiken en bomen. Grassen. Kruiden. Mossoorten en paddestoelen.
Planten met de kleinste kans op schade zijn: narcissen, Daphne, Laurus nobilis, Echinops, Kniphofia, Buddleja, Primula, rabarber en Nerine.
Geen brood aan herkauwers
Bij herkauwers zoals schapen, geiten en herten kan brood dus in de keel gaan klonteren waardoor de dieren kunnen stikken. Wanneer het de dieren wel lukt om het brood door te slikken, dan kan er ook nog een gasophoping in de pens ontstaan waardoor ze dood kunnen gaan.
Waar kunnen schapen niet tegen? Adelaarsvaren, bereklauw, eikels, gevlekte scheerling, goudenregen, hedera (klimop), jacobskruiskruid, laurierkers, nachtschade, pieris japonica, rhododendron, sint-janskruid, taxus, vingerhoedskruid en wolfsmelk zijn giftig voor de meeste schapen en kunnen dodelijke gevolgen hebben.
Je stelt het diertje dan ook absoluut niet op zijn gemak door het te aaien. Het is een wild dier dat door de angst en stress zelfs kan overlijden. Daarnaast breng je op deze manier mensengeur over op het jong, waarna de kans bestaat dat moederhert het jong verstoot.
De ree verblijft overdag vaak in zijn “leger”, dit is de naam van de slaapplaats. Deze is vaak te herkennen aan een ovale plek onder de boom, alsof iemand hier de grond heeft staan harken. Soms heeft de ree zijn “leger” in een kuil of onder een omgevallen boom.
Het voer van geiten bestaat voornamelijk uit gras en/of hooi en naar behoefte uit krachtvoer. In HEEL BEPERKTE MATE mag b.v. aardappelen, aardpeer, appels, bonenstro, erwtenstro, granen, groentenafval, kooisoorten, kuilgras, oud brood, peulvruchten, snijmais, stro, suikerbieten, voerbieten en wortelen.
De grootste kans om herten, zwijnen en ander wild te zien, is in de vroege ochtend of op de late avond. Dieren gaan rond de schemer namelijk op zoek naar voedsel. Op die tijdstippen zijn ze daarom vaakte zien op open plekken, meestal aan de bosrand.
De ree is een herbivoor. Dit houdt in dat het dier alleen planten eet. Denk hierbij aan bramen, twijgen, besjes, kruiden, bladeren en paddenstoelen. Omdat reeën veel planten eten, drinken ze niet veel.
Edelherten zijn planteneters, ook wel herbivoren genoemd. Ze eten onder andere gras, heide, boomschors, knollen, wortels, vruchten, zaden, en nog veel meer.
Van eten moet je natuurlijk ook poepen, de hertenkeutels zijn kleine, harden balletjes. En de herten drinken water. In de wintertijd valt het niet mee of voedsel te vinden. Vaak moeten ze dan droog gras, hei of bast van een boom eten.
Spinazie is rijk aan vitamines en mineralen en bevat hieronder veel vitamine C. Wij mogen dit eten: Konijnen, cavia's en gerbils. Hamsters, muizen, ratjes en schildpadden mogen in kleine hoeveelheden spinaziebladeren eten. Gelieve niet aan dieren met nierproblemen, nierziekte en/of verhoogd urinezuur te geven.
In Nederland heeft het edelhert geen natuurlijke vijanden, in andere landen zijn dat wolven en bruine beren. Andere bedreigingen zijn wegen, rasters en de jacht.
De mannetjes (herten) zijn groter dan de vrouwtjes (hinden). De buik van het edelhert is wit. De spiegel heeft lange haren en is wit tot roomkleurig. Er hangt een staartje over de spiegel .
Van nature zijn de herten dagdieren. Omdat overdag het onrustig is door wandelaars en fietsers zijn de herten steeds meer 's nachts actief. Dat wil niet zeggen, dat ze overdag niet meer te zien zijn. Je moet wel goed kijken en heel rustig en stil zijn.
Schapen mogen alle groenten eten behalve broccoli, bloemkool, kool, spruitjes, boerenkool, koolrabi, rapen, koolraap, radijs, mosterd, waterkers, andijvie, rucola, spinazie, selderij, komkommers, aubergines, paprika's, tomaten, uien, knoflook, prei, bieslook, sjalotten, gember, mierikswortel, rabarber, venkel, ...
Af en toe kunt u de schapen best wat brood, wortelen of groenteafval geven, maar doe dit echt met mate en nooit teveel! Op schapenbrokken zijn ze dol.
Met witloof krijgt je hond kalium en magnesium binnen. Twee mineralen die belangrijk zijn voor een gezonde bloeddruk en spierfunctie. Witloof bevat ook vitamine B1 en B2 die helpen om voeding om te zetten in energie. Je viervoeter mag dus gerust een stukje witloof mee-eten.
Geef niet zomaar broodresten aan dieren. Schapen en andere herkauwers verteren slechts beperkte hoeveelheden. Voeder ook geen oud brood aan (water)vogels. Brood bevat veel zout en is slecht voor de meeste vogels.
Voor reeën is voor elk volwassen dier een oppervlakte van 1.000 m² nodig en voor elanden zijn het 10.000 m² per volwassen dier. Binnenverblijf: Kleine hertachtige: Tenminste 3 m² per dier. Middelgrote hertachtige: Tenminste 4 m² per dier.
Volkoren- en bruinbrood bevatten veel goede voedingsstoffen. Volkorenbrood is de meest gezonde keuze omdat het de meeste vezels en andere gunstige voedingsstoffen bevat. Brood wordt gemaakt van graan, meestal tarwe. Bij het maken van witbrood wordt alleen de kern van de graankorrel gebruikt.