Aders vervoeren zuurstofarm bloed en afvalstoffen van de organen naar het hart. Slagaders brengen zuurstofrijk bloed en voedingsstoffen naar je organen, met als uitzondering de longslagader.
Het bloed stroomt in de slagaders altijd van het hart af. Meestal bevat een slagader zuurstofrijk bloed. Uitzondering zijn de slagaders die vanuit de rechterhelft van het hart naar de longen leiden, en waar zuurstofarm bloed door stroomt.
Bloedvaten en bloedsomloop. De bloedvaten bestaan uit: Slagaders (arteriën). Deze vervoeren zuurstofrijk bloed.
De linker harthelft verzorgt de grote bloedsomloop (hart – lichaam – hart) en zorgt ervoor dat de opgenomen zuurstof en voedingsstoffen naar alle delen van het lichaam worden gebracht. Omdat de linkerkamer het zuurstofrijke bloed in het hele lichaam pompt, is de spierwand van de linkerkamer veel dikker.
Zuurstofarm bloed is donkerrood en stroomt van het weefsel door de aders terug naar het hart. Er is maar een slagader die zuurstofarm bloed vervoert en dat is de longslagader. Deze vervoert zuurstofarm bloed vanuit het hart naar de longen om daar zuurstof op te gaan halen.
Als het hart samentrekt komt het bloed van de rechterkamer terecht in de longslagader die het bloed naar de longen brengt. Let op, het bloed in de longslagader is dus zuurstofarm, terwijl alle anderen slagaders zuurstofrijk bloed rondpompen.
Het hart pompt zo zuurstofarm bloed naar de longen. De longen zorgen ervoor dat er weer zuurstof in het bloed komt. De aorta komt uit de linkerkamer. Die pompt zuurstofrijk bloed naar de rest van het lichaam.
Rode bloedcellen bevatten veel hemoglobine, het eiwit dat zuurstof en koolstofdioxide vervoert. Hierdoor zijn rode bloedcellen in staat om zuurstof van de longen naar het weefsel te brengen en koolstofdioxide af te voeren naar de longen waarna we het uitademen.
Het hart heeft ook bloedvaten die het zuurstofarme bloed uit de hartspier wegvoeren. Dit zijn de kransaders.
Het is de enige slagader uit het lichaam van de mens die zuurstofarm is. Bloed vanuit de rechter kamer wordt de longslagader in geperst. Het bloed stroomt richting de longen om daar zuurstof op te nemen en koolstofdioxide af te staan.
Rode bloedcellen (erytrocyten) vormen het grootste bestanddeel van de bloedcellen. Zij vervoeren de zuurstof door je lichaam met behulp van hemoglobine; een eiwit dat via ijzer zuurstof aan zich kan binden en daardoor een ideaal transportmiddel voor zuurstof is.
De linkerboezem ontvangt zuurstofrijk bloed uit de longen. De rechterboezem ontvangt zuurstofarm bloed uit de rest van het lichaam. Zodra ze gevuld zijn stroomt het bloed door naar de hartkamers.
Bloed vormt het transportsysteem van ons lichaam. Het stroomt voortdurend om zuurstof en (voedings)stoffen aan weefsel te leveren en afvalproducten af te voeren. Bloed is vloeibaar en komt via de bloedvaten op alle plaatsen van het lichaam.
Daar zorgt de longslagader voor. Dat is de enige slagader die zuurstofarm bloed vervoert. Dit bloedvat loopt van het hart naar de longen en vormt onderdeel van de kleine bloedsomloop. In de longen vindt de uitwisseling tussen kooldioxide en zuurstof plaats in de dunste haarvaatjes.
De aorta is de slagader die uit het hart komt en die het zuurstofrijke bloed dat de linker kamer van het hart uitpompt opvangt.
Arteriolen zijn kleine bloedvaten. Ze zijn kleiner dan aders, maar groter dan haarvaten. Ze komen in het hele lichaam voor. Omdat ze de verbinding tussen de aders en de haarvaten vormen, hebben ze invloed op de bloeddruk en de snelheid waarmee het bloed door de vaten stroomt.
De grote lichaamsslagader wordt ook wel de aorta genoemd. De aorta heeft een heleboel vertakkingen en daardoor komt het zuurstofrijke bloed overal in je lichaam terecht. Van je hersenen tot in je tenen. Zodra het zuurstofrijke bloed overal is, stroomt het via de aders terug naar je hart.
Nier bevat: Nierslagader > zuurstofrijk bloed. Nierader > bevat gezuiverde bloed.
De kransslagaders zijn de bloedvaten die het hart van bloed voorzien. Uw kransslagaders kunnen vernauwd raken als er vetten, kalk, klontertjes van bloedplaatjes vast blijven zitten aan de binnenwand van de aders. Deze vettige laag wordt hard en hierdoor kunnen de kransslagaders dichtslibben.
Je ademt het via je longen in, waar het wordt opgenomen in het bloed. Daar bindt het zich aan het hemoglobine in de rode bloedcel. De rode bloedcellen stromen door het hele lichaam en geven onderweg zuurstof af aan alle lichaamscellen. Zo krijgen je organen zoals de hersenen, nieren, lever of spieren hun energie.
Witte bloedcellen - ook wel leukocyten genoemd - zitten veel in je bloed en lymfeweefsel, maar zijn ook in de rest van het lichaam aanwezig. Ze beschermen je lichaam tegen lichaamsvreemde, schadelijke stoffen zoals virussen, bacteriën, schimmels, parasieten en gisten.
De hoofdfunctie van bloed is het transport van zuurstof en voedingsstoffen naar uiteenlopende weefsels in het lichaam en tegelijkertijd de afvoer van kooldioxide en andere afvalproducten uit de weefsels.
Slagaders vervoeren zuurstof en voedingsstoffen van het hart naar de rest van het lichaam. De longslagaders zijn de enige uitzondering, zij vervoeren zuurstofarm bloed naar de longen.
Aders vervoeren zuurstofarm bloed en afvalstoffen van de organen naar het hart. Slagaders brengen zuurstofrijk bloed en voedingsstoffen naar je organen, met als uitzondering de longslagader.
Het zuurstofarme bloed uit de bovenkant van het lichaam (hoofd, armen, borstkas) komt samen in een grote ader, de bovenste holle ader. De Latijnse naam van die ader is vena cava superior.