Bedenk dat iemand met autisme niet onbeleefd wil zijn als hij of zij je niet aankijkt. Verwacht niet een reactie op jouw non-verbale communicatie zoals een boze gezichtsuitdrukking of gebaren. Als je wilt dat iemand reageert op wat je zegt, vraag er dan specifiek om ('luister naar wat ik vertel').
Je zou kunnen zeggen dat mensen, die de lichaamstaal niet begrijpen, enkel met 'SMS-jes' en 'e-mailtjes' communiceren, wel de inhoudelijke informatie maar zonder gevoelsinformatie. Zonder elkaars non-verbale communicatie te begrijpen wordt het moeilijk vriendschappen op te bouwen en liefde te beleven.
Laat je kind boos zijn, maar begrens zijn of haar gedrag. Geef hem een kussen. Laat zien dat het goed is dat hij zijn boosheid ontlaadt zonder zichzelf of een ander te slaan. Misschien zijn er ook andere manieren die beter passen bij je kind om zich te ontladen.
Overgevoeligheid of juist helemaal niet gevoelig voor pijn, warmte en kou en geluiden. Afwijkende motoriek. Houterig bewegen, veel met de handen zwaaien (praten met de handen). Overmatige gerichtheid op een onderwerp en weinig tot geen belangstelling hebben voor andere onderwerpen.
Regelmaat, routine, voorspelbaarheid zijn een houvast voor iemand met autisme. Een partner en vrienden moeten zich daaraan aanpassen. Dat moet je kunnen. Het zich in een ander verplaatsen is voor iemand met autisme een haast onmogelijke opgave.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
PDD-NOS. Dit is een mildere variant van autisme. PPD-NOS heeft verschillende kenmerken, maar je hebt bij deze vorm van autisme vooral moeite met spreken, schrijven en lezen.
Duidelijk en concreet communiceren
Ze nemen je woorden soms heel letterlijk. Het kan voor mensen met autisme ook moeilijk zijn om hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden. Maak daarom duidelijk wat jouw punt is. Communiceer rustig, duidelijk, direct en precies.
Mensen met autisme zijn ermee geholpen wanneer zij in kaart brengen wat goed en minder goed kunnen, en wat ze nodig hebben om goed te functioneren op het werk. Deze punten kunnen in regelmatige evaluerende gesprekken met collega's, begeleider en leidinggevende worden besproken.
Mensen met autisme vinden het moeilijk om samen te rouwen. Ze zijn er wel bij en hopen wellicht een ander te kunnen ondersteunen door aanwezig te zijn. Hierbij staan ze in de “doe-modus” en niet in de “voel-modus”. Dat wil niet zeggen dat ze niets voelen.
11 januari 2019 – Een nieuw onderzoek van psychologen aan de universiteit van Kent toont voor het eerst aan dat volwassenen met autisme complexe emoties zoals spijt en opluchting bij anderen net zo makkelijk kunnen herkennen als mensen zonder de aandoening.
'Bij autisme zijn de sociale voelsprieten anders afgesteld', legt Geurts uit. 'Mensen kunnen daardoor veel gevoeliger zijn en snel overweldigd raken door de sociale informatie die ze oppikken, of juist veel te weinig sociale informatie ophalen.
Wat autisten wél gemeen hebben is hun moeite met sociaal contact. Ze vermijden het liever, ze snappen het niet echt, ze zijn er niet goed in: op de een of andere manier ontbreekt bij hen iets dat voor de meeste mensen een tweede natuur is. Wetenschappers nemen daarom aan dat autisten geen empathie voelen.
Uit het onderzoek blijkt dat mensen met autisme én een verstandelijke beperking 30 jaar eerder sterven, op een gemiddelde leeftijd van 39 jaar.
Asperger. Asperger lijkt wat betreft sociale problemen en communicatieproblemen op klassiek autisme. Het verschil is dat mensen met Asperger wel goed kunnen praten en leren. Het is echter wel moeilijker voor deze groep om taal te begrijpen en te begrijpen wat andere mensen denken en voelen.
Volgens de Wet passend onderwijs moeten scholen proberen meer kinderen met bijvoorbeeld autisme binnen het reguliere onderwijs te houden. Met begeleiding kunnen ze dan op hun eigen school blijven en hoeven ze niet naar het speciaal onderwijs.
Omgaan met kritiek is voor veel mensen lastig. Het lijkt wel alsof het voor mensen met autisme nog lastiger is dan voor anderen. Hoe komt dat? Het kan zijn dat je de kritiek niet begrijpt, of dat het pas later doordringt wat er gezegd is.
Struikelblokken in een partnerrelatie
Mensen met autisme hebben een enorme behoefte aan structuur: routine, regels en voorspelbaarheid geven houvast en veiligheid. Hiervan afwijken veroorzaakt paniek en stress. Mensen met autisme zijn dan ook weinig soepel in hun denken en handelen.
Autisme en narcisme kunnen beide naast elkaar en onafhankelijk van elkaar voorkomen. Dit betekent dat er een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) diagnose gemaakt kan worden, met daarnaast een comorbide Narcistische Persoonlijkheidsstoornis (NPS).
Aangenomen wordt dat het hierbij gaat om een interactie tussen genetische- en omgevingsfactoren. Met andere woorden: iemand kan een genetische aanleg hebben voor autisme, maar óf hij of zij ook daadwerkelijk autisme ontwikkelt hangt mogelijk onder meer af van invloeden uit de omgeving.
Graad 1: je hebt problemen door tekorten in de sociale communicatie (verbaal en non-verbaal), interactie en gebrek aan flexibiliteit. Plannen en organiseren is lastig, waardoor je moeilijk zelfstandig kunt functioneren. Enige ondersteuning is nodig.