Kenmerken die vaak in verband worden gebracht met autisme zijn: Problemen op sociaal gebied/minder goed ontwikkelde sociale intuïtie. Moeite met (onverwachte) verandering. Dingen heel letterlijk nemen.
Signalen van autisme zijn: (over)gevoeligheid voor prikkels: heftiger ervaren wat u ziet, hoort, ruikt, proeft, voelt. moeite hebben met veranderingen. moeite met relaties en sociaal contact.
Je herkent de symptomen van autisme op twee gebieden: herhaling in gedrag en hoe je met anderen omgaat. Het niet goed kunnen aanvoelen van anderen. Moeite om gesprekken te voeren en ze opgang te houden. Moeite om je iets te verbeelden.
Je zintuigen zijn extra gevoelig en raken snel overprikkeld. Als je bijvoorbeeld iets hoort, ziet, ruikt, proeft of voelt, ervaar je dit heftiger. Ook heeft iemand met autisme moeite met veranderingen en sociaal contact. Dit zorgt vaak voor uitdagingen in het dagelijkse leven, zoals op school of op het werk.
PDD-NOS. Dit is een mildere variant van autisme. PPD-NOS heeft verschillende kenmerken, maar je hebt bij deze vorm van autisme vooral moeite met spreken, schrijven en lezen.
Bijkomende diagnoses. 70% van de mensen met autisme kampt op enig moment in zijn leven met klachten als een stemmingsstoornis/depressie, een angst- en/of dwangstoornis, posttraumatische stress-stoornis (ptss), burn-out of een persoonlijkheidsstoornis.
Autismespectrumstoornissen komen ook onder ouderen voor. Oudere patiënten melden zich meestal met cognitieve klachten, gedragsproblemen of somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten. Overweeg dan ook een autismespectrumstoornis. Verwijs de patiënt bij een dergelijk vermoeden door naar de ouderenpsychiatrie.
Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen. Er ontstaat een chaos in het hoofd, iemand heeft veel meer tijd nodig om de informatie te verwerken en er volgt een tragere reactie of andere interpretatie.
Mensen met autisme willen het liefst alleen zijn
Het klopt dat mensen met autisme vaak goed alleen kunnen zijn. Dit betekent echter niet dat zij geen sociaal contact willen. Het overgrote deel van de mensen met autisme heeft net zoveel behoefte aan sociaal contact als ieder ander, alleen kost het hen vaak meer moeite.
Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen. Je doet graag vaak hetzelfde, draagt graag elke dag dezelfde kleding of je eet enkel wat je goed kent en het liefst zo vaak mogelijk hetzelfde. Je houdt van orde en structuur in je leven.
11 januari 2019 – Een nieuw onderzoek van psychologen aan de universiteit van Kent toont voor het eerst aan dat volwassenen met autisme complexe emoties zoals spijt en opluchting bij anderen net zo makkelijk kunnen herkennen als mensen zonder de aandoening.
Liefde bij mensen met autisme beantwoordt aan een behoefte.
Het is dezelfde behoefte die elk ander mens ervaart. Het gaat in wezen om het gevoel deel uit te maken van het leven van iemand anders, met wie ze hun leven en ervaringen kunnen delen. Iemand die ze liefhebben, bewonderen en naar verlangen.
Mensen met autisme vinden het vaak lastig om non-verbale signalen (intonatie, gezichtsuitdrukkingen en gebaren) goed te interpreteren. Ook wordt er vaak van hen verwacht dat zij hun communicatiestijl aanpassen aan de situatie en aan anderen, maar je kunt het natuurlijk ook omdraaien.
Autisme en narcisme kunnen beide naast elkaar en onafhankelijk van elkaar voorkomen. Dit betekent dat er een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) diagnose gemaakt kan worden, met daarnaast een comorbide Narcistische Persoonlijkheidsstoornis (NPS).
Asperger. Asperger lijkt wat betreft sociale problemen en communicatieproblemen op klassiek autisme. Het verschil is dat mensen met Asperger wel goed kunnen praten en leren. Het is echter wel moeilijker voor deze groep om taal te begrijpen en te begrijpen wat andere mensen denken en voelen.
Aangenomen wordt dat het hierbij gaat om een interactie tussen genetische- en omgevingsfactoren. Met andere woorden: iemand kan een genetische aanleg hebben voor autisme, maar óf hij of zij ook daadwerkelijk autisme ontwikkelt hangt mogelijk onder meer af van invloeden uit de omgeving.
Uit het onderzoek blijkt dat mensen met autisme én een verstandelijke beperking 30 jaar eerder sterven, op een gemiddelde leeftijd van 39 jaar.
Je hoort veel geluiden om je heen en ziet veel kleuren. Je hersenen kunnen al die informatie tegelijk moeilijk verwerken. Heftige beelden, veel geluiden, kleuren. Dit is een beetje hoe iemand die autistisch is, de wereld ervaart.
Het gaat vaker 'doen-alsof spel' vertonen en er worden steeds complexere verhalen uitgebeeld. Vanaf ca. 4-5 jaar: Het spel van het kind krijgt steeds meer regels, zoals leren beurt nemen en het volgen van instructies. Kinderen spelen nu echt samen met andere kinderen, rollenspelen zijn vaak favoriet.
Sommige volwassenen met autisme huilen veel, maar vooral als reactie op overprikkeling of emotionele stimulering, niet zo zeer uit persoonlijk verdriet. Daarnaast kunnen ze ook last hebben van andere atypische huilreacties, zoals huilen als je boos bent of juist niet kunnen huilen.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
Mensen met autisme zijn ermee geholpen wanneer zij in kaart brengen wat goed en minder goed kunnen, en wat ze nodig hebben om goed te functioneren op het werk. Deze punten kunnen in regelmatige evaluerende gesprekken met collega's, begeleider en leidinggevende worden besproken.
De diagnose wordt meestal gesteld door een psychiater of een gz-psycholoog. Dit gebeurt aan de hand van een aantal gedragskenmerken. Er bestaat geen biomarker voor autisme. Een goed diagnostisch traject neemt volgens de Zorgstandaard Autisme ongeveer twaalf tot veertien uur in beslag.
Lange tijd werd gedacht dat als je eenmaal bepaalde kenmerken van autisme hebt, dat die dan je leven lang onveranderd aanwezig blijven. Recent onderzoek toont aan dat dit niet altijd het geval is: soms verminderen of verdwijnen bepaalde kenmerken, en soms verergeren ze juist.
De meeste kinderen met autisme hebben moeite met veranderingen. Plotselinge veranderingen kunnen bij hen vaak leiden tot heftige reacties, zoals driftbuien, blokkades en angstgevoelens. Het schakelen van de ene naar de andere taak of situatie vinden zij lastig.