PSA is een verzamelbegrip voor arbeidsrisico's, die kunnen leiden tot gezondheidsklachten met een psychosociale oorzaak en arbeidsuitval.
Het is werk waarbij je continu fysiek bezig bent. Denk bijvoorbeeld aan het sjouwen van stenen, metselen, bouwen van steigers, graven van greppen en het opruimen van zware materialen.
Koeriers, asfaltafwerkers, wegenbouwers, stratenmakers, havenwerker en noem het allemaal maar op. Dit zijn beroepen waar de spieren regelmatig een optater krijgen. Maar liefst zes op de tien personen verricht fysiek zwaar werk binnen deze beroepsgroep. De bouw is de hofeverancier van fysiek zware beroepen.
Wegenbouw het zwaarst
Wegwerkers en straatmakers staan al jaren- lang bovenaan in de toptien van lichamelijk belastende beroepen.
Nee, uit onderzoek blijkt dat nadenkwerk even zwaar werk is als fysiek werk. Kennelijk hopen bepaalde giftige bijproducten zich op in je hersenen na een lange dag vol nadenkwerk. Hierdoor ben je op een gegeven moment zo mentaal uitgeput, dat je liever alleen nog maar wilt Netflixen bijvoorbeeld.
Soms lukt het werknemers die jarenlang zwaar werk hebben gedaan, niet om door te werken tot hun pensioen. Het kan gaan om lichamelijk zwaar werk, zoals stratenmaker. Of werk met veel stress, zoals politieagent. Ze kunnen dan eerder stoppen met werken.
De verzorging staat op de tweede plaats van lichamelijk belastende beroepen, direct na de bouw. Van de verzorgenden geeft 71 procent aan regelmatig lichamelijk zwaar werk te moeten verrichten, meldt het CBS.
De job van huishoudhulp is een lastig, zwaar en uitputtend beroep dat aanzienlijke fysieke vermoeidheid met zich meebrengt. DéFI is trouwens de enige politieke partij die de federale regering heeft gevraagd om de arbeidsduur van huishoudhulpen te verminderen.
Fysieke overbelasting kan ontstaan als een werknemer de spieren en gewrichten in het lichaam te intensief gebruikt. Fysieke onderbelasting treedt op als de werknemer te weinig beweegt of te lang zit. Zowel fysieke over- als onderbelasting kan leiden tot gezondheidsklachten.
Voorkeur werkenden gaat uit naar uittreden rond 61 jaar
Als het aan werkenden zelf lag, zouden ze het liefst veel eerder stoppen met werken. Hun voorkeur gaat uit naar ophouden met gemiddeld 61,2 jaar, terwijl ze 66,1 jaar verwachten.
Het onderwijs staat bovenaan in het rijtje burn-out-klachten met 20,2 procent van de werknemers, gevolgd door de industrie met 15,7 procent en niet ver daarachter gezondheid en welzijn met 15,1 procent.
Er zullen met name tekorten zijn in de zorg, het onderwijs, de techniek, ICT en beroepen die nodig zijn voor de klimaattransitie. Dit vraagt blijvende inzet van het kabinet, werkgevers en werknemers. Dat schrijft minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer.
De definitie van zware beroepen is door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vastgelegd. Die definitie liegt er overigens niet om: zware beroepen zijn beroepen die zorgen voor fysieke slijtage die onomkeerbaar is, als de werknemer het werk langer dan 30 jaar uitvoert.
Op elk moment van je carrière kan je stoppen met werken. Maar vroeger stoppen dan op het wettelijk bepaalde moment, heeft gevolgen voor je pensioenuitkering. Bovendien krijg je die uitkering pas als je een bepaalde leeftijd hebt bereikt en een bepaald aantal jaren hebt gewerkt. Dat ligt vast in de pensioenstelsels.
Als vuistregel kun je aanhouden dat je 30 keer je jaaruitgaven nodig hebt om te kunnen stoppen met werken. Dit zou bij €3.000 per maand op €1.080.000 uitkomen. Als je ervan uitgaat dat je een goed rendement haalt met je geld, kun je uitgaan van 25 keer je jaaruitgaven (€900.000).
De badkamer, het toilet en de keuken worden dagelijks intensief gebruikt, dus deze ruimtes worden wekelijks grondig gepoetst. Stofzuigen, dweilen en de oppervlaktes worden met een spons en vochtige doek schoongemaakt tot alles weer blinkt. Vervolgens wordt de ene week de benedenverdieping grondig gepoetst.
Het loon van een poetsvrouw met dienstencheques: 1.200 euro netto.
Volgens het de meest recente cijfers uit het Salarisrapport van Jobat.be verdient een voltijdse huishoudhulp gemiddeld zo'n 2.400 euro bruto per maand, wat netto neerkomt op iets meer dan 1.700 euro. Omdat veel huishoudhulpen niet voltijds werken, geven we ook nog even het gemiddelde bruto uurloon mee: 11,50 euro.
Bij 75 procent van de beroepsgroepen geldt dat ze te maken hebben met een zeer krappe arbeidsmarkt. Bij ingenieurs, elektriciens, machinemonteurs, verpleegkundigen en softwareontwikkelaars was de krapte het grootst.
In een artikel in het tijdschrift Economisch Statistische Berichten (ESB) schrijven de drie TNO-onderzoekers dat psychisch zwaar werk vooral voorkomt in de zorg, het onderwijs en bij de politie en de brandweer.
De uitkering is gemaximeerd op 1847 euro bruto per maand. De uitkering wordt berekend aan de hand van uw pensioengevende jaarsalaris (inclusief vakantiegeld, eindejaarsuitkering en ORT). Per maand krijgt u een twaalfde deel van dat jaarbedrag, maar zal nooit meer zijn dan 1847 euro bruto per maand.
Over een periode van 4 weken mag u gemiddeld 55 uur per week werken. Bij cao of bedrijfsregeling mag hiervan worden afgeweken, maar u mag nooit meer dan 60 uur per week werken. Over een periode van 16 weken mag u gemiddeld maximaal 48 uur per week werken.
In beginsel geldt dat u niet meer dan 48 uur gemiddeld per week mag werken, inclusief de uren arbeid tijdens diensten, gemeten over een periode van 16 weken. Bij aanwezigheidsdiensten tellen alle uren van de dienst bij het berekenen van het aantal gewerkte uren per week.