Ofschoon snoek zich in de winter prima met kunstaas laat vangen, zweren veel vissers bij dood aas. Vooral grote snoek is in de winter wat trager, en geeft dan de voorkeur aan een makkelijk te vangen prooi. Dood aas in de vorm van een dode voorn, blei, sardine, spiering of kleine makreel lijkt dan het aas bij uitstek.
Ook zijn kolblei, brasempjes en spiering zeer populair om mee te doodaas vissen op snoek. Naast dit natuurlijke aas wordt er erg veel met zout water vis op snoek en snoekbaars gevist. Denk hierbij bijvoorbeeld aan makreel, haring, sardine, horsmakreel, spiering en sprot.
Toch kiezen de meeste snoekvissers ervoor om onder de dobber met een enkele dreg (haakmaat 1/2/4) te vissen. Deze dreg wordt onder de rugvin van de aasvis bevestigd zodat de vis op een natuurlijke wijze in het water hangt. Vis je op de bodem? Dan is het aan te raden om een takel (haakmaat 4/6/8) in te zetten.
Zet de dobber bij voorkeur zo diep dat de aasvis 20-40 centimeter boven de bodem van het viswater hangt. Dat levert vaak de meeste aanbeten op. Een andere manier van met de dobber en dood aas snoek vissen is meer statisch. Je verankert de aasvis dan met schuiflood op de bodem.
Dood aas wordt door de meeste vissers als een typisch winteraas gezien en dat is eigenlijk zonde. Ook in de zomer kan je prima snoekbaarzen met een klein dood visje of met een stukje vis. Omdat de snoekbaars in de zomer jachtlustig is worden de beste resultaten geboekt met dood aas dat wat in beweging wordt gebracht.
Bij de montage wordt een eerste haak in de bek van de aasvis geprikt terwijl een dreg aan de zijkant bij de rugvin wordt gestoken. De floater zit vast aan een lijntje met een lusje. Dat lusje wordt aan de dreg gehangen waardoor de aasvis netjes boven de bodem hangt en zo extra opvalt voor hongerige snoek.
In ondiep water vang je vaak het beste als je met drijvende pluggen of spinners gaat snoeken. In dieper water werken diep duikende pluggen, zinkende pluggen maar ook shads het beste. De kleur die je kiest om mee te snoek vissen kan bepalend zijn voor succes. Natuurlijke kleuren werken vaak goed in helder viswater.
Snoek vissen met dood aas en pluggen favoriet
Opvallend is dat dood aas en kunstaas pluggen verreweg het hoogste scoren. Tezamen vertegenwoordigen ze met bijna 60% het favoriete aas om mee te snoek vissen. De verdeling tussen deze twee aassoorten is bijna gelijk.
Snoeken voelen zich thuis in gebieden met dichte vegetatie en zacht stromend water, zoals beken, meren en rivieren. Ze houden het meest van koud, diep water. Als de temperatuur te warm wordt, zoeken ze diepere wateren op. Wanneer je gaat snoekvissen, zoek dan naar ondiep water met veel onkruid en gewassen aan de kant.
In de herfst bijt een grote snoek in pluggen, lepels en lokvisjes van de sleepvisser, bij voorkeur op 5-10 meter diep in de buurt van de bodem of in het tussenliggende water, zodat het goed is om verzwaarde en diep duikende pluggen te gebruiken.
De grootste snoek werd op basis van een reconstructie van botfragementen, gevangen in de 4de of 5de eeuw na Chr. in de rivier de Velika. De lengte werd bepaald op 1,82 meter. Als maximum-lengte voor de snoek speculeren de onderzoekers over een lengte van 1,90 tot 2 meter.
Vis je op snoek, snoekbaars en baars dan is nylon gewoon geschikt. Zeker met nylon lijn vanaf 0.20mm kan je elke metersnoek de baas zijn.
Snoeken zijn echte roofvissen en hebben geen natuurlijke vijand behalve zichzelf. De Latijnse naam voor snoek is "Esox lucius".
Moord en kannibalisme, maar geen vijanden
De snoek is de moordenaar van de meren en waterstromen. Daarnaast doet hij zich te goed aan kannibalisme door zijn kleinere soortgenoten na te jagen. Snoeken hebben geen natuurlijke vijanden, naast natuurlijk mensen die snoekbaarsvissen als sport hebben verheven.
Tot een centimeter of tien eten snoeken zoöplankton en macrofauna, daarna hoofdzakelijk vis. Naast andere vissen eten snoeken eigenlijk alles wat in het water zwemt en in hun bek past. Ook amfibieën, jonge vogels en kleine zoogdieren behoren tot de prooidieren.
NL record: 137.5cm/17.25kg. Een + 1 meter snoek wordt bestempeld als groot, en is zeker geen regelmaat, eerder een uitzondering.
Snoek zwemt in Nederland namelijk overal: van het vele stadswater tot de polders en van de grote rivieren tot de uitgestrekte plassen en meren.
Waar kun je ze vinden
In principe kun je ze in bijna ieder water wel vinden, maar toch valt er in de regel wel te stellen dat hoe groter het water is des te groter de kans dat de snoek ook groot is. Goede plekken om eens te gaan kijken zijn dus de grotere rivieren en de meren.
Als je vanaf de kant gaat snoekbaars vissen dan doe je er goed aan om een wat langere hengel te gebruiken. Zeker bij rivieren heb je kans op stenen bij kribben of een steil talud. Met een langere werphengel voorkom je dan dat je vaak vast komt te zitten. Kies ook voor een molen waar je snel mee kan binnenhalen.
De snoekbaars prefereert open water, me- ren, kanalen en grote rivieren. Het is een zoetwatervis die ook brakwater verdraagt. De snoekbaars doet het in tegenstelling tot de snoek goed in troebel voedselrijk water. Niettegenstaande hij ook in Noord Europa voorkomt is hij warmteminnend.
Roofvissen - snoeken in het donker
Als de meeste snoekvissers allang met de warme sloffen aan voor de TV zitten, slaat Sjaak van der Spek zijn slag. In het donker gaat hij eropuit om 'zoetwaterkrokodillen' proberen te vangen.
Doodaas takels
De haakmaat laat je afhangen van het formaat van de aasvis. Als standaard is een takel met twee dreggen maat 4 perfect. Als je met een grotere of kleinere aasvis vist kun je uitwijken naar een grotere maat 2 of een kleinere maat 6.
Zorg ervoor dat het lood zo licht mogelijk blijft, ongeveer tussen de 10 – 35 gram is voldoende. Wanneer je te maken hebt met slecht weer, diep water of een sterke stroming is het genoodzaakt om zwaarder lood te nemen, ongeveer 50 – 70 gram, zo voorkom je dat de lijn weg drijft.
Wat betreft de lijn is gevlochten lijn de juiste keuze. Een dikte van 16/00 volstaat, maar toch zien we dat veel doodaas vissers die echt voor hele grote snoek gaan ook wel eens 18/00 of zelfs 20/00 gebruiken. Vergeet je uitrusting niet compleet te maken met een goede onderlijn.