Een empirische vraag gaat over hoe iets (verschijnsel, gebeurtenis, ontwikkeling) in elkaar zit, welke ontwik- keling het heeft doorgemaakt, wat de functie ervan is of was, wat de moge- lijkheden ervan zijn of waren. Een voorbeeld van een empirische vraag: bestaat er een verband tussen inkomenshoogte en concertbezoek?
Definitie van empirisch onderzoek
Voorbeeld: Empirisch onderzoek Je voert een onderzoek uit over het onderwerp “technologiegebruik”. Je verwacht dat de smartphone het meest gebruikte apparaat is. De resultaten van je enquête laten zien dat participanten over het algemeen het vaakst de smartphone gebruiken.
Empirie is datgene wat men direct ervaart. In aansluiting hierop wordt gesproken over empirische wetenschappen. Daaronder verstaan we vakgebieden waarin kennisverwerving vooral berust op directe waarneming. Wiskunde is een theoretische wetenschap, scheikunde vooral een empirische.
1.4.3 Analytische vraagstelling
Centrale vraagstelling met betrekking tot het analytische gedeelte met bijbehorende deelvragen: Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten van en verschillen tussen de meningen van beide betrokken partijen?
als iets gebaseerd is op waarneming
Voorbeelden: `Bij empirisch onderzoek doe je proeven of experimenten, analyseer je de resultaten en trek je op basis daarvan een conclusie.
empirische formule. De chemische formule van een stof waarin de symbolen netjes in de juiste verhouding naast elkaar geplaatst worden. Het moet een neutrale stof zijn, maar de ladingen worden in de empirische formule er niet bij geschreven. Vaak wordt de empirische formule beschouwd als de verhoudingsformule.
Als zodanig is empirische wetenschap tegenovergesteld aan formele wetenschap, die juist niet op ervaring maar op a priori ofwel ervaringsonafhankelijke beginselen is gebaseerd. Voorbeelden van empirische wetenschappen zijn de natuurkunde, de scheikunde en de sociologie.
Empirisch analytische uitspraken zijn uitspraken waarin Wetten naar voren komen. Dus uit een algemene uitspraak kan worden voorspeld hoe het is specifieke gevallen zal gaan. Empirisch analytische onderzoekers zijn dus voortdurend op zoek naar nomothetische kennis: kennis waar wetten in te herkennen zijn.
Exploratieve onderzoeksvragen
Exploratieve of verkennende onderzoeksvragen zijn bedoeld om meer te begrijpen over een bepaald onderwerp. In de meeste gevallen zijn ze breed of algemeen geformuleerd en is er nog geen sprake van een onderzoeksbias.
Er zijn verschillende soorten onderzoeksvragen, zoals beschrijvende en verklarende vragen. En er zijn evaluatieve vragen en voorspellende en voorschrijvende onderzoeksvragen.
Bij empirisch onderzoek doet een onderzoeker ervaringen op, door het doen van waarnemingen. De waarnemingen bestaan uit empirische gegevens: de data afkomstig van observatie of zorgvuldig opgezette experimenten. Experimenteel onderzoek wordt ook wel empirisch onderzoek genoemd.
Inductie: van een waarneming tot een algemene theorie. Deductie: een hypothese formuleren over de verwachting bij een volgende waarneming. Toetsen: de waarneming reproduceren en de bevindingen bijhouden. Evaluatie: de theorie verifiëren of falsifiëren aan de hand van het experiment.
De empirische literatuurwetenschap is ontstaan als reactie op en poging tot oplossing van het grondprobleem van de hermeneutiek, d.w.z. hoe de geldigheid van interpretaties wetenschappelijk zijn aan te tonen. Dit leidde tot een ontkoppeling van interpretatie en zgn. strikt wetenschappelijke studie van literatuur (bijv.
Een empirisch resultaat wordt verkregen als men experimentele resultaten verklaart zonder zich te beroepen op een uitgewerkte theoretische onderbouwing, maar puur en alleen door analyse van het experiment.
Wanneer je een experiment maar vaak genoeg uitvoert, geven de resultaten een goed beeld van de kans, welke je kunt gebruiken om de kans voor op de uitkomst van een toekomstig experiment te geven. Dit noemen we empirische kansen en wordt uitgelegd in uitlegvideo 1.
Jij bepaalt dus de richting en de inhoud van het gesprek. Jouw gesprekspartner is bijvoorbeeld een fanatiek voetbalfan. Daar gaat het gesprek over (E-in). Jij wilt ook weten of jouw gesprekspartner wat heeft met andere (bal)sporten; je gaat de breedte in met het gesprek (E-ex).
Meestal zijn je eerste twee deelvragen beschrijvende vragen. Tip Een goede hoofdvraag moet zeven eigenschappen bezitten: onderzoekbaar, haalbaar, relevant, specifiek, origineel, complex en focust zich op één probleem.
Kwantitatieve dataverzameling en -analyse richt zich op numerieke data (getallen) en statistiek, terwijl bij kwalitatief onderzoek wordt gefocust op woorden en betekenissen. Beide soorten onderzoek zijn essentieel om verschillende soorten kennis te verzamelen.
Rechtspraak vanuit een empirisch-juridisch perspectief We gaan met een empirisch-juridische bril naar de rechtspraak kijken. Daarbij kijken we niet alleen naar de rechter, maar ook naar alle anderen die hiermee te maken hebben. Het perspectief van de rechter is namelijk maar één perspectief waar men iets van kan leren.
Het interpretatieve paradigma gaat uit van de perceptie dat er geen eenduidige objectiviteit en realiteit bestaat. Volgens dit paradigma bestaan er vele realiteiten die ontstaan door de verschillende ervaringen die individuen beleven.
De empirisch-analytische pedagogiek gaat ervan uit dat er wetmatige verbanden zijn tussen verschijnselen in de werkelijkheid die objectief en controleerbaar te onderzoeken zijn. Analytisch is de werkelijkheid van de opvoeding wordt in onderdelen uiteengelegd en onderzocht.
De empirische pedagogiek is geen normatieve pedagogiek, en zal nooit voorschrijven hoe opvoeding eruit moet zien. Op basis van wetenschappelijke kennis, eigen inzichten en evidence based (wetenschappelijk bewezen) interventies bepalen opvoeders zelf hun aanpak.
Aanname is een correct woord. De betekenis is 'voorondersteld gegeven'. Synoniemen zijn veronderstelling, hypothese en premisse.
Op de werkelijkheid en de ervaring gebaseerd, proefondervindelijk. In tegenstelling tot: theoretisch, speculatief.
Wat is een formule? Een formule is een wiskundige zin met variabelen. Je gebruikt een formule om het verband tussen variabelen te beschrijven of om een rekenregel kort op te schrijven. Een formule wordt vaak zo kort mogelijk geschreven.