Van alle lavendelsoorten staat de 'Grosso' bekend als de lekkerst geurende plant. De hoge bloemenstelen kun je goed gebruiken als plukbloem, en de plant doet het ook goed als haag.
De bekendste soort en het best geschikt voor ons klimaat. Aan te bevelen zijn Lavendel 'Dwarf Blue' (compact), Lavendel 'Hidcote' (donkere tint), Lavendel 'Munstead' (lichte tint), Lavendel 'Richard Grey' (donkere tint), Lavendel 'Alba' (wit) en Lavendel 'Rosea' (roze).
Lavendel Stoechas Anouk of Franse lavendel en kuiflavendel is een heerlijk geurende lavendel die straalt in zijn originele paarse kleur. Van de beide soorten bloeit de lavendel Angustifolia het langst.
Je kan lavendel het hele jaar door planten. Wanneer je ze in de lente plant, kan je ze in de zomer al bewonderen. Wanneer je ze in droge zomermaanden plant, moet je ze goed bewateren. In de herfst is het meestal vochtig genoeg en moet je ze niet bewateren wanneer je ze dan aanplant.
Plant lavendel nooit in bemeste tuinaarde. Bemeste tuinaarde is namelijk dodelijk voor de plant. Lavendel bemesten is sterk af te raden, de plant kan hiervan doodgaan. De plant bloeit het beste in kalkrijke grond.
Lavandula x intermedia 'Grosso'
Van alle lavendelsoorten staat de 'Grosso' bekend als de lekkerst geurende plant.
Lavendel intermedia
Deze soort lavendel kun je herkennen omdat het wat groter en grover is dan de Lavandula angustifolia. Deze tuinplant is half groenblijvend en kan in een paar jaar al 50cm of hoger groeien. Ook deze lavendelsoort staat graag in de volle zon in een goed doorlatende grond.
Voor lavendel geldt dat je twee keer per jaar snoeit, en dit: Voor de bloei: in het voorjaar, na de winter (maart-april). Opgelet, het mag niet meer vriezen! Na de bloei: in het najaar, in september.
Niet gesnoeide lavendel zal snel verwilderen en de groei zal zich verplaatsen van de binnenzijde van de plant naar de buitenzijde. De plant groeit dan enkel nog aan de toppen terwijl de rest van de twijgen sterk gaat verhouten en kaal wordt.
Lavandula angustifolia 'Hidcote' - bloeit met intens blauwe, geurende bloemen van juni tot augustus. Doordat deze lavendelsoort niet hoger wordt dan 40 cm is hij ook ideaal als bodembedekker.
Lavandula angustifolia (lavendel) is een geurende wintergroen struikje. De bloemen zijn violetblauw en ontstaan van juli tot september aan de plant. Dit is de gewone lavendel die als ook als keukenkruid wordt gebruikt.
De uitgebloeide bloemen worden samen met een klein topstukje verwijderd. Het effect hiervan is dat de lavendel voor de winter nieuwe topjes gaat maken. Zo ziet je lavendel er de hele winter fris en groen uit. Tip: van de uitgebloeide bloemen kun je geurzakjes maken voor in de linnenkast of op het toilet.
Lavendel mag je (bijna) nooit water geven. Zelfs in droge periodes in de zomer vindt de plant zelf nog zijn water. Enkel bij nieuwe aanplantingen moet je water geven in droge lentes en zomers. Lavendel zal zelden afsterven vanwege te weinig water, echter wel bij teveel water.
Het voorkomen dat lavendel verhout is vrij simpel. Zorg dat je zowel in het voorjaar als het najaar de lavendel snoeit. Doe je dit niet dan zullen er van het hart van de plant geen jonge scheuten groeien waardoor deze van onder gaat verhouten en uit elkaar zal vallen.
Bij lavendel moet onderscheid worden gemaakt of het een winterharde of een vorstgevoelige soort is. Bij gewone lavendel zijn winterbeschermingsmaatregelen die plaatsvinden na de eerste nachtvorst meestal voldoende. Iets eerder, vóór de eerste nachtvorst, trekt de kwetsbare lavendel de winterverblijven in.
Je kunt het beste lavendel stekken tussen juni en augustus. De stek heeft dan nog genoeg tijd om voor de winterrust te wortelen. Daarvoor heeft hij ongeveer twee maanden nodig.
De lavendel is één van de makkelijkste planten om te snoeien, want het enige wat je hoeft te doen is takjes met de dode, uitgebloeide bloemetjes weghalen. Dat mag vrij rigoureus: je kunt met een heggenschaar alle dode takjes wegknippen tot een hoogte van ongeveer 15 tot 20 cm. Na de bloei snoei je dus tot ⅓ terug.
Planten en verzorgen
Je kunt lavendel het hele jaar door planten, mits het niet vriest of de grond bevroren is, en altijd op een zonnige plek. Voeg meteen rijkelijk kalk toe in het plantgat. Daarna geef je elk jaar of om het jaar een onderhoudsdosis kalk. Verder heeft de plant nauwelijks verzorging nodig.
Tuinier je in potten onder de blote lucht (dus niet onder een afdak) dan kan lavendel snel te nat staan door alle regen die in de pot blijft hangen. Zorg ervoor dat teveel aan water goed weg kan door bijvoorbeeld een laagje hydrokorrels onderin de pot te stoppen en/of de potgrond te mengen met een paar handjes zand.
Wij adviseren om 9 stuks lavendel aan te planten per 1m2. Voor uw borders 8 m2 heeft u dan 72 stuks nodig en voor de andere border 12 m2 heeft u 108 stuks nodig.
Goed om te weten, zet de plant nooit te diep. De kluit van de plant zegt eigenlijk al precies hoe diep je haar kunt planten. Houd daarom deze diepte aan en graaf een gat dat twee keer zo breed is als de kluit van de plant.
Mensen houden dus ontzettend van lavendel. Vliegen, muggen, wespen, mieren, motten en slakken blijven liever weg van de plant. Lavendel is een heerlijk geurende én groenblijvende heester. Het is bovendien een sterke plant die goed tegen droogte en felle zon kan, maar ook bestand is tegen een beetje vorst.
HILLEGOM – Lavendel behoort tot die groep van planten die gek is op bijen, hommels en vlinders. Ze bieden deze onmisbare insecten een feestmaal, de hele zomer door. En als klap op de vuurpijl verspreidt lavendel ook nog eens een heerlijke geur.
De hoofdsnoei valt eind maart/begin april nog voordat lavendel gaat groeien. Knip terug tot boven jonge scheutjes. Snoei de plant niet helemaal kaal, of te ver in het oude hout, u loopt dan het risico dat de takken niet meer uitlopen.