Lucht bestaat voor ongeveer 78 vol. -% uit stikstofgas, 21 vol. -% uit zuurstofgas en bijna 1% argon. Daarnaast bevat lucht sporen van andere edelgassen, een sterk wisselende hoeveelheid waterdamp (0,7 vol.
Stikstof (N2) is een kleur- en reukloos gas dat overal om ons heen is. Ongeveer 78% van alle lucht bestaat uit stikstof. Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mens en milieu. Maar er zijn chemische verbindingen van stikstof in de lucht die wel schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu.
De lucht die je inademt is niet alleen zuurstof, maar een mengeling van verschillende gassen. Het is 78% stikstof, 21% zuurstof en een klein deel (0,03%) is waterdamp, koolstofdioxide en nog wat gassen. Stikstof adem je weer uit, zuurstof wordt opgenomen door de longblaasjes.
Luchtvervuiling bestaat uit een mengsel van verschillende stoffen. Stoffen waar je vaak wat over hoort zijn fijnstof, ultrafijnstof, stikstofdioxide en ozon.
Onvoldoende zuurstof betekent dat er minder dan 18 vol. -% zuurstof aanwezig is, terwijl lucht normaal gesproken 21 vol. -% zuurstof bevat.
Zuurstof - zuurstofgas
Zuurstof is een scheikundig element (O). Bij een standaard temperatuur en druk verbinden twee atomen O zich tot de molecuul O2, zuurstofgas. Zuurstof gaat met vrijwel iedere chemische stof een verbinding aan.
De lucht op onze aarde is een mengsel van verschillende soorten gassen en stoffen. De combinatie van deze stoffen geven de lucht een soortelijke massa (dichtheid) van 1,29 kilogram per kubieke meter. Een kubieke meter lucht weegt gemiddeld 1,29 kilogram.
Lucht bestaat voor ongeveer 78 vol. -% uit stikstofgas, 21 vol. -% uit zuurstofgas en bijna 1% argon. Daarnaast bevat lucht sporen van andere edelgassen, een sterk wisselende hoeveelheid waterdamp (0,7 vol.
Welk gebied in Nederland is het meest vervuild? De hoogste concentratie fijnstof in Nederland komt voor rondom de Randstad en Noord-Brabant. Dit is voornamelijk te wijten aan de drukke snelwegen, de grootschalige industrieën en de hoge bevolkingsdichtheid.
De invloed van de mens op de productie van reactief stikstof heeft gevolgen voor het klimaat. Direct doordat het leidt tot de productie van lachgas (N2O), een broeikasgas met een ongeveer driehonderd keer sterker effect dan het broeikasgas koolstofdioxide.
Stoffen op het werk
Longziekten kunnen ontstaan of verergeren door giftige stoffen, zoals lasdampen of asbest. Maar ook stoffen die onschuldig lijken kunnen invloed hebben op je longen, zoals pollen in de paprikateelt, meelstof in bakkerijen, schoonmaakmiddelen, (haar)verf, kleurstoffen, houtstof en graanstof.
Stof veroorzaakt doorgaans schade aan de longen en het ademhalingsstelsel, maar sommige soorten stof kunnen ook kanker veroorzaken. De voornaamste aandoeningen wegens inademing van gevaarlijk stof zijn: Goedaardige pneumoconiose.
Katoen is een van de meest gebruikte stoffen ter wereld: ongeveer 40% van onze kleding is van katoen gemaakt.
De meest schadelijke stof uit de verzameling van gechloreerde koolwaterstoffen is vinylchloride (grondstof van pvc). Dat kan een verlaagd bewustzijn en kanker veroorzaken. Dit gebeurt echter alleen bij hoge concentraties, die niet door bodemvervuiling kunnen ontstaan.
Stikstof is immers lichter dan lucht en zal de zwaardere zuurstof naar de onderkant van de tank drijven. Om tanks met brandbare producten onder inerte atmosfeer te houden heb je per vulling van de tank éénmaal het tankvolume aan stikstof nodig.
Volgens de NRC heeft buitenlucht een CO2-concentratie van 400 parts per million (ppm). In een gebouw mag de concentratie in een ruimte tussen de 800 en 1.200 ppm bedragen; dat is mede afhankelijk van het gebruik. Bedraagt de concentratie 1.500 ppm of meer, dan is het ook te ruiken. Er hangt dan een bedompte lucht.
Het meeste fijnstof komt in de lucht door wat mensen doen. Fijnstof kan ontstaan uit bijvoorbeeld uitlaatgassen of ammoniak (opent in een nieuw venster) (secundair fijnstof). Natuurlijk fijnstof is bijvoorbeeld opwaaiend stof en zeezout. De luchtkwaliteit verbetert door de overstap naar elektrisch vervoer.
Fijnstofdeeltjes kunnen zowel van antropogene (door de mens veroorzaakt) als van natuurlijke bronnen komen. Vulkaanuitbarstingen, bodemerosie, zeezout of de aanvoer van woestijnzand kunnen natuurlijke bronnen van fijn stof zijn. Ook stuifmeel (van plantaardige oorsprong) kan een component van fijn stof zijn.
Tot de grootste bronnen van stof horen dode huidcellen, zand, dierenharen, kruimels, pollen, textielvezels van kleding, meubels en tapijt en deeltjes die bij bijvoorbeeld koken en roken vrijkomen. Stof kan gedurende kortere of langere tijd blijven zweven en dwarrelt snel op.
Ze blijven lang aanwezig in de lucht. Deze deeltjes kunnen doordringen tot in de longen en een klein deel blijft daar achter na inademen. PM0,1: Dit zijn deeltjes kleiner dan 0,1 micrometer. PM0,1 zijn dus nanodeeltjes en worden ook wel ultrafijnstof genoemd.
Mensen brengen vooral fijnstof in de lucht via industrie en landbouw. Belangrijke natuurlijke bronnen zijn zeezout en opwaaiend bodemstof. Het secundaire deel vormt zich in de atmosfeer door chemische reacties van gassen.
De hoogste temperatuur ligt boven 1000 °C. De dichtheid van de lucht is hier zo laag dat er bijna geen krachten meer voorkomen tussen de moleculen. Lichte moleculen kunnen in de laatste laag ontsnappen uit de dampkring: deze laag heet de exosfeer.
Meteorologen schatten dat het water in de lucht ongeveer 0.001 procent van al het water op aarde bevat. Dat zou neerkomen op een totaal van 12.900 kubieke kilometer water, of 1.29 x 10^16 liter water.
Gasvormig chemische element, symbool O, atoomnummer 8 en molair gewicht 15,9994 g/mol.