Hoe leven ze? Overdag houden de meeste kikkers en padden zich schuil. 's Nachts jagen ze op voedsel, bijvoorbeeld insecten, slakken, wormen en spinnen.
Kikkers vermijden zonlicht en trekken zich overdag terug.
De bruine kikker eet voornamelijk ongewervelden als insecten (kevers, sprinkhanen, spinnen, mieren), wormen, duizendpoten en (naakt)slakken. Af en toe eet hij ook kleine gewervelde dieren zoals muizen en kleinere kikkers. Volwassen kikkers hoeven maar twee tot drie keer per week te eten.
Ze roepen alleen in de periode, dat ze zich voortplanten. Dat begint in mei en loopt af in juni. Sommige volhouders willen ook nog wel eens op een zwoele zomeravond een eindje kwaken. De groene kikkers kwaken nooit het hele jaar.
Kikkers kruipen voor de winterslaap weg in een kuiltje of verlaten holletje van een ander dier of op de bodem van vijvers of sloten. Ze moeten ervoor zorgen dat het een vochtige plek is, anders drogen ze uit. Ze verstijven tijdens hun winterslaap, doordat de beestjes koudbloedig zijn.
ze kwaken om een vrouwtje te lokken voor de paring. Daarom hoor je het gekwaak vooral tussen mei en augustus: dan is het paarseizoen. Het geluid maakt de groene kikker met zijn kwaakblazen: de 'ballonnetjes' die tevoorschijn komen aan de zijkant van zijn kop.
Kikkervisjes worden gegeten door o.a. watertorren, vissen, salamanders en libellen-larven. De grootste vijanden van kikkers zijn o.a. reigers, ooievaars, buizerds, ratten en egels.
Vooral stilstaand water is voor een kikker een fijne plek om te verblijven. Wanneer je een vijver, vogelbadje of schaaltjes water in de tuin hebt staan, zul je de kans op het aantrekken van kikkers vergroten. Kikkers uit de tuin houden kan het beste door deze waterbronnen te verwijderen.
Kikkers kwaken er vanaf eind april tot en met juni overal op los. Gewoon in sloten, plassen en poelen bij jou in de buurt, maar ook in de gebieden van Natuurmonumenten.
De mannetjes van kikkers en padden kwaken in het voorjaar om vrouwtjes te lokken. De meeste soorten versterken het geluid met behulp van kwaakblazen.
Ze groeien echter snel; al in de eerste herfst na de metamorfose zijn ze al 3 tot 3,5 centimeter, het volgende jaar al 5 cm. De bruine kikker bereikt in de natuur een leeftijd van ongeveer 6 tot 8 jaar maar er zijn exemplaren beschreven van meer dan 10 jaar oud.
Hij houdt van de zon. In vijvers of poelen die grotendeels in de schaduw liggen, zult u vaak geen groene kikker aantreffen. Ligt de vijver echter in de volle zon, zult u dit prachtige dier vaak op bladeren of aan het wateroppervlak terugvinden.
Overigens, de kikkers bijten niet, het gif zit in de huid en komt vrij bij overmatige stress en is slechts dan gevaarlijk indien het in de bloedbaan van een aanvaller komt.
Volwassen kikkers, padden en amfibieën kruipen het land op. Maar ze blijven van vochtige plekjes houden. Een vochtige grasmat, tuinplanten die een aaneengesloten plantenbed vormen (dus geen open stukken grond ertussen) en op achteraf stukjes een hoop met bladeren. Het levert geheid amfibieën op.
Als het zo donker is dat wij mensen niets kunnen zien, blijken kikkers prima zicht te hebben en zelfs kleuren waar te kunnen nemen.
Het kan je wakker houden 's nachts: het kwakende geluid van kikkers buiten. Tegelijkertijd is dit kwaken ook een teken dat het voorjaar eraan komt of zelfs al is begonnen. Het geluid dat je hoort, is afkomstig van de groene kikker. Deze inheemse soort maakt dit geluid tijdens de voortplantingsperiode.
Hoewel kikkers geen oorschelpen hebben, kunnen ze wel degelijk horen. Ze hebben net als mensen een trommelvlies, maar dat zit bij kikkers gewoon aan de buitenkant. Bij bruine en groene kikkers kun je dat vaak goed zien als een rondje net achter de ogen.
Groene kikkers en soms ook salamanders overwinteren weggekropen in de bodemmodder van kleine wateren. Omdat ze net als de vissen koudbloedig zijn, neemt hun lichaam de temperatuur aan van de omgeving, onder het ijs maar een paar graden boven nul. Ook zij gebruiken daarom maar heel weinig energie.
De kikkers en salamanders (Amfibiën) kunnen de osmotische balans met zeewater niet vinden. De meeste kikkers kunnen ook door hun huid ademen. Het zoute water zou deze functie flink tegen werken.
Dit is kikkerdril! Een vrouwtjeskikker legt in het voorjaar haar eitjes in het water. De eitjes groeien vervolgens uit tot kikkervisjes. Kikkerdril vind je van ongeveer maart t/m juni in slootjes en vijvers.
Het is een fantastisch roofdier dat alles eet wat beweegt en wat niet te groot is om in te slikken. Hij eet allerlei verschillende soorten insecten, krekels, spinnen en slakken. Soms eet hij ook een muis, een vogel, een vis of een salamander. Kikkers zijn ook kannibalistisch.
Het verplaatsen van kikkers is in ons land strafbaar.
Kikkervisjes eten algen uit het water waardoor het helderder blijft. Als er geen kikkers waren zouden er veel meer muggen zijn, denk hierbij vooral aan de malariamug. Omdat kikkers water direkt via hun huid opnemen zijn ze erg gevoelig voor verontreinigd water en kunnen ze als graadmeter voor het milieu dienen.
Meestal zijn het de mannetjes die kwaken, daarvoor hebben ze een beter ontwikkelde opblaasbare kwaakblaas. Wijfjes bezitten deze ook maar ze is niet zo groot en minder rond.
Kikkerdril ofwel kikkereitjes, doen er een paar dagen over om uit te groeien tot kikkervisjes. Langzamerhand krijgen de kikkervisjes pootjes. Na ongeveer drie maanden zijn het niet langer visjes maar kikkers, ze moeten nu boven water komen om te ademen. Het is tijd om ze weer vrij te laten worden.