Compost houdt je bodem luchtig, en slaat tegelijk water op. Bovendien houdt het koolstofdioxide vast in de bodem, wat uiteraard goed is voor het klimaat. Jaarlijks compost toevoegen, reguleert ook de zuurtegraad van de bodem.
Compost ontstaat door de vertering van plantaardig materiaal. Dit is de milieuvriendelijkste bemesting, vooral omdat je voedingsstoffen (plantenresten) uit de tuin hergebruikt. Compost houdt het bodemleven met nuttige bacteriën in evenwicht en gaat ziekteverwekkers tegen.
Hoe en wanneer breng je dan compost in de tuin? Als je elk jaar in het voorjaar of in het najaar een laagje van zo'n 2 tot 5 centimeter over je tuin verdeelt, is dat in principe genoeg. Let wel heel goed op, dat het goede compost is en dat er vooral geen onkruidzaden in zitten.
Compost is in principe voor elke plant te gebruiken. Echter moet je wel uitkijken met planten die houden van zure grond (bijv. conifeer).
Compost verrijkt de bodem met humus. Deze extra humus zorgt ervoor dat de bodem meer water kan vasthouden. In droge periodes zie je het verschil maar ook dus wanneer er op korte tijd net heel veel regen valt. In de herfst en vroege winter geef je met compost een ideale onderhoudsbeurt aan je tuin.
Compost wordt vaak gebruikt door moestuiniers om de structuur van hun bodem te verbeteren. Maar door te grote hoeveelheden te gebruiken, neemt het risico op uitspoeling van fosfor en stikstof in het oppervlaktewater toe, zo waarschuwt Velt, de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren.
Wanneer is compost klaar? Wanneer het mengsel bruin en kruimelig is en een licht zoete geur krijgt, is je compost klaar voor gebruik. Het hele proces kost ongeveer zes maanden als de hoop regelmatig gekeerd is, maar het kan ook veel langer duren.
Compost heeft een hogere voedingswaarde voor de bodem dan bemeste tuinaarde. Potgrond is grondsoort met een specifieke structuur, speciaal voor het planten van bloemen en planten in potten. In tegenstelling tot reguliere tuinaarde is potgrond licht van gewicht en bevat het voedingsstoffen.
Compost is een uitstekende bodemverbeteraar en zorgt het jaar rond voor een gezonde bodem en sterke planten. Zowel struiken gras, bomen, bloemen, vaste planten, groenten... zijn gebaat met een vitaminekuur van dit 'zwarte goud'.
Alleen looistoffen en harsen hebben meer tijd nodig om af te breken. De micro-organismen (vooral schimmels en bacteriën) in jouw bodem en composthoop breken alle plantenstoffen af tot veilige voeding voor andere planten.
Geen compost: wortel, pastinaak, veldsla, groenlof, ajuin, sjalot, knoflook, erwt, boon, tuinboon, witlof en schorseneer. Door wisselteelt krijgen jouw wortelen nog genoeg oude kracht uit de compost die jouw kolen het jaar daarvoor kregen.
Compost kunt u niet ongemengd als potgrond gebruiken. In het voorjaar de grond uit de bloembakken vermengen met (maximaal) 20 procent compost. Bij het oppotten de potgrond vermengen met 10 procent compost of jaarlijks een dun laagje bij de plant strooien.
Organische mest, zoals koemest, champignonmest en compost, stimuleert het bodemleven en bevat zeer veel verschillende voedingsstoffen die bovendien langzaam vrijkomen. Organische mest bevat natuurlijke grondstoffen. In minerale tuinmest, ook kunstmest genoemd, zit voornamelijk stikstof (N), fosfor (P) en kali (K).
Nee, het composteringsproces is er op gericht om kiemkrachtige zaden en ziektekiemen af te doden. Zelfs de meest resistente planten zoals Japanse duizendknoop en knolcyperus worden in een professionele compostering afgedood en mogen gerust bij het groen- of gft-afval.
Wormen zijn de composteerders van de bodem en hun uitwerpselen zitten vol met de juiste micro-organismen. Deze micro-organismen helpen tomatenplanten voeding uit de bodem te halen, maar zorgen ook dat bijv. wortelziektes minder snel de kans krijgen om een wortel te infecteren.
Niet composteerbaar
dierlijke producten (beenderen, vleesresten, charcuterie, haar en pluimen, kattenbakvulling, mosselschelpen, eierschalen ...) gekookt of bereid voedsel (brood, koekjes, gebak, gekookte groenten, olie- en vetrijke zaken ...)
Het is dus perfect mogelijk om in een dikke laag compost groenten kweken, het gaat zelfs zeer goed, maar … Je moet zeker kwaliteitscompost nemen en deze moet voldoende uitgewerkt zijn! Probeer je bedden goed op voorhand aan te leggen en test desnoods je compost een tijdje voordat je volop begint te planten en zaaien.
Wanneer je een hoop correct opzet en afgedekt laat liggen, duurt het 14 tot 18 maanden alvorens er sprake is van bruikbare compost. Eén keer omzetten verkort dat tot 7 tot 9 maanden, nog een keer omzetten tot 14 tot 18 weken, etc.
Allerlei groenteresten zoals aardappelschillen mits deze niet bepoederd zijn, peulen van erwten, bonen en zo verder, zijn bij uitstek geschikt voor de composthoop. De schillen, pitten en klokhuizen van inlands en exotisch fruit, maar ook van citrusvruchten zijn ook geschikt.
Compost houdt je bodem luchtig, en slaat tegelijk water op. Bovendien houdt het koolstofdioxide vast in de bodem, wat uiteraard goed is voor het klimaat. Jaarlijks compost toevoegen, reguleert ook de zuurtegraad van de bodem.
Een losse structuur, voldoende humus en de juiste hoeveelheid meststoffen zijn belangrijke eigenschappen van goede tuingrond. Is de grond in de tuin niet van een goede kwaliteit dan kunt u de grond verbeteren met bemeste tuinaarde. Het is een fijne zwarte aarde, op basis van veenproducten, die bodem verbeterend werkt.
Het is zeker 3 tot 6 maanden houdbaar. U kunt de compost in zakken doen en bewaren voor later gebruik.
De beste periode voor het strooien van compost is maart of april (voorafgaand aan het groei seizoen), of bij zware kleigrond in de herfst. Eenjarige planten en / of rozen hebben het meeste baat bij twee keer bemesten (juni). Compost op het gazon kan het beste ook twee keer per jaar worden gestrooid.
Zet je compostbak of hoop in de halfschaduw met enkele uren zon per dag. Als je de hoop goed opbouwt en Ieder jaar even omschept dan kan je dat in het voorjaar op je tuin uitspreiden. Bladafval kun je beter op een aparte plek laten composteren, omdat dat veel langer duurt.
Tijdens de herfst- en winterperiode brengen we een laagje van 2-3 tot 5 cm compost aan tussen de planten. Hoe fijner de compost hoe dunner de laag kan zijn. Fijne of gezeefde compost onderdrukt ook beter de onkruidgroei dan grove compost. In het voorjaar meng je de compost door de bovenlaag van de bodem.