De kikkers worden het beste niet met de handen gevangen. Het in de hand vasthouden van de kikkers an sich is namelijk niet makkelijk. Ze zijn niet alleen fragiel, maar ontsnapping uit de handen zal veel gemakkelijker plaatsvinden dan bij de betere alternatieven.
Ze behoren tot de gewervelde dieren en zijn koudbloedig dit wil zeggen dat ze zich aanpassen aan de temperatuur om zich heen. Daarom vinden ze het niet prettig wanneer we ze aanraken, omdat onze hand ongeveer 37° warm is en hun huid kan verbranden of kwetsen.
Geen zorgen, kikkerurine is niet gevaarlijk – tenzij je met een giftige soort te maken hebt. Een twintigtal seconden je handen wassen met zeep is wel aan te raden, omdat er bacteriën in de urine zitten die via kleine wondjes in je bloedsomloop kunnen terechtkomen. Een kikker oppakken doe je dus maar beter niet.
Voor mensen is het oppakken van een gewone pad niet gevaarlijk, maar het is altijd raadzaam om na het oppakken van een pad je handen goed te wassen.
Padden hebben geen gladde huid, maar juist bobbeltjes die op wratten lijken. Het zijn klieren die de pad onsmakelijk maken. Vanwege het pokdalige uiterlijk denken sommige mensen dat je wratten krijgt wanneer je een pad aanraakt. Dat is niet waar; bij de mens veroorzaken virussen wratten en de ene mens besmet de andere.
De bruine kikker eet voornamelijk ongewervelden als insecten (kevers, sprinkhanen, spinnen, mieren), wormen, duizendpoten en (naakt)slakken. Af en toe eet hij ook kleine gewervelde dieren zoals muizen en kleinere kikkers. Volwassen kikkers hoeven maar twee tot drie keer per week te eten.
Zo'n gifklier maakt een melkachtige en bijtende vloeistof (secreet) aan. Wanneer een pad in het nauw komt, dan wordt deze gifstof uitgescheiden. Deze gifstof geeft op huid en slijmvliezen van mens en dier een heftige irritatie. De in Nederland voorkomende padden scheiden beperkt gifstoffen uit bij dreigend gevaar.
Hierdoor lijkt de pad veel groter en is het moeilijker voor een slang om de pad door te slikken en druipt de vijand soms alsnog af. De gewone pad laat als het dier in de hand wordt genomen de urine lopen en maakt soms piepende geluidjes, maar zal nooit bijten.
Padden hebben minder vijanden maar ze moeten wel goed oppassen voor slangen en ze zijn eveneens niet veilig voor roofvogels en reigers.
Kikkers mag je niet vangen, kikkerdril wel
Je mag ze dus niet vangen en mee naar huis nemen. Je mag wel kikkerdril vangen en de eitjes thuis laten uitkomen. Je kan dan heel mooi de ontwikkeling zien van kikkerdril via kikkervisje naar kikker.
Overigens, de kikkers bijten niet, het gif zit in de huid en komt vrij bij overmatige stress en is slechts dan gevaarlijk indien het in de bloedbaan van een aanvaller komt.
In de sloot of plas zijn ze altijd erg schuw. Bovendien is het daar vaak moeilijk om op kikkerhoogte te fotograferen. Heb je echter een vijver in je tuin of ken je iemand met een vijver waar groene kikkers in zitten dan wordt het een ander verhaal. De kikkers in een vijver zijn namelijk erg makkelijk tam te maken.
Bij overlast van kwakende kikkers gaat het bijna altijd over groene kikkers. Het zijn alleen de volwassen mannetjes,die roepen. Ze maken daarmee onderling hun aanwezigheid kenbaar en proberen vrouwtjes te lokken. Ze roepen alleen in de periode, dat ze zich voortplanten.
Hoewel kikkers geen oorschelpen hebben, kunnen ze wel degelijk horen. Ze hebben net als mensen een trommelvlies, maar dat zit bij kikkers gewoon aan de buitenkant. Bij bruine en groene kikkers kun je dat vaak goed zien als een rondje net achter de ogen.
Voor veel soorten liggen het zomer- en winterbiotoop binnen een straal van enkele tientallen tot honderden meters rond het voortplantingswater. Voor enkele soorten, zoals bijvoorbeeld de gewone pad, kan het winterbiotoop tot wel enkele kilometers verwijderd zijn van het voortplantingswater.
Kikkers vermijden zonlicht en trekken zich overdag terug.
Een groene kikker is een waterdier, dat maar zelden aan land komt. Bij gevaar springt hij zo snel mogelijk in het water en duikt onder tot het gevaar geweken is. Bij het zwemmen gebruikt hij vooral de sterke achterpoten, die voorzien zijn van zwemvliezen.
Pijlgifkikkers. Soorten
Kikkers en padden die in Nederland mogen worden gehouden zijn kikkers en padden van buiten Europa. Met name pijlgifkikkers worden veelal gehouden.
Je ving dan kikkervisjes, de larven van kikkers en padden. Iedereen die in de buurt van vijvers of sloten woont kan de kikkers en padden nu weer horen kwaken. Het zijn eigenlijk hele mooie diertjes die we moeten koesteren.
Sommige padden behoren tot het geslacht 'Bufo', zoals de coloradopad en de reuzenpad, en kunnen via hun huid lichaamssap afscheiden die de stof bufotenine bevat. Deze stof heeft een hallucinerend effect op de mens, vergelijkbaar met LSD.
De gewone pad is één van de algemeenste amfibieën in Nederland. De soort komt bijna overal voor, ook in stedelijk gebied zoals bij wat grotere tuinvijvers en in parken. Padden hebben een droge huid en kunnen redelijk goed tegen uitdroging.
Het verschil tussen een kikker en pad
De huid is glad en vochtig en het dier kan met zijn lange achterpoten goed springen en snel zwemmen.