Deze antidepressiva beïnvloeden stoffen in de hersenen, die bepalend zijn voor de gevoelens en die een sombere (of vrolijke) stemming veroorzaken. Die stoffen of mechanismen heten neurotransmitters. Ze zorgen ervoor dat de verschillende zenuwen goed met elkaar communiceren.
Antidepressiva kunnen ervoor zorgen dat je negatieve gevoelens en gedachtes minder heftig zijn. Gevolg is vaak dat ook je positieve gevoelens wat minder worden. Het haalt als het ware de scherpe kantjes van je stemming af. Als je veel last hebt van 'afvlakking', kan het soms helpen om je dosering iets te verlagen.
Belangrijke bijwerkingen van antidepressiva zijn onder andere persoonlijkheidsveranderingen, afvlakking en soms (verergering van) zelfmoordneigingen.
Antidepressiva maken de hoeveelheid serotonine in de hersenen hoger door het opruimen van serotonine te stoppen. Dit zorgt ervoor dat er meer serotonine over blijft om als boodschapper te werken.
Onttrekkingsverschijnselen zijn voor alle antidepressiva ongeveer gelijk. U kunt zich grieperig gaan voelen, zweten, rillen, spierpijn hebben, u zwak voelen, trillen en een verminderde eetlust hebben. Ook kunt u hoofdpijn krijgen. Klachten als diar- ree, misselijkheid, braken en buikpijn komen ook vaak voor.
Je kunt medicijnen tegen depressie of angst levenslang slikken. Voor sommige mensen is dat zelfs de beste keuze. Denk dus niet dat je uiteindelijk moet stoppen met je medicijnen tegen depressie of angst. Dat is een keuze, die afhangt van jouw persoonlijke situatie.
Combineer SSRI's en serotonerge TCA's niet met andere serotonerg werkende medicatie, zoals antimigrainemiddelen (triptanen) en ook niet met tramadol en Sint-Janskruid. Bij deze combinaties kan het zeldzame, maar mogelijk dodelijke serotoninesyndroom optreden.
Het idee dat extreme somberheid wordt veroorzaakt door een tekort aan de een stofje in het brein, namelijk serotonine, verliest aan grond. En dat terwijl de meeste antidepressiva – die soms wel, soms niet helpen – nog steeds op dat idee zijn gebaseerd. Van antidepressiva kun je soms nog somberder worden.
Recente studies wijzen omega 3-vetzuren (het vet dat in vis zit, vooral in vette soorten als zalm, haring en makreel) aan als een van de actiefste natuurlijk voorkomende middelen tegen depressie. Ze spelen een grote rol in de omzetting van tryptofaan naar serotonine.
Antidepressiva werken niet direct vanaf het begin. Meestal merk je pas na twee tot vier weken dat je stemming verandert. Het kan ook zijn dat een bepaald middel bij jou niet blijkt te werken, maar een ander middel wel. Het opbouwen van antidepressiva kan dus enkele weken duren.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
Patiënten die liever stoppen met antidepressiva na negatieve berichten in de media, doen dit best in samenspraak met hun behandelende arts. De dosis moet geleidelijk afgebouwd worden, anders treden ontwenningsverschijnselen op.
Antidepressiva. Medicijnen tegen depressie (antidepressiva) kunnen ervoor zorgen u meer wil eten (meer eetlust). Het ene antidepressivum heeft meer invloed op de eetlust dan een ander antidepressivum. Ook kan de toename van de eetlust per patiënt verschillen.
Antidepressiva zijn vaak zeer nuttig bij de behandeling van ernstige depressies, en veel mensen danken er zelfs hun leven aan. Maar dat neemt niet weg dat een enkeling er averechts op kan reageren, net zoals er mensen bestaan die overgevoelig zijn voor een kiwi.
Antwoord. Ja, je kunt inderdaad manische verschijnselen krijgen door behandeling met een antidepressivum zoals venlafaxine. Het is in de mate die jij beschrijft vrij zeldzaam, en duidt mogelijk op een onderliggende gevoeligheid voor bipolariteit.
Het duurt meestal 2 tot 4 weken voor de depressieve symptomen verminderen. Als een behandeling met een antidepressivum succes heeft, adviseren artsen meestal om het middel 6 maanden tot een jaar te gebruiken. Als bij u depressies telkens terug komen, is het zelfs verstandig om het middel nog langer te gebruiken.
Een hoge dosis vitamine B6 kan mogelijk helpen tegen angst en depressie. Een onschuldig vitaminepilletje om je weer blij te voelen, het zou ideaal zijn. Zo ver is het nog niet helemaal. Maar onderzoek wijst wel uit dat zo'n 100 mg vitamine B6 per dag negatieve stemmingswisselingen kan helpen voorkomen.
De veiligste antidepressiva zijn over het algemeen de SSRI's omdat die vaak goed worden verdragen. Een huisarts geeft SSRI's over het algemeen de voorkeur. Echter lijken TCA's weer effectiever te zijn bij mensen die last hebben van een ernstige depressie en die opgenomen zijn in een klinische voorziening.
“Als je gelukkig wil worden moet je geen antidepressiva slikken. Als je somber bent en je ziet het leven écht niet meer zitten, dan kunnen ze helpen om het leven draaglijker te maken. Het werkt even goed als veel andere medicijnen. Het is wel zo dat de werking individueel is bepaald.”
Langdurige stress kan ertoe leiden dat cellen in de hippocampus beschadigd raken en sneller verouderen. Dit zou kunnen verklaren waarom mensen met een depressie ook sneller ouderdomsziekten krijgen, zoals hart- en vaatziekten en dementie.
Alcohol en drugs kunnen een depressie veroorzaken en verergeren. Vaak zijn er ook zorgen over praktische problemen, zoals geld, werk, het gezin of woonruimte.
Het maakt niet uit op welk tijdstip van de dag u dit medicijn neemt. Als u veel last heeft van de versuffende werking, neem het dan 's avonds voor het slapengaan in. Heeft u juist veel last van onrust en kunt u er slecht van slapen, dan kunt u het beter 's ochtends innemen.
Middelen als fluoxetine (Prozac), cipramil (Citalopram) en paroxetine (Seroxat) kennen een standaard startdosering van 20 mg eenmaal per dag, voor escitalopram is dit 10 mg, voor sertraline (Zoloft) 50 mg, voor duloxetine (Cymbalta) 60 mg, voor venlafaxine (Efexor) 75 mg.
Het effect van de combinatie alcohol en antidepressiva is moeilijk te voorspellen en wordt daarom afgeraden. Alcohol en TCA worden beide afgebroken in de lever. Hierdoor wordt de lever extra belast, waardoor de afbraak van het medicijn kan worden vertraagd.