Citalopram zorgt voor een betere stemming en het maakt u minder angstig. Hierdoor piekert u minder, slaapt u beter, bent u minder prikkelbaar en trilt u minder. Het zorgt ook dat een man minder snel klaarkomt tijdens het vrijen.
Volwassenen Citalopram dient dagelijks in een enkele orale dosis van 16 mg (8 druppels) te worden toegediend. Afhankelijk van de individuele respons kan de dosis worden verhoogd tot maximaal 32 mg (16 druppels) per dag.
Volwassenen: Citalopram dient te worden toegediend als een enkelvoudige orale dosis van 20 mg per dag. Afhankelijk van de individuele respons kan de dosis worden verhoogd tot maximaal 40 mg per dag. Ouderen (> 65 jaar): Voor ouderen dient de aanbevolen dosering gehalveerd te worden, d.w.z. 10-20 mg per dag.
20 mg citalopram begindosering bij depressie
Afhankelijk van het effect kan de arts de dosering verhogen tot maximaal 40 mg citalopram per dag. Dit staat ongeveer gelijk aan zestien druppels per dag. Bij ouderen is de aanbevolen dosering 10 tot 20 mg citalopram (vier tot acht druppels) per dag.
Citalopram bij depressie
De arts kan citalopram voorschrijven waardoor depressieve klachten afnemen. Je voelt je energieker en het verbetert je stemming.
Het effect van citalopram merkt u niet meteen, maar pas na twee tot vier weken. De eerste twee weken van de behandeling kunt u zelfs meer last van angst krijgen. Ook heeft u de eerste weken meer kans op bijwerkingen.
Bijwerkingen: Citalopram verhoogt risico op hartstilstand
Ze wijzen er onder andere op dat deze stoffen bij grote doses hartritmestoornissen kunnen veroorzaken, met name een verlenging van het QT-interval. De stof citalopram verhoogt mogelijk het risico op een hartstilstand.
De volgende bijwerkingen van citalopram komen vaak voor (één op de tien gebruikers): Rusteloosheid, nervositeit. Vermoeidheid.
Gelijktijdig gebruik van serotonerge geneesmiddelen, zoals opioïden (zoals tramadol) en triptanen (zoals sumatriptan) kan de serotonerge werking mogelijk versterken en leiden tot het serotoninesyndroom. Gelijktijdig gebruik van SSRI's met lithium of tryptofaan kan leiden tot een hogere incidentie van bijwerkingen.
Het maakt niet uit op welk tijdstip van de dag u dit medicijn neemt. Als u veel last heeft van de versuffende werking, neem het dan 's avonds voor het slapengaan in. Heeft u juist veel last van onrust en kunt u er slecht van slapen, dan kunt u het beter 's ochtends innemen.
Huisarts: Het is bekend dat de angstklachten bij het starten van citalopram tijdelijk toenemen en dat oxazepam helpt deze periode te overbruggen. Als de citalopram gaat werken heb je de oxazepam niet meer nodig.
Met betrekking tot mogelijke bijwerkingen op de langere termijn is bekend dat citalopram aanleiding kan geven tot het optreden van oorsuizen. Dit geldt in het bijzonder voor de zogenaamde tricyclische anti-depressiva, maar ook voor citalopram. Bij andere SSRI ziet men dit eigenlijk niet optreden.
Citalopram behoort tot de SSRI´s (serotonineheropnameremmers). Gewichtsverandering komt vaker voor bij SSRI's en wordt gemeld als een van de bijwerkingen. Citalopram kan zowel gewichtstoename als gewichtsafname veroorzaken. Gewichtsafname komt bij ongeveer één op de tien gebruikers voor.
Medicijnen tegen een angststoornis en depressie (antidepressiva) kunnen helpen bij een paniekstoornis. Voorbeelden zijn citalopram, sertraline, paroxetine of clomipramine. Uw behandelaar legt uit hoe en hoe vaak u de medicijnen moet innemen. Het is belangrijk dat u de medicijnen steeds op tijd inneemt.
De verschijnselen beginnen meestal één tot vier dagen na de laatste dosering en kunnen tot drie weken aanhouden. Niet iedereen heeft ontwenningsverschijnselen. Het is belangrijk deze verschijnselen niet te verwarren met een recidief depressie. Het beste is daarom dan ook om nog even dit vol te houden.
Antidepressiva kunnen ervoor zorgen dat je negatieve gevoelens en gedachtes minder heftig zijn. Gevolg is vaak dat ook je positieve gevoelens wat minder worden. Het haalt als het ware de scherpe kantjes van je stemming af. Als je veel last hebt van 'afvlakking', kan het soms helpen om je dosering iets te verlagen.
Voorbeelden van slaapmiddelen zijn temazepam, midazolam en zopiclon. Antidepressiva zijn medicijnen die bij angst en depressie worden gebruikt. Voorbeelden van antidepressiva zijn citalopram, paroxetine, mirtazapine en venlafaxine. Tryptofaan werkt kalmerend.
Kan ik verslaafd raken aan citalopram? Citalopram is net als alle andere SSRI's niet verslavend. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je steeds meer behoefte hebt om het medicijn vaker te gebruiken dan voorgeschreven. Wel kunnen er onttrekkingsverschijnselen optreden als je stopt met het middel.
Als meest bekende bijwerkingen worden genoemd: misselijkheid, droge mond, slaperigheid, slapeloosheid en hoofdpijn. Deze bijwerkingen treden meestal bij het begin van de behandeling op en worden na enkele weken meestal steeds minder.
Combineer SSRI's en serotonerge TCA's niet met andere serotonerg werkende medicatie, zoals antimigrainemiddelen (triptanen) en ook niet met tramadol en Sint-Janskruid. Bij deze combinaties kan het zeldzame, maar mogelijk dodelijke serotoninesyndroom optreden.
In het kort
Antidepressiva zijn medicijnen die kunnen helpen bij een depressie of angststoornis, vooral bij ernstige klachten. U merkt pas na 4 tot 6 weken of de medicijnen bij u goed werken. U kunt al wel eerder bijwerkingen krijgen, zoals slaperigheid en duizeligheid.
Bijvoorbeeld citalopram, paroxetine, mirtazapine en amitriptyline. Bij de meeste medicijnen mag u (auto)rijden als u geen last meer heeft van bijwerkingen. Van sommige medicijnen wordt u wel slaperig. Dan mag u meestal (een tijd) niet rijden.
Je kunt medicijnen tegen depressie of angst levenslang slikken. Voor sommige mensen is dat zelfs de beste keuze. Denk dus niet dat je uiteindelijk moet stoppen met je medicijnen tegen depressie of angst. Dat is een keuze, die afhangt van jouw persoonlijke situatie.
PSYCHOLOGIE Medicijnen tegen depressie – de zogenaamde antidepressiva – nemen niet alleen de depressieve gedachten weg bij mensen, maar zorgen ook voor persoonlijkheidsveranderingen. Een nieuwe onderzoek toont aan dat patiënten minder neurotisch worden. Ook gedragen mensen zich extraverter dan voorheen.