∩ en, doorsnede (A∩B de kans op A en B) ⊂ onderdeel van, deelverzameling van (A⊂B verzameling A valt geheel binnen B)
Voor de unie gebruiken we het symbool U, en de unie bevat alle getallen die in één van beide verzamelingen zit.
In de wiskunde wordt het symbool ∀ gebruikt voor de universele kwantor. In dit geval is de omgekeerde A geen letter, maar een wiskundig symbool.
Natuurlijke getallen zijn de getallen 0,1,2,3,4,... We spreken dus over alle positieve gehele getallen en het getal nul. De verzameling van natuurlijke getallen wordt aangeduid met het symbool N.
Een symbool staat voor een waarneembaar teken of voorwerp dat iets abstracts uitbeeldt. Een symbool krijgt waarde als men een bepaalde betekenis verbindt of gevoel krijgt bij het teken of voorwerp. Deze betekenis is geheel afhankelijk van de sociaal-culturele achtergrond van een persoon.
Hart. Het hart wordt gezien als het symbool voor liefde. Aangezien ons hart één van de meest centrale organen is in ons lichaam, dacht men vroeger dat ook ons gevoel hiermee samenspeelde.
Plusminus komt van het Latijn en betekent in het Nederlands dagelijks spraakgebruik min of meer of ongeveer. Het plusminusteken is ±.
Voor alle duidelijkheid: het is een een conventie/overeenkomst dat we 0! gelijkstellen aan 1, we definiëren het zo - in feite is dat de reden waarom 0! = 1.
Newton is een eenheid van kracht.
Het symbool ∈ is te zien als een gestyleerde letter 'e', wat de eerste letter is van 'element'. Als a ∈A , dan zeggen we ook wel dat 'a tot A behoort'.
Antwoord. Het omgekeerde van een getal is dat getal waarmee je het eerste moet vermenigvuldigen om op 1 uit te komen. Het tegengestelde van een getal is dat getal waarmee je het eerste moet optellen om op 0 uit te komen.
-4 is het tegengestelde getal van 4 want -4 + 4 = 0. En zo is -3 het tegengestelde getal van 3 en -12 het tegengestelde getal van 12. Twee getallen zijn elkaars omgekeerde als het product van de getallen 1 is.
Het omgekeerde (ook: de omgekeerde) of de reciproque (vaak geschreven als 'reciproke') van een getal of grootheid is 1 gedeeld door dat getal of die grootheid. De omgekeerde van een breuk ontstaat door teller en noemer te verwisselen. Het omgekeerde van 7 is 1/7 en het omgekeerde van 2/3 is 3/2.
Groter-dan- en kleiner-dan-tekens worden gebruikt om getallen en uitdrukkingen te vergelijken. Het groter-dan-teken is >. Dus 9>7 lezen we als '9 is groter dan 7'. Het kleiner-dan-teken is <.
De reële getallen ( R ) zijn alle getallen die als decimaal getal te schrijven zijn. Dit zijn dus alle getallen die je je op een getallenlijn kunt voorstellen.
Een schuine streep (slash) Een deelteken dat bestaat uit een kort liggend streepje met een punt erboven en een punt eronder. Een horizontale streep.
Symbool voor de elektrische spanning is U, de eenheid is volt (V).
Fz = m · g
Hierin is m de massa van het object dat wordt aangetrokken in kilogram, g is de valversnelling op aarde en heeft een waarde van 9.81m/s2. Fz is dan de kracht in Newton waarmee de zwaartekracht het object naar de aarde trekt.
De newton (symbool N) is de SI-eenheid van kracht. De eenheid newton is gedefinieerd als de kracht die een massa van 1 kilogram een versnelling van 1 m/s² geeft: De newton is genoemd naar Isaac Newton.
Dus 2 tot de macht nul is gelijk aan 1. Eigenlijk wordt elk getal dat niet nul is tot de macht nul 1 door dezelfde redenering.
Elk getal, ongelijk aan nul, tot de nulde macht is gelijk aan één.
In 628 n. Chr. bedenkt de Indiase wiskundige Brahmagupta het cijfer 0, waarmee hij 'niets' tot een getal verheft.
Je kunt het getal afronden. Gebruik dan het ≈ - teken. Het 'is ongeveer gelijk aan' teken, om aan te geven dat je hebt afgerond. Je rondt 8 af op 2 decimalen.
Het &-teken is een ampersand. Dit woord spreek je uit als 'ampursant', met de klemtoon op de eerste óf laatste lettergreep. Ook de termen et-teken en en-teken komen voor.
≤ betekent kleiner dan of gelijk aan. ≥ betekent groter dan of gelijk aan.