Waarom moet je aardappels koken in koud water? – “Als je aardappelen meteen in kokend water legt heb je de kans dat de buitenkant te snel gaar wordt, terwijl de kern nog niet mee opgewarmd is. Met koud water voorkom je dus dat de ze oneven gaar worden.”
Opzetten in koud of kokend water? Je hebt fervente aanhangers van 'koud opzetten', maar eigenlijk moet je het water eerst aan de kook laten komen voor je de aardappelen toevoegt. Op deze manier blijven alle vitamines en mineralen het beste bewaard. Nog beter is om aardappelen te stomen of in de schil te koken.
Je kunt ze na het afgieten nog even droog koken. Doe de aardappelen dan weer in de pan en zet ze nog een paar minuten op een laag vuur. Schud ze af en toe even om om te voorkomen dat ze aanbranden.
Als zout in water oplost ontstaan kleine en beweeglijke atomen die gemakkelijk in het voedsel kunnen binnendringen. Zout toevoegen bij aardappelen bevordert dan wel weer de snelle garing van het delicate buitenste.
Aardappels wassen
Het wassen van geschilde aardappelen is om er zeker van te zijn dat er geen modder, zand of overige vuil op de aardappelen zitten. Ze komen uit de grond, maar het verwijdert ook gelijk een laag zetmeel. Hierdoor zal je water waarin je de aardappelen kookt niet meer zo troebel zijn.
Soms lees je wel eens dat je nieuwe aardappelen twee keer moet koken om eventuele giftige stoffen te doden, maar dat is totaal overbodig. Het klopt wel dat primeuraardappelen meer solanine – een natuurlijke en licht giftige stof – bevatten, maar die is in normale hoeveelheden niet schadelijk voor volwassenen.
De uitlopers zelf kun je beter niet opeten. In de uitlopers zit namelijk het giftige stofje solanine, waarmee de aardappel beschermd wordt tegen schimmels en insecten. Maar geen nood, als je ze er goed afsnijdt is er niks aan de hand. Van dit stofje kun je overigens flink buikpijn, diarree of koorts krijgen.
Schilt u de aardappelen, spoel ze dan goed af voor u ze in een laagje water zet. Zo spoelt u het overtollige zetmeel weg. Een bloemige of kruimige aardappel heeft niet zoveel water nodig, die stoomt gaar.
Zet ze half onder water en kook ze 15-20 minuten. Check met een vork of scherp mes na 15 minuten of ze bijna gaar zijn. Zo niet, laat ze steeds een minuut extra koken. Giet ze net voordat ze gaar zijn af en laat ze nagaren en uitdampen, met het deksel schuin op de pan, op een vlamverdeler of warmhoudplaatje.
Ongekookte, geschilde aardappelen kan je, ondergedompeld in water, tot 2 dagen bewaren in de koelkast. Opgelet, de kwaliteit van de aardappelen gaat op deze manier wel snel achteruit. Beter is dus om ook de te veel geschilde aardappelen te koken en als restje te bewaren in de koelkast.
Als je aardappelen in (kleine) stukken snijdt voor je ze kookt/stoomt, zullen ze ook veel sneller garen. Die techniek is bijvoorbeeld handig als je ovenschotels, gratin of gebakken aardappelen maakt en er zeker van wil zijn dat de aardappelen volledig gaar zijn.
Begin met het schillen van de aardappels met een aardappelschilmesje of een dunschiller en halveer ze vervolgens. Zo worden de aardappels sneller gaar. Doe ze in een pan met koud water en een snuf zout en zorg dat ze net onder staan.
Wanneer je het deksel op de pan plaatst, kookt je water namelijk sneller. Zodra het water kookt, kan je het vuur zachter zetten. Doordat het water al op temperatuur is kun je rustig blijven doorkoken. Dit geld ook voor de koekenpannen!
Bewaar aardappelen op een donkere, koele en droge plaats. Dit voorkomt de vorming van uitlopers en groene plekken met een hoog solanine-gehalte. Snijd groene plekken, uitlopers en beschadigde plekjes van aardappelen ruim weg. Snijd plekjes ook goed weg wanneer de aardappelen in de schil worden gegeten.
Zet ze half onder water en kook ze 15-20 minuten. Check met een vork of scherp mes na 15 minuten of ze bijna gaar zijn. Zo niet, laat ze steeds een minuut extra koken. Giet ze net voordat ze gaar zijn af en laat ze nagaren en uitdampen, met het deksel schuin op de pan, op een vlamverdeler of warmhoudplaatje.
Gekookte aardappelen maak je door ze te schillen, in stukken te snijden en te wassen. Doe ze vervolgens in een pan (warm) water en laat dat koken. Na ongeveer 15 tot 20 minuten controleer je of de aardappelen gaar zijn door er met een vork in te prikken. Als ze zacht geworden zijn, zijn ze gaar.
Onze eerste tip voor het koken van aardappelen: kook ze gewoon in de schil! Dat is niet alleen lekker omdat het een beetje een bite geeft, maar vlak onder de schil zitten ook de meeste vitaminen. Bovendien: is er iemand die aardappelen schillen géén rotwerkje vindt?
Aardappels in zijn geheel moeten over het algemeen 18 tot 20 minuten koken voor ze gaar zijn. > In kleinere stukken gesneden aardappels zo'n 10-15 minuten.
Door de aardappelen niet te schillen, blijven er tijdens het koken meer vitamines in de aardappel behouden. De schil van de aardappel is volledig eetbaar en hoef je dus niet te verwijderen na het koken. Daar zitten bovendien veel voedingsvezels in, wat ook goed voor je is.
Bij de helft van de 70 plussers ligt de aardappel minstens 4x per week op het bord. Onder jongeren onder de 30 is dit maar 15%. Op het platteland worden meer aardappels gegeten. 41% van de Nederlanders die op het platteland wonen, eten 4 keer in de week aardappels of vaker.
Ze ontstaan als gevolg van een onvoorzichtige behandeling tijdens het rooien, vervoeren of verwerken van de knollen. Blauwe plekken zijn niet schadelijk voor de gezondheid, en beïnvloeden de smaak niet.
Aardappelen niet in de koelkast
Wanneer u de aardappelen namelijk bewaart in de koelkast gaat de kwaliteit razendsnel achteruit. Door de kou wordt het zetmeel in de aardappelen omgezet in suikers. Ook kunnen aardappelen niet goed tegen het vocht in een koelkast. Daar kunnen ze van gaan rotten.
Wil je grotere aardappels, dan oogst je pas als de plant geel wordt en afsterft: bij vroege aardappels is dat rond eind juni, bij latere in juli of augustus. Aardappels oogsten: altijd leuk! Pas op dat je bij het oogsten de aardappels niet beschadigt want dan kun je ze niet meer bewaren.
Aardappelen bewaren doe je daarom best op een koele (tussen 2 en 10 °C), donkere, droge en goed verluchte plaats (bv. kelder (kast)) in een geperforeerde papieren zak, een net of een open mand. Schud ze af en toe om. Bewaar aardappelen nooit in de koelkast.
In de schil van de pieper zitten namelijk veel vezels. Als u de aardappel met schil eet, vergroot dit uw inname van voedingsvezels. De schil zorgt ervoor dat oplosbare vitamines niet in water oplossen tijdens het koken.