Schilt u de aardappelen, spoel ze dan goed af voor u ze in een laagje water zet. Zo spoelt u het overtollige zetmeel weg. Een bloemige of kruimige aardappel heeft niet zoveel water nodig, die stoomt gaar. Een vastkokende mag wel in ruim kokend water.
Waarom moet je aardappels koken in koud water? – “Als je aardappelen meteen in kokend water legt heb je de kans dat de buitenkant te snel gaar wordt, terwijl de kern nog niet mee opgewarmd is. Met koud water voorkom je dus dat de ze oneven gaar worden.”
Als zout in water oplost ontstaan kleine en beweeglijke atomen die gemakkelijk in het voedsel kunnen binnendringen. Zout toevoegen bij aardappelen bevordert dan wel weer de snelle garing van het delicate buitenste.
Door rijst te spoelen verwijder je het overige zetmeel dat loslaat doordat de rijst tijdens het transport langs elkaar schuurt. Het is dit zetmeel dat rijst plakkerig maakt. Door het af te spoelen eindig je met een luchtige korrels.
Wanneer je de pasta overgiet met koud water, spoel je het zetmeel weg. Het zetmeel maakt de saus die je achteraf over de slierten doet romiger, en zorgt ervoor dat de pasta zich goed vasthecht aan de saus.
Aardappels wassen
Het wassen van geschilde aardappelen is om er zeker van te zijn dat er geen modder, zand of overige vuil op de aardappelen zitten. Ze komen uit de grond, maar het verwijdert ook gelijk een laag zetmeel. Hierdoor zal je water waarin je de aardappelen kookt niet meer zo troebel zijn.
Soms lees je wel eens dat je nieuwe aardappelen twee keer moet koken om eventuele giftige stoffen te doden, maar dat is totaal overbodig. Het klopt wel dat primeuraardappelen meer solanine – een natuurlijke en licht giftige stof – bevatten, maar die is in normale hoeveelheden niet schadelijk voor volwassenen.
Ongekookte, geschilde aardappelen kan je, ondergedompeld in water, tot 2 dagen bewaren in de koelkast. Opgelet, de kwaliteit van de aardappelen gaat op deze manier wel snel achteruit. Beter is dus om ook de te veel geschilde aardappelen te koken en als restje te bewaren in de koelkast.
Zet ze half onder water en kook ze 15-20 minuten. Check met een vork of scherp mes na 15 minuten of ze bijna gaar zijn. Zo niet, laat ze steeds een minuut extra koken. Giet ze net voordat ze gaar zijn af en laat ze nagaren en uitdampen, met het deksel schuin op de pan, op een vlamverdeler of warmhoudplaatje.
Schil je de aardappelen alvast voor een andere dag? Bewaar de geschilde (en gesneden) aardappelen in een afsluitbaar bakje en vul deze verder met flink water zodat ze helemaal onder staan. Deksel erop en klaar!
Bewaar aardappelen op een donkere, koele en droge plaats. Dit voorkomt de vorming van uitlopers en groene plekken met een hoog solanine-gehalte. Snijd groene plekken, uitlopers en beschadigde plekjes van aardappelen ruim weg. Snijd plekjes ook goed weg wanneer de aardappelen in de schil worden gegeten.
Aardappels die gebruikt worden om te koken, kunnen wel in de koelkast worden bewaard. Als je aardappels gekookt hebt, zijn ze nog 2 dagen houdbaar in de koelkast en zo'n 3 maanden in de diepvries. Het aardappelras, kooktype en de kwaliteit bepalen waarvoor de aardappel geschikt is.
Deze zorg nemen we alvast weg: aardappels met uitlopers zijn eetbaar. Zorg ervoor dat u deze aardappel uitlopers ruim uitsnijdt en de ogen rondom verwijdert. Hierin bevindt zich een licht giftige stof genaamd solanine, maar daar ondervind u pas hinder van als u er een zeer ongezonde hoeveelheid van opeet.
Gekookte aardappelen maak je door ze te schillen, in stukken te snijden en te wassen. Doe ze vervolgens in een pan (warm) water en laat dat koken. Na ongeveer 15 tot 20 minuten controleer je of de aardappelen gaar zijn door er met een vork in te prikken. Als ze zacht geworden zijn, zijn ze gaar.
Ze voorkomen dat er “wondjes” ontstaan in het plantenweefsel, waar ziektekiemen kunnen binnendringen of die tot uitdroging leiden. Vergelijk het met de korstjes die bij ons op wondjes ontstaan.
Aardappelen bewaren doe je daarom best op een koele (tussen 2 en 10 °C), donkere, droge en goed verluchte plaats (bv. kelder (kast)) in een geperforeerde papieren zak, een net of een open mand. Schud ze af en toe om. Bewaar aardappelen nooit in de koelkast.
Aardappelen niet in de koelkast
Wanneer u de aardappelen namelijk bewaart in de koelkast gaat de kwaliteit razendsnel achteruit. Door de kou wordt het zetmeel in de aardappelen omgezet in suikers. Ook kunnen aardappelen niet goed tegen het vocht in een koelkast. Daar kunnen ze van gaan rotten.
Wil je grotere aardappels, dan oogst je pas als de plant geel wordt en afsterft: bij vroege aardappels is dat rond eind juni, bij latere in juli of augustus. Aardappels oogsten: altijd leuk! Pas op dat je bij het oogsten de aardappels niet beschadigt want dan kun je ze niet meer bewaren.
De gerooide aardappelen moeten eerst een paar dagen liggen voordat men ze gaat eten. Ze moeten namelijk eerst op smaak komen. De gerooide aardappelen moeten donker en koel worden opgeslagen, maar niet lager dan 5 graden Celsius. TIP: om spruitvorming te voorkomen kan men enkele uien tussen de aardappelen bewaren.
Gebruik geen aardappelen uit de supermarkt
Pootaardappelen worden speciaal gekweekt om te poten en ze zijn dan ook vrij van virussen. Daarom moet je ook geen aardappelen uit de supermarkt gebruiken. Pootgoed zal hoe dan ook een betere oogst opleveren.
Ze ontstaan als gevolg van een onvoorzichtige behandeling tijdens het rooien, vervoeren of verwerken van de knollen. Blauwe plekken zijn niet schadelijk voor de gezondheid, en beïnvloeden de smaak niet.
Nieuwe, verse aardappelen kun je met schil eten. Maar liggen aardappelen al wat langer of hebben ze een groene schil of uitlopers? Dan kan de aardappel glycoalkaloïden bevatten.
Je mag ze dus gerust opeten, op voorwaarde dat je de aardappelen voor de bereiding eerst goed wast met lauw, helder water en alle aarderesten grondig verwijdert.
1. Vastkokende aardappel. Vastkokende aardappelen bevatten relatief weinig zetmeel waardoor ze hun vaste en fijne structuur behouden na het koken. Ze zijn dus ideaal om gewoon in hun geheel of in de schil te serveren.