Afasie is een taalstoornis die is veroorzaakt door een hersenbeschadiging die niet aangeboren is. Je kunt afasie krijgen na een beroerte, een ongeluk waarbij je hersenen beschadigden, een hersentumor of door dementie. Een logopedist kan je dan helpen opnieuw te leren communiceren.
De grootste oorzaak van een afasie is een beroerte. Andere oorzaken van het ontstaan van afasie zijn bijvoorbeeld een trauma (verwonding aan de hersenen door bijvoorbeeld een ongeluk), een infectie of een hersentumor.
Afasie is een taalstoornis, als gevolg van een hersenbeschadiging. Als je afasie hebt, dan heb je vaak moeite met lezen, schrijven, spreken, en begrijpen wat iemand zegt. Dit maakt het lastig om bijvoorbeeld te begrijpen wat ze op tv zeggen, of wat er in de krant staat.
Het grootste herstel in het gebruik van taal gebeurt in de eerste 3 maanden na de beroerte. Er zijn meestal geen grote veranderingen na 6 maanden. Er zijn wel mensen die langere tijd (langer dan 6 maanden) na het ontstaan van de afasie nog herstel vertonen. Herstel van de communicatie gaat vaak langer door.
Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak verbetering te verkrijgen. Degene die kan helpen met het oefenen van de taal is de logopedist. De logopedist besteedt aandacht aan het begrijpen, lezen en schrijven en helpt bij weer beter kunnen communiceren.
Afasie kan blijvend zijn. In de eerste 3 maanden na het ontstaan van afasie kan er wel wat herstel optreden, maar bijna nooit helemaal. Onze hersenen zijn gedeeltelijk in staat zich aan te passen aan veranderingen na hersenletsel, maar de mate waarin de taalfunctie herstelt is verschillend.
De ernst en omvang van de afasie zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen en iemands persoonlijkheid. Sommige mensen met afasie kunnen de taal wel goed begrijpen, maar hebben moeite met het vinden van de juiste woorden of met het bouwen van zinnen.
De ernst en omvang van afasie zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel. Afasie kan blijvend zijn, maar ook tijdelijk. De hersenen zijn gedeeltelijk in staat zich aan te passen aan veranderingen na een beroerte, maar de mate waarin een taalfunctie herstelt is verschillend.
Een Primair Progressieve Afasie, de afkorting PPA, is een progressieve ziekte. Progressief betekent dat de problemen gedurende de tijd zullen verergeren.
Primaire Progressieve Afasie (PPA) is een vrij zeldzame vorm van dementie, waarbij de klachten vaak al voor het 65e levensjaar beginnen. Bij PPA ontstaan geleidelijk problemen in de taal en/of spraak, welke langzaam toenemen over tijd. Deze taalproblemen worden “afasie” genoemd.
Bij mensen met afasie gaat het meestal om de rechterkant van het lichaam. De helft van het gezichtsveld kan uitvallen waardoor er een soort tunnelvisie ontstaan. Verlammingen, ongevoeligheid of juist overgevoeligheid van de kauw- en slikspieren bemoeilijken het eten en drinken.
Afasie is een taalstoornis, en geen spraakstoornis, die het gevolg is van een hersenbeschadiging. Hierbij kunnen verschillende taalproblemen optreden, zoals het verwisselen van klanken, problemen met begrjpen van taal of het vinden van woorden.
Hierbij treden verschillende taalproblemen op, zoals het verwisselen van klanken, problemen met taalbegrip of het vinden van woorden. Er zijn verschillende vormen van afasie. De bekendste zijn afasie van Broca(ook wel motorische of expressieve afasie genoemd) en afasie van Wernicke(ook wel sensorische afasie genoemd).
Dit gebeurt doorgaans door de logopedist, soms door een neuroloog of klinisch linguïst. Doel van de diagnostiek is het vaststellen van de aanwezigheid, de aard en de ernst van een taalstoornis (afasie), en de differentiaal diagnostiek (dysartrie, apraxie van de spraak, psychogene spraak- en taalstoornissen).
Afasie is een taalstoornis veroorzaakt door niet aangeboren hersenletsel waardoor de communicatie wordt belemmerd. De A staat voor Niet, Fasie is spreken. Afasie is géén spraakstoornis, maar een stoornis in de hersenen. Bij mensen die lijden aan afasie is er een probleem met het begrijpen en produceren van taal.
Met afasie kan je taal minder goed gebruiken dan voorheen. Verschillende of alle onderdelen van het taalsysteem kunnen verstoord zijn. Denk hierbij aan het spreken, het begrijpen van een gesprek, het begrijpen van wat je leest, en/of het schrijven. Afasie is géén spraakstoornis.
Bij afasie kan de patiënt minder goed praten, gesproken of geschreven taal minder goed begrijpen en moeite hebben met lezen en schrijven. Communiceren met zijn of haar omgeving kan hierdoor lastig zijn. Hoe ernstig de afasie is, hangt af van verschillende dingen: de plaats van de hersenbeschadiging.
Overprikkeling. Ook overprikkeling kan leiden tot moeite met het vinden van woorden: overmatige spanning, zoals in een drukke periode met veel zorgen of stress belasten je hersenen bovenmatig. Dit kan het vinden van woorden extra moeilijk maken.
Afasie komt meestal na een bloeding of ander letsel in de linkerhersenhelft, want daar zit bij 90% van de mensheid het taalgebied. Door dementie kunnen mensen ook afasie krijgen.
Na het ontstaan van de afasie is er meestal enig spontaan herstel van het taalvermogen, maar zelden of nooit is dat herstel volledig. Behandeling van afasie wordt uitgevoerd door een logopedist. Met veel oefenen is vaak nog verbetering mogelijk. Als partner kunt u hierin een belangrijke rol spelen.
Bij dementie komt voornamelijk progressieve afasie voor, afgekort naar PPA. Bij deze vorm van afasie worden de klachten steeds erger. PPA komt voor bij de ziekte van Alzheimer of dementie en ontstaat doordat de ziektes de taalgebieden in de hersenen aantasten.