Als je goed kijkt, kan je de luizen zelf zien. De eitjes of 'neten' van de luizen zitten stevig vastgekleefd aan de zijkant van de haren. Die kan je ook gewoon zien, en zelfs voelen als je het haartje tussen je vingers laat glijden.
Hoofdluis begint vaak met jeuk, maar niet altijd. Als je controleert, kijk dan goed tussen de haren, vooral achter de oren en in de nek. Je ziet de hoofdluizen dan bewegen. Ook als je geen luizen ziet maar wel grijswitte puntjes, is er waarschijnlijk sprake van hoofdluis.
Hoofdluizen kunt u zien bewegen. Of u ziet grijze puntjes (de eitjes) die aan het haar vast zitten. En controleer het haar met een luizenkam. Maak eerst het haar nat en doe er crèmespoeling in.
Bij een actieve besmetting zijn er dus altijd weer luizen binnen die tijd. Niet ieder beestje in het haar is een luis. Ook gewone insecten blijven soms in het haar hangen. Een luis kan alleen in haren klimmen, niet lopen, springen of vliegen.
Een efficiënte manier om luizen te herkennen bij jezelf
Om luizen te herkennen bij jezelf, vraag je dus best aan iemand anders om ook jouw haar volgens de nat-kam-methode door te kammen. Je gebruikt overigens het best een witte luizenkam, omdat de luizen en neten op die kam goed zichtbaar zijn.
Kammen en wassen zou voldoende zijn om hoofdluizen en neten te behandelen. Een hoofdluis is niet gevaarlijk, maar wel vervelend. Je kunt er vreselijke jeuk van krijgen. Als je kind het heeft, ben je na een week waarschijnlijk zelf ook aan de beurt.
Overige diagnostiek. De aanwezigheid van luizen kan worden vastgesteld door het haar te kammen met een fijntandige kam boven een stuk wit papier. Inspectie van de haren alleen, zónder kammen, is niet toereikend. De luizen zullen op het papier vallen als kleine grijsblauw of roodbruin gekleurde spikkels.
Als u het haar met een netenkam of luizenkam doorkamt boven een vel wit papier, of even flink schudt boven een witte wastafel of bad, kunt u zien of er luizen uit vallen.
Hoofdluis gaat niet vanzelf over. Hoofdluis behandelen kan op twee manieren. De beste aanpak is om het haar twee weken lang elke dag goed door te kammen met een fijntandige kam. Het duurt 10 dagen voor een eitje van een hoofdluis uitkomt.
Toch is dat eigenlijk helemaal niet nodig. Luizen houden zich vast aan je haar, en gaan dus eigenlijk nauwelijks in je beddengoed, op je knuffels of in de bank zitten. Luizen worden alleen overgedragen door contact met iemand anders' haar.
Soms kun je de luizen gewoon zien lopen als je goed kijkt op hun favoriete plekjes. Ze zijn ongeveer zo groot als een aardbeizaadje en grijsblauw van kleur. Of, als ze net wat bloed hebben gezogen, roodbruin. >>
Hoofdluizen zijn kleine beestjes die leven op warme en behaarde plekjes op het hoofd. Daar houden ze zich in leven door het zuigen van bloed. Ze kunnen zich vooral snel verspreiden onder kinderen. Daarom is het belangrijk regelmatig te controleren, bijvoorbeeld 1 keer per maand.
De jeuk lijkt erg op dat van een insect dat over de huid loopt en zo blijft iemand vaak overtuigd van het feit dat er nog luizen zijn.
Ze zuigen op het bloed van de gastheer en bijten op de huid, wat dermatitis en jeuk kan veroorzaken. Ze bijten graag in de nek, schouders, oksels, taille en kledingnaden.
Een stijltang is dus duidelijk onvoldoende om de luizen en de neten te doden. Tijdrovend is de methode in elk geval ook. Hetzelfde geldt voor vele natuurlijke middelen in de strijd tegen luizen, zoals azijn, lavendel of kokosolie. Ook deze middelen blijken vaak onvoldoende om definitief van de luizen af te komen.
Was (mogelijk besmet) beddengoed in heet water (60 graden). Bewaar kleding die (mogelijk) besmet is met hoofdluis twee weken lang in een gesloten, plastic verpakking. Kook kammen, borstels en haarbanden 5 minuten lang in kokend water om de luizen en neten te doden.
Kunnen luizen bijvoorbeeld overleven in bed of in mutsen of sjaals? Dat kan, maar in elk geval niet langer dan 48u. Bovendien zullen ze zich buiten de hoofdhuid ook minder gemakkelijk verspreiden. De eerste focus bij een luizenbehandeling blijft dus het haar.
Een larve heeft 7 tot 10 dagen nodig om zich te ontwikkelen tot nimf (onvolwassen luis) en uit te breken uit de neet. De ontwikkeling van nimf tot volwassen luis duurt nog eens 1 tot 2 weken. Enkel een volwassen luis kan zich voortplanten (en heeft hiervoor minstens 24u nodig).
LET OP: met een föhn is het niet mogelijk om neten effectief en veilig dood te drogen! Een föhn is gemaakt om haren te drogen. Neten daarentegen zitten bij de huid.
Kam het haar met een fijntandige kam (zoals een luizenkam) van achter naar voren, begin telkens dicht bij de hoofdhuid. De hoofdluizen zitten namelijk op de hoofdhuid. Zorg dat u elke haarpluk doorkamt. Veeg de kam regelmatig af aan een stuk keukenpapier of papieren zakdoek.
Jeuk treedt gewoonlijk 1-2 weken na besmetting op. Secundaire infecties met bacteriën (impetigo) door krabben en algehele malaise komen voor, maar zijn zeldzaam. In enkele gevallen is er sprake van een lichte lymfeklierzwelling in de nek 1. Na behandeling kan de jeuk nog 2 weken aanhouden.
Niets te maken met hygiëne!
– de beestjes van het ene hoofd naar het andere. Luizen geven daarbij geen voorkeur aan onhygiënisch of vet haar. Luizen worden wél meer aangetrokken tot haar met een hoge statische lading. Als de statische aantrekking van haar vermindert, neemt dus automatisch de kans op besmetting af.
Hebben alleen kinderen hoofdluizen of ook volwassenen? Hoofdluizen kunnen prima op volwassenen leven. De kans dat volwassenen hoofdluis hebben is echter kleiner omdat ze minder haarcontact hebben met anderen.
Een luizenshampoo is vaak effectief, maar geen enkele shampoo doodt gegarandeerd alle neten op je hoofd. Dus zijn er altijd flink veel wasbeurten nodig. Een netenkam is ook een optie, maar ook daarmee blijven er altijd neten achter waardoor het probleem niet oplost.
Kammen met een speciale luizenkam is vaak een gepriegel. Sommige mensen hebben een flinke bos haar en anderen hebben vaak klitten. Daarom is het makkelijker om te kammen als je haar nat is. Je kan ook een beetje crèmespoeling of anti-klit shampoo gebruiken om het kammen wat makkelijker te maken.