Informatie over basisscholen met onderwijsconcept jenaplan/montessori. Het onderwijsconcept jenaplan/montessori is een combinatie van de twee onderwijsconcepten jenaplan en montessori.
Wat is het grootste verschil tussen klassikaal- en montessorionderwijs? Het klassikale onderwijs kiest voor kennisoverdracht aan een hele groep ineens. Het montessorionderwijs gaat uit van het individuele kind; elk kind wordt individueel begeleid. Het montessorionderwijs ziet opvoeding en onderwijs als één geheel.
Een verschil tussen het Daltononderwijs en Montessorionderwijs is dat een Daltonschool vaak iets specifieker is in hoe de opdracht moet worden uitgevoerd in vergelijking met een Montessorischool. De belangrijkste ankerpunten in het Daltononderwijs zijn samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid in gebondenheid.
Het Jenaplan-concept zou voor ieder kind geschikt moeten zijn. Op zichzelf is dat logisch want het Jenaplan gaat niet óm met verschillen maar er vanuit. Dus kinderen zijn uniek en dat is prettig want daar kun je in het onderwijsproces je voordeel mee doen.
Nadelen jenaplan-onderwijs
Er zijn ook zaken die nadelig kunnen zijn: Je kind moet kunnen omgaan met zoveel zelfstandigheid. Geen enkele jenaplanschool is hetzelfde. De scholen zijn allemaal ingericht rondom dezelfde ideeën, maar hebben veel vrijheid om de uitvoering ervan vorm te geven.
Jenaplanscholen vallen onder het algemeen bijzonder onderwijs; scholen die werken vanuit een opvoedkundige overtuiging of didactische (onderwijskundige) uitgangspunten. Andere voorbeelden van algemeen bijzonder onderwijs zijn onder andere Montessorischolen, Daltonscholen en Vrijescholen.
In het jenaplanonderwijs staat het kind centraal. Ieder kind is uniek in zijn ontwikkeling, talenten en leerstijl. En omdat ieder kind uniek is, gaat het er bij jenaplan om dat kinderen leren van die verschillen en dat zij die respecteren. Het jenaplanonderwijs is gericht op de opvoeding van kinderen in de brede zin.
Speciaal basisonderwijs (SBO)
Het speciaal basisonderwijs is voor kinderen die het niet redden op een gewone school. Het gaat vaak om kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen, zoals ADHD, dyslexie, autisme of kinderen die moeite hebben met leren.
Het Montessori onderwijs is niet per definitie geschikt voor iedere kind. Dit komt door de hoge mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid die kinderen hebben binnen dit onderwijs. Daarom zijn sommige mensen van mening dat kinderen die wat meer structuur nodig hebben, beter gedijen in het regulier onderwijs.
Reformatorische en islamitische basisscholen scoren het beste op de eindtoets. Dat blijkt uit het jaarlijkse scholenonderzoek van RTL Nieuws. Het hoogste cijfer is deze keer voor een school in Limburg.
Het uitgangspunt van het montessorionderwijs is dat een kind een natuurlijke en noodzakelijke drang tot zelfontwikkeling heeft. De pedagogisch medewerker of leerkracht volgt deze ontwikkeling en speelt hierop in door de juiste omgeving en materialen aan te bieden.
Maria Montessori ontdekte dat kinderen zich op een natuurlijke manier ontwikkelen. Dat gebeurt in hun eigen ritme en eigen tempo. Door kinderen te stimuleren op allerlei vlakken, daagt het Montessorionderwijs ze uit om zich verder te ontplooien.
De leerkracht in het Montessori onderwijs is een begeleider en is daarvoor speciaal opgeleid. Hij zorgt dat de leerling de juiste materialen aangereikt krijgt om zich verder te ontwikkelen op zijn eigen niveau. Een leerling kan niet voor- of achter lopen op de groep, het gaat erom dat het kind zelf vooruit gaat.
Na hun eindexamen kunnen de leerlingen doorstromen naar een (creatieve) mbo-opleiding niveau 3 en 4, of de havo.
Als ouder betaalt u geen lesgeld voor de basisschool van uw kind. De school kan wel een vrijwillige ouderbijdrage vragen voor extra activiteiten. Ook moet u betalen voor buitenschoolse opvang (BSO) en voor bepaalde kosten van het overblijven op school (tussenschoolse opvang).
De vrijwillige ouderbijdrage is € 1164 per jaar voor vier- t/m twaalf-jarigen. Zonder deze vrijwillige ouderbijdrage zou Casa niet in staat zijn het concept uit te voeren waar Casa voor staat. Voor peuters en driejarigen geldt deze vrijwillige ouderbijdrage niet.
Montessori speelgoed is speelgoed dat kinderen aanmoedigt om te leren en te experimenteren. Het is vaak speelgoed dat gemaakt is van natuurlijke materialen zoals hout, wol, natuurrubber of zijde.
De visie van Maria Montessori met betrekking tot opvoeding en onderwijs valt in één begrip te omschrijven: de 'zelfopvoeding' van en door kinderen, het 'pad tot onafhankelijkheid' (Montessori 1951). Montessori vindt dat het kind zichzelf leidt in zijn ontwikkeling naar de volwassenheid.
Op een montessorischool leer je dus zelf keuzes te maken en zelfstandig te werken. Sinds 1920 zijn er montessori-basisscholen in Nederland, vandaag de dag rond de 160, over het hele land verspreid. Inmiddels zijn er ook zo'n twintig middelbare montessorischolen.
De school moet zorgen voor ondersteuning als uw kind met ADHD of autisme dit nodig heeft. Lukt die extra hulp niet op de school van uw voorkeur? Dan krijgt uw kind ondersteuning op een andere school, zoals een speciale school.
Kinderen met ADHD hebben extra regelmaat, structuur en duidelijkheid van hun omgeving nodig. En vooral positieve aandacht. Het is daarbij belangrijk om per situatie te bekijken wat de behoefte van het kind is.
Voor jeugdhulp kunt terecht bij het wijkteam van uw gemeente of het Centrum voor Jeugd en Gezin in uw gemeente. Jeugdhulp is bijvoorbeeld therapie voor uw kind, opvoedondersteuning of hulp voor uw gezin. Voor psychische behandeling en/of medicijnen kunt u ook terecht bij uw huisarts of bij de jeugdpsychiater.
Peter Petersen, grondlegger van het jenaplanonderwijs, werd geboren in 1884. Hij was een Duitse hoogleraar pedagogiek. In 1923 werd hij hoogleraar opvoedkunde en kreeg hij de leiding over het pedagogisch seminarie en de universitaire oefenschool gelegen in het plaatsje Jena.
Het jenaplanconcept is door Peter Petersen bedacht aan de universiteit in het Duitse Jena. Hij maakte een nieuwe onderwijsvorm waarbij kinderen van verschillende leeftijden in een groep zaten; daarbij een gezinssituatie nabootsend. In de jaren zestig introduceerde Suus Freudenthal het jenaplanonderwijs in Nederland.
De ideale school is een veilige, warme en stimulerende plek, die veel weg heeft van een 2de thuis. Er is veel licht, ruimte en groen, een tuin waar leerlingen leren tuinieren en dieren verzorgen, een stille ruimte waar leerlingen tot rust kunnen komen, een 'chillzone' met wifi.