Personen met een adeltitel mochten na 1848 hun titel wel houden, zij werden burgers met een adellijke titel. Het voeren van een adellijke titel of een predicaat is nog wel wettelijk beschermd. In Nederland kunnen mensen niet meer een adeltitel verkrijgen.
De adeldom van een meerderheid van deze families dateert uit de beginjaren van het Koninkrijk der Nederlanden, de periode van 1814 tot 1817. Vandaag de dag telt de Nederlandse adel 10.000 tot 11.000 personen, waarvan naar schatting 2.000 in het buitenland wonen. Samen behoren ze tot de ongeveer 325 adellijke families.
In het Nederland's Adelsboek vind je de stambomen van alle Nederlandse adellijke families; in Nederland's Patriciaat staan de stambomen van aanzienlijke niet-adellijke families.
Wanneer behoor je tot de Nederlandse adel? Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
De titels prins en prinses worden alleen gevoerd door leden van de koninklijke familie (Oranje, Nederlanden, Oranje-Nassau en de Bourbon de Parme). De Nederlandse titel hertog/hertogin wordt in het geheel niet gevoerd en de titel markies/markiezin door slechts één familie, die bovendien tot de Britse adel behoort.
Om erachter te komen of je verbonden bent met de Geni wereldstamboom, log je in op je Geni-account en ga je naar de wereldstamboom pagina. Vink het vakje Statistieken aan de rechterkant aan.
Baron Harry en baron Gerrit van Coeverden, behoren tot de oudste adellijke familie van Nederland. Sinds 1991 voeren zij weer de titel baron. De oudste adellijke familie van Nederland woont ten oosten van de IJssel.
Personen met een adeltitel mochten na 1848 hun titel wel houden, zij werden burgers met een adellijke titel. Het voeren van een adellijke titel of een predicaat is nog wel wettelijk beschermd. In Nederland kunnen mensen niet meer een adeltitel verkrijgen.
Sinds de afscheiding van België in 1830 komt er slechts één markies voor onder de adellijke families in Nederland: de Earl of Clancarty uit het Engelse geslacht Le Poer Trench, die de Nederlandse adellijke titel 'Markies van Heusden' voert. De koning(in) van Nederland is markies of markiezin van Veere en Vlissingen.
Van lagere adel naar hogere adel zijn dit: jonkheer/jonkvrouw, ridder (geen vrouwelijk equivalent), baron/barones, burggraaf/burggravin, graaf/gravin, markies/markiezin, hertog/hertogin, prins/prinses.
Vaak zijn deze mensen rijk, en wonen ze in grote huizen. In de middeleeuwen waren het bijvoorbeeld ridders, kasteelheren, jonkvrouwen of koningen. Vaak hebben deze mensen een lange stamboom, en wonen hun families in dure huizen.
Alleen titels van de oude gevestigde adel kunnen worden bijgeschreven in het paspoort en rijbewijs. Aangeschafte titels, de zgn, certificaattitels kunnen nimmer worden bijgeschreven. De houder van deze titels is wel gerechtigd deze te voeren op vititekaartje en briefpapier.
Vanwege de vrije naamskeuze is het kopen en dragen van een adellijke titel legaal.
Baron, vrouwelijk barones, was in de middeleeuwen een feodale functie die meebracht dat men met een eigen garnizoen aan goed getrainde krijgslieden moest deelnemen aan veldslagen van de vorst, met een banier waarop het eigen wapen werd gevoerd.
“Reken maar op 2.000 à 3.000 euro kosten voor je eigen familiewapen” Prinses worden zoals Delphine mag je wel vergeten, maar markiezin, gravin of barones: dat heeft wel iets.
De oude titels markies, hertog of prins worden niet meer uitgereikt. De nieuwe edellieden zijn zorgvuldig gescreend.
Adellijke titels geven nooit recht op financiële voordelen. Zo staat het ook in artikel 113 van de Grondwet: “De Koning heeft het recht adeldom te verlenen, zonder ooit enig voorrecht daaraan te mogen verbinden.” “Het voordeel van een titel is vooral dat het een vorm van erkentelijkheid is”, zegt Stijn Coninx.
Nederlandse oorlogsgraven in en buiten Nederland
Er zijn ongeveer 50.000 Nederlandse oorlogsgraven, binnen en buiten Nederland. Deze graven vindt u op erevelden. Maar ook op gewone begraafplaatsen in dorpen en steden. Oorlogsgravenstichting onderhoudt deze graven.
Deze titels kunnen zijn, van laag naar hoog: ridder, baron, burggraaf, graaf, markies, hertog, prins.
Er wordt meestal van uit gegaan dat de Friese adel is ontstaan uit rijke lokale boeren, maar dat beeld lijkt niet juist te zijn. De Friese adel komt vooral voort uit oude aanzienlijke families de zogenaamde nobiles, zij onderhielden boven regionale contacten met de graven van Holland en de Bisschop van Utrecht.
Ieder kind heeft het recht om te weten van wie het afstamt. Dit staat in het internationale kinderrechtenverdrag. Soms weet een kind niet van wie het afstamt, bijvoorbeeld na adoptie of draagmoederschap. Kinderen die meer willen weten over hun identiteit en afkomst, kunnen terecht bij de Raad voor de Kinderbescherming.
Iedereen heeft vier grootouders, acht overgrootouders, zestien betovergrootouders, 32 betbetovergrootouders, en zo voorts. De aantallen voorouders worden snel heel groot.
Als je nog helemaal niks over je voorouders weet, kun je vaak het beste beginnen met zoeken in gemeentearchieven, of bij het Centraal Bureau voor Genealogie. Wanneer je al iets meer weet, kun je bij de KB terecht om je stamboom verder in te kleuren. We hebben veel bronnen die daarbij van pas komen.