De voltooid tegenwoordige tijd noemen we in de Engelse taal de present perfect. Denk bijvoorbeeld aan zinnen als: Ik heb deze serie helemaal gezien. Wij zijn op vakantie geweest.
De present perfect simple is de voltooid tegenwoordige tijd in het Engels. De Engelse perfect tenses worden gebruikt om een link met het heden aan te duiden. Je vormt deze tijd met een vorm van 'to have' (have/has) en met een voltooid deelwoord.
De present perfect maak je met has / have + voltooid deelwoord en gebruik je bij zinnen die: iets zeggen over een actie of gebeurtenis die permanent of van lange duur is; Bijvoorbeeld: “He has lived in London since 2002.”
Je gebruikt de past perfect (had + voltooid deelwoord) wanneer je meerdere momenten in het verleden bespreekt. De past perfect gebruik je dan voor dat wat het langst geleden is en de past simple voor dat wat minder lang geleden heeft plaatsgevonden.
De present simple is een werkwoordstijd in het Engels die wordt gebruikt om te spreken over feiten, gewoontes en gebeurtenissen die regelmatig voorkomen of gepland zijn in de toekomst. In het Nederlands staat de present simple bekend als de onvoltooid tegenwoordige tijd.
De present simple is de onvoltooid tegenwoordige tijd in het Nederlands en wordt gebruikt om een feit, een gewoonte of een regelmatig weerkerende handeling weer te geven. Vorm: het hele werkwoord. Bij de 3e persoon enkelvoud (he/she/it, wordt er een -s aan toegevoegd.
De duurvorm in de tegenwoordige tijd noemen we in de Engelse taal de present continuous. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende zinnen: Ik ben aan het sporten. We zijn aan het zingen. Ik sta te schreeuwen.
Je moet altijd voor de Present perfect kiezen als de tijd van een handeling niet belangrijk of niet gespecificeerd is. Je moet altijd de Simple past kiezen als de bijzonderheden over de tijd of de plaats waarop een handeling plaatsvond gegeven zijn of verzocht worden.
Er zijn dus een aantal verschillen tussen de Present Simple en Present Perfect. De Present Simple gebruik je vooral als je praat over feiten en andere dingen die vaak gebeuren. Bij de Present Perfect gaat het juist meer om de lengte van sommige dingen: ze zijn al langere tijd bezig en hebben nog steeds invloed.
Je maakt de past continuous met een vorm van to be (was, were) en een werkwoord + -ing. De present perfect gebruik je : als iets in het verleden is gebeurd en nu nog voortduurt: I have cycled to school since I was 8. als iets in het verleden is gebeurd en het is niet bekend of belangrijk wanneer: I have been to Greece.
De Past Perfect bestaat in het Engels uit twee onderdelen: de verleden tijd van het werkwoord to have (had) + het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. asked. arrived? finished?
Je gebruikt de Present Perfect als je praat over dingen die in het verleden zijn begonnen, maar nog steeds bezig (kunnen) zijn, net afgelopen zijn of invloed hebben op het heden. Er zijn een aantal signaalwoorden waarbij je de Present Perfect moet gebruiken: for, yet, never, ever, just, already, since.
De basisregel voor het schrijven van de past simple is: schrijf -ed achter de stam. Belangrijke uitzonderingen zijn: Werkwoorden die eindigen op -e, krijgen alleen -d erachter: - to bake: We baked a delicious cake yesterday.
Het beste antwoord
De Past Perfect is de voltooid verleden tijd. De Past Participle is de voltooid deelwoord. Düs de zin : "We had been in a car accident" staat het werk woord to be in the Present Perfect en is "been" de past participle.
Has been and have been are both present perfect forms of the irregular verb be. Has been is the form used with a third person singular subject (including the pronouns she, he, and it—but not singular they). Have been is the form used with any other subject (including the pronouns I, we, and they).
1. De presente perfecto wordt gebruikt voor gebeurtenissen die door de spreker in verband worden gebracht met het heden. Dit verband kun je vaak zien aan signaalwoorden die duidelijk maken dat het tijdvak waarin de gebeurtenis heeft plaatsgevonden, nog niet is afgelopen.
have is voor ik, jij wij zij julllie (zijn) has is voor hij zij en het have: we have to go. has: He has to go.
De present simple (tegenwoordige tijd) gebruik je voor acties die in het heden plaatsvinden, zoals permanente situaties en feiten. De present continuous (progressieve vorm van de tegenwoordige tijd) gebruik je niet voor permanente situaties, maar voor situaties/acties die nu bezig zijn.
De present simple is de Engelse term voor de tegenwoordige tijd, bijvoorbeeld 'ik tover'. Die tijd heeft bijna altijd eenvoudigweg dezelfde vorm als de infinitief, behalve bij de derde persoon enkelvoud (he/she/it), waar er een -s wordt toegevoegd.
De past participles van regelmatige werkwoorden worden gevormd door het suffix -ed of -d toe te voegen. De past participle van een regelmatig werkwoord is gelijk aan de past simple-vorm, wat in het Nederlands de onvoltooid verleden tijd is.
Je gebruikt de present perfect om: te zeggen dat iets in het verelden is gebeurd MAAR er staat niet bij wanneer dat gebeurd is. (staat er wel bij wanneer dat gebeurd is dan gebruik je de simple past) te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog doorgaat.
De present perfect continuous (ing-vorm) gebruik je: als iets in het verleden begonnen is en nog steeds voortduurt en je wilt vooral de tijdsduur benadrukken. als de handeling je irriteert. bij de woorden 'recently' en 'lately'
Binnen de verleden tijd kennen we in de Engelse taal twee vormen: de past simple en de past continuous. De past simple is de meeste simpele vorm en de past continuous gebruik je als wilt aangeven dat je iets in het verleden een tijdje deed.
De Past Simple gebruik je vooral als je het hebt over simpele feitjes uit het verleden: je hebt toen iets gedaan (bijv. I walked home tonight). De Past Continuous benadrukt meer dat de actie een tijdje duurde; je was iets aan het doen.
In de meeste gevallen maak je de verleden tijd door simpelweg -ed achter het werkwoord te zetten. In sommige gevallen is er een extra verbindingsletter, zoals bij travel - travelled (Brits Engels). travelled by bus this morning. travelled by bus this morning.