Hoeveel geld kun je belastingvrij sparen? In fiscaal jaar 2022 € 50.650 of € 101.300 voor fiscale partners. Voor 2023 gaat dit bedrag omhoog naar ongeveer € 57.000, of ongeveer € 114.000 voor fiscale partners.
Over een deel van je vermogen betaal je geen belasting. Dat is de vrijstelling. In 2023 is de vrijstelling € 57.000. In 2022 was dit nog € 50.650.
Vanaf een bepaald bedrag wordt er van je verwacht dat je belasting afdraagt over het spaargeld. Voor het jaar 2022 is dit bedrag vastgesteld op 50.650 euro belastingvrij sparen. Heb je een fiscaal partner, dan mag je zelfs tot 101.300 euro belastingvrij sparen.
Het heffingsvrijvermogen is in 2023 € 57.000 per persoon. Dus voor u en uw fiscaal partner samen € 114.000. Grondslag sparen en beleggen: € 350.000 - € 114.000 = € 236.000. U en uw fiscaal partner geven ieder de helft van de grondslag sparen en beleggen op.
Dit jaar, in 2022, kun je €50.650 belastingvrij sparen (€650 meer dan in 2021). Dat gaat dus om het heffingsvrije vermogen zonder partner. Het is goed om te weten dat het bedrag dat je belastingvrij mag sparen aanzienlijk is gestegen ten opzichte van €30.846 in 2020.
Voordeel uit sparen en beleggen: 2,85% * € 150.000,- = € 4.275,- Te betalen belasting in box 3: € 4.275,- x 31% = € 1.325,-
In Nederland geldt er geen limiet voor de hoeveelheid geld die u in huis mag hebben. Contante bedragen boven de €560 euro moet u wel opgeven bij uw belastingaangifte. Dit is €1120 als u een fiscale partner heeft.
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 7.605, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 15.210 (bedragen voor 2023). Heeft u meer vermogen? Dan kunt u geen AIO-aanvulling krijgen.
Hoeveel spaart het gemiddelde Nederlandse huishouden? Een gemiddeld Nederlands huishouden had aan het begin van 2022 ongeveer € 50.000 aan spaargeld. Dit klinkt als een flinke som. Toch had 20% van de huishoudens in 2012 nog helemaal geen buffer en 20% een te kleine buffer voor hun salaris en leefomstandigheden.
Over uw belastbaar inkomen uit vermogen betaalt u belasting. Wij gaan ervan uit dat u een voordeel hebt uit uw grondslag sparen en beleggen. Over dit voordeel betaalt u vanaf 2023 32% inkomstenbelasting. In 2022 en 2021 is dat 31% inkomstenbelasting.
Over een vermogen tot 100.000 euro betaal je aan heffing: 100.000 – 50.000 (vrijstelling) = 50.000 euro x 0,59 procent = 295 euro. Bij een vermogen vanaf één miljoen euro stijgt de heffing naar 1,76 procent over het meerdere. Dit is ook gelijk het maximum.
Als u meer dan € 100.000 spaargeld hebt en u wilt 100% zekerheid, dan zult u meer spaarrekeningen en/of deposito´s moeten openen bij verschillende banken. Dat is geen probleem, want er is keus genoeg. Let u hierbij wel op de bankvergunning waaronder de banken werken.
Samen met uw toeslagpartner mag u in 2024 niet meer verdienen dan € 41.000. Ook wordt gekeken naar hoeveel spaargeld u samen heeft (vermogen). Dit mag niet meer zijn dan € 151.767. Voldoet u hieraan dan komt u samen met uw toeslagpartner in aanmerking voor zorgtoeslag.
Het Nibud adviseert om 10% van je netto inkomen te sparen. Je hoeft niet elke maand 10% opzij te zetten. Het kan de ene keer wat meer en de andere keer wat minder zijn. Als je maar wel gemiddeld aan 10% komt.
Afhankelijk van gezinssamenstelling, inkomen en smaak. Een globale richtlijn is rond de € 6.500 voor een alleenstaande en voor een gezin met twee kinderen ca. € 10.000. Deze bedragen zijn uiteraard niet voor iedereen op korte termijn haalbaar.
In 2023 werken we met een toetsbedrag van € 31.340 (alleenstaand) of € 62.680 (met partner): Het vermogen tot het toetsbedrag telt niet mee voor de eigen bijdrage. Het vermogen boven het toetsbedrag telt wel mee voor de eigen bijdrage.
De hoogte van de AOW-uitkering is niet afhankelijk van uw pensioeninkomen of uw eigen vermogen, maar wel van uw burgerlijke staat. Als u alleenstaand bent, krijgt u een hogere AOW-uitkering dan iemand die samenwoont of getrouwd is.
Goed om te weten: niet al uw spaargeld telt mee. Er is in 2021 een vrijstelling van 31.340 euro per persoon. Heeft u dus een vermogen dat lager is dan de vrijstelling, dan heeft dat geen invloed op de eigen bijdrage.
In Nederland geldt er geen limiet voor de hoeveelheid geld die u in huis mag hebben. Contante bedragen boven de €560 euro moet u wel opgeven bij uw belastingaangifte. Dit is €1120 als u een fiscale partner heeft.
Wanneer je bijverdient, moet je je inkomen opgeven bij de Belastingdienst. Doe je dit niet, dan werk je zwart en heb je kans dat je een boete krijgt. Je mag volgens de 'belastingvrije voet' wel een bepaald bedrag per jaar belastingvrij verdienen. Voor 2022 is dit bedrag €8700.
U krijgt het geld van iemand anders en beslist zelf wat u ermee doet. Iedereen mag u belastingvrij € 2.418 schenken. U hoeft daarover geen aangifte schenkbelasting te doen. Zolang u maar in de gaten houdt dat u schenkingen van partners bij elkaar op moet tellen.
Belangrijke wijzigingen zijn het verhogen van de arbeidskorting, het verlagen van het tarief in de eerste schijf in de inkomstenbelasting, de verhoging van het opstaptarief van de vennootschapsbelasting en de verhoging van de vliegbelasting. Ook wordt er een aantal regelingen afgeschaft.
U mag aardig wat spaargeld hebben zonder dat uw zorgtoeslag in gevaar komt. U kunt in 2023 zorgtoeslag krijgen als uw vermogen op 1 januari 2023 niet hoger is dan € 127.582. Hebt u een toeslagpartner? Dan mag het vermogen op 1 januari 2023 van u samen maximaal € 161.329 zijn.
Vermogen is de waarde van uw bezittingen min uw schulden. Wat u wel en niet als vermogen moet meetellen, is hetzelfde als bij uw belastingaangifte. Spaargeld, aandelen en een vakantiehuis in Nederland of het buitenland tellen bijvoorbeeld mee. Maar het huis waarin u woont en uw auto tellen níét mee als vermogen.