Een ruggenprik kan gegeven worden vanaf 2 of 3 centimeter ontsluiting en werkt door tot aan de persfase.
Het is vrij normaal dat je bij een tweede, door de voorweeën, al een week of wat rondloopt met bijvoorbeeld 2-3 centimeter ontsluiting.
Voordat de baby geboren kan worden, is er 10 centimeter ontsluiting nodig. De baarmoedermond zal door de weeën open gaan tot 10 centimeter. Dit wordt ook wel 'volledige ontsluiting' genoemd.
Ga je poliklinisch bevallen dan gaan we bij 5-6 centimeter ontsluiting richting het ziekenhuis. De eerste vijf centimeter zijn voor de meeste vrouwen goed te doen. Er is dan nog een redelijke pauze tussen de weeën.
De latente fase duurt gemiddeld 8 uur bij je eerste kind, maar kan ook meer dan 12 uur duren. We spreken van de actieve fase vanaf 3-4 centimeter ontsluiting. De weeën komen nu vaker, om de 2 tot 3 minuten, duren een minuut en worden krachtiger. Deze weeën veroorzaken ontsluiting.
Je hebt nu al je concentratie en kracht nodig om je weeën op te vangen. Met 5 cm ontsluiting komen de weeën nu ongeveer elke 2-4 minuten en houden 1-1,5 minuut aan. Vanaf nu zal je ontsluiting gemiddeld 1 cm per uur vorderen bij een eerste kindje. Als je al eens eerder bent bevallen kan dit sneller verlopen.
Je kunt al weken van tevoren 2-3 cm ontsluiting hebben zonder dat je echt weeën hebt, vaak heb je wel last gehad van voorweeën. Als de bevalling dan echt begint heb je al een voorsprong en hoef je die eerste 4 cm, die bij het eerste kindje soms zo lang duren, niet meer te gaan.
Vóór 3 cm ontsluiting kan de ontsluiting dagen of weken duren. Dit is niet bijzonder verontrustend. Het is heel goed mogelijk dat de baarmoederhals bij 35 weken amenorroe iets tot 1 vinger opengaat en dan besluit helemaal niet meer te bewegen tot 37 weken amenorroe.
Voor de ontsluiting zijn meestal sterke weeën nodig. Ze duren langer (1-1,5 minuut) dan voorweeën. Ook komen ze regelmatig: om de 3 tot 5 minuten. Je voelt ze als een pijnlijke kramp door je hele bekkengebied.
Middenfase bevalling: van 4 tot 8 cm ontsluiting
Ongeveer om de 4-5 minuten in het begin van deze fase en om de 2-3 minuten later in deze fase. Maar, belangrijker nog, de weeën worden krachtiger. Het wordt lastiger om de weeën op te vangen. Je hebt al je aandacht nodig bij de weeën.
Heb je al wel volledige (10) centimeter ontsluiting, maar voel je nog geen persdrang? Dan is je kindje nog aan het zakken in het geboortekanaal. De weeën die je nu voelt zijn krachtig en helpen je kindje steeds dieper. Wanneer je kindje gaat drukken op je bekkenbodem voel je dit als persdrang.
Om ontsluiting te krijgen heb je krampen/weeën nodig. Dat heeft voornamelijk met hormonen te maken in plaats van met bewegen. Het is wel zo dat als je eenmaal krampen/weeën hebt, het supergoed is om te blijven bewegen omdat het ervoor kan zorgen dat de ontsluiting daardoor sneller verloopt.
Meestal neemt de pijn toe naarmate de ontsluiting vordert. De pijn is voornamelijk onder in de buik aanwezig en wordt soms als rugpijn gevoeld. Ook de pijn tijdens het persen verschilt: soms is het een opluchting om mee te mogen persen, soms doet persen juist het meeste pijn.
Pas wanneer je 10 centimeter ontsluiting hebt is de baarmoedermond volledig open en klaar voor de geboorte van je baby.
Als er 1 cm of meer ontsluiting is, kunnen we bij de vliezen komen en kunnen we strippen. Bij het strippen komen hormonen vrij die ervoor kunnen zorgen dat de bevalling op gang komt. Als er dus geen ontsluiting is kunnen we ook niet strippen.
De baarmoederhals wordt week, er ontstaat soms al wat ontsluiting en waardoor je je slijmprop verliest,die in de baarmoederhals zit. Ben je zwanger van je tweede of derde kindje, dan kan dit gerommel zomaar voor 3 cm ontsluiting zorgen!
Bij het inwendig onderzoek gaat de verloskundige met haar wijs- en middelvinger de vagina in. Zij gaat dan op zoek naar de baarmoedermond om te voelen of die al dan niet verstreken is en of er al ontsluiting is. Je gaat in je blote billen op de onderzoeksbank (of op bed) liggen.
Het duidelijkste teken dat de bevalling is begonnen, zijn regelmatige samentrekkingen van de baarmoeder. In het begin voelen deze eerste weeën als menstruatiekrampen of als pijn in je onderrug die komt en gaat met tussenpozen van 20 tot 30 minuten. Geleidelijk aan nemen de pijn of de krampen toe en duren ze langer.
Harde buiken/Oefenweeën
Al dagen tot weken voor je bevalling kun je beginnen met “rommelen”. Hiermee bedoelen wij dat je regelmatig harde buiken hebt die soms ook echt wel een beetje pijn kunnen doen. Met deze harde buiken is je lichaam zich aan het voorbereiden op de bevalling.
De bevalling begint niet altijd met weeën. Ook komen niet altijd de weeën meteen op gang na het breken van de vliezen.
Tijdens de latente fase is het belangrijk zoveel mogelijk te ontspannen en afleiding te zoeken. Lukt het je nog om tussen de weeën door een beetje te slapen, doe dat vooral. Hoe meer je ontspant, hoe meer oxytocine je aanmaakt.
Dit is de fase van 0 tot 3 cm ontsluiting. De weeën komen regelmatig, maar duren vaak nog geen volle minuut. Je kunt ze nog goed opvangen en je krijgt tussendoor genoeg pauze om even bij te komen. Probeer in deze fase een beetje door te gaan waar je mee bezig was, zoek wat afleiding.
Bij een eerste kindje duurt het persen gemiddeld een uur en mag maximaal 2 uur duren. Bij een volgend kindje gaat dit meestal een stuk sneller en mag dit maximaal 1 uur duren. Het is belangrijk goed contact te houden met je verloskundige.
Als het gaat over het verloop van de ontsluiting is het goed om te weten dat het openen van je baarmoedermond geen lineair proces is. Soms stagneert de ontsluiting terwijl het op een ander moment ineens heel snel kan gaan. Als de weeën een tijdje minder krachtig zijn, is dat niet direct iets om je zorgen over te maken.
De weeën worden dan krachtiger en doen meer pijn. Tot slot krijg je persweeën, die vooral vlak voor de geboorte pijn kunnen doen. Als je baby geboren is, houden de weeën op. Je voelt nog een paar krampen om de placenta los te maken.