De stermol is bedekt met een dikke, zwartbruine, waterafstotende vacht. Het dier heeft een lange dikke staart, en grote graafhandige poten. Deze staart dient als voedselreserve voor het broedseizoen in de lente. Een volwassen stermol is 15 tot 20 cm lang, weegt ongeveer 55 gram en heeft 44 tanden.
Wanneer de mol jaagt, legt hij zijn stervormige snuit razendsnel tegen de grond te 'luisteren', en dat doet hij tien- tot twaalfmaal per seconde. Het ziet er lukraak uit, maar dat is het niet.
Na twee maanden zijn de jongen zelfstandig en worden ze verstoten. Ze graven dan een gang loodrecht naar boven en gaan, grotendeels bovengronds, op zoek naar een eigen territorium. De mol kan ongeveer 3 jaar oud worden. Echter, slechts 40% overleeft het eerste levensjaar en slechts 2% van de dieren wordt 3 jaar.
Een mol is niet blind maar ziet slecht. Het belangrijkste zintuig is de spitse roze snuit die gevoelige snorharen en tastzenuwen bevat. Mollen leven hoofdzakelijk van regenwormen en andere ondergronds levende insecten zoals engerlingen en ritnaalden (larven van respectievelijk Meikevers en kniptorren).
Ze worden haarloos geboren en hun ogen, oren en "sterretje" zijn verzegeld; ze gaan allemaal pas na ongeveer 2 weken open en worden bruikbaar. Na ongeveer een maand zijn ze zelfstandig, met 10 maanden zijn ze volwassen en ze kunnen tot 3 jaar oud worden.
Mollen zijn solitaire dieren, dat betekent dat ze meestal alleen leven. Ze zijn steeds afwisselend 3 à 4 uur wakker en gaan dan een paar uur rusten. Ook als ze wakker zijn, blijven ze bij voorkeur onder de grond. Daar graven ze hun tunnels en zoeken hun voedsel.
Mollen eten vooral regenwormen. Om te overleven moet een volwassen mol dagelijks minstens 50 gram eten, bijna de helft van zijn eigen lichaamsgewicht. Wormen zijn rijk aan eiwitten en bevatten ongeveer 80% water, waardoor een mol nauwelijks hoeft te drinken.
Een andere manier waarop je kunt zien of je last hebt van een mol is door de aanwezigheid van molshopen. Deze hopen bestaan uit aarde en gras en worden achtergelaten wanneer een mol zijn gangetje graaft. Wanneer je deze hopen in je tuin ziet, is het een teken dat je last hebt van een mol!
Mollen zijn in principe niet gevaarlijk, maar kunnen met hun scherpe tanden flink bijten. Omdat mollen geen schone dieren zijn kan hun beet nare infecties veroorzaken. Gelukkig zijn er ongediertebestrijders die zich gespecialiseerd hebben in het opsporen en bestrijden van mollen.
Mollen doorlopen vaak op gezette tijdstippen en met tussenpozen van gemiddeld 5 uur door hun gangen op zoek naar voedsel. De momenten waarop hij actief is, is vroeg in de ochtend, rond het middaguur en aan het begin van de avond.
Mollen leveren een belangrijke bijdrage aan het ecosysteem en de bodemvruchtbaarheid, door gangen te graven waardoor water en zuurstof tot diep in de aarde kunnen doordringen. Omdat ze larven eten die graswortels vernietigen, zijn ze (op de molshopen na) ook goed voor het gazon.
Een kleine tuin zal dus meestal maar plaats bieden aan één mol. Omdat die mol zijn eigen territorium heeft, is het verwijderen van je bodemgast vaak zinloos. Het enige wat je doet is een thuis aanbieden aan een nieuw exemplaar. En dan nog een thuis met een voorgegraven gangenstelsel.
Mollen houden de grond in je tuin gezond. Het omwoelen van grond is goed voor afwatering. Het bijna blinde beestje helpt je ook om plagen in toom te houden: een mol smult van insecten, zoals emelten en aardrupsen.
Gelukkig kan een mol niet springen, maar klim- men kunnen ze wel. De bovengrondse rand moet dus schuin naar buiten geplaatst of gebogen worden zodat ze er niet overheen kunnen klimmen.
De andere zintuigen van de mol zijn juist extra goed ontwikkeld. Zijn reuk- en tastzintuigen zijn dusdanig ontwikkeld dat hij ondergronds goed uit de voeten kan. Hierdoor kan een mol met 7 km/u ondergronds graven en per uur graven ze gangen tot en met 15 meter lang.
„Met zijn geweldige graafpoten kan hij roeien met een snelheid die zelfs een waterrat niet verbetert.” Mollen kunnen ook snel rennen, door gangen of over de grond. Volgens Langbroek kunnen mollen het beste zwemmen van alle zoogdieren. Respect voor de mol! Je ziet ze weinig, mollen.
Onder de grond loopt de mol al even snel voorruit als achteruit. Men vindt de mol in elke soort grond, met uitzondering van al te vochtig en rotsachtig terrein. De mol houdt in tegenstelling tot de meeste insectivoren géén winterslaap. Wel gaat hij dieper de grond in.
De slechtziende diertjes zijn niet alleen gevoelig voor geluid en trillingen, ze hebben ook een goed ontwikkeld neusorgaan. Mollen hebben een hekel aan sterke geur, bijvoorbeeld die van knoflook. Je kunt dus knoflookteentjes in de molsgang leggen om ze te verjagen.
Mollen zijn het hele jaar actief. Ze graven de hele dag om naar voedsel te zoeken. Hun menu bestaat uit allerlei insecten, maar vooral regenwormen zijn favoriet. In warme seizoenen graven de wormen zich een weg naar de oppervlakte, maar de mollen zitten ze voortdurend op de hielen.
Kenmerken en leefwijze. De mol is een zwart of bruin dier dat onder de grond leeft en 's nachts boven de grond komt. Of ze nu wakker zijn of slapen; het liefst blijven ze onder de grond.
Mollen kun je effectief vangen met een mollenklem. Dit zijn metalen klemmen met een sterke veer. Het is zeker geen diervriendelijke wijze van vangen want de mol zal het niet overleven maar eenmaal gevangen ben je wel van het probleem af.
Zodra de mollen uit uw tuin zijn verdreven, is het tijd om de molshopen te verwijderen. Dit doet u door de molshopen en gangen te vullen met aarde. Vervolgens dient u dit goed aan te stampen met bijvoorbeeld de achterkant van een schop.
Mollen graven gangen tot zo'n 120 centimeter diep, dit zijn de diepgelegen gangen. Deze gangen zijn ongeveer 5 centimeter breed. De mol graaft soms ook gangen die meer aan de oppervlakte liggen. De ondergrondse gangen zijn soms wel 200 meter lang.
Dit zoeken naar een nieuw territorium gebeurt meestal bovengronds. Mollen zijn geslachtsrijp na 11 maanden. De mol wordt normaliter ongeveer 3 jaar oud, maar kan de 7 jaar halen.
Een mol voelt zich in het daglicht niet veilig. Hij beweegt ondergronds ook sneller dan bovengronds. Molletjes die uit huis worden gezet om een eigen territorium te gaan zoeken, zie je soms bovengronds.