Vermogensbelasting 2021. Per 1 januari 2021 geldt er een heffingsvrij vermogen van €50.000. Wanneer uw vermogen op 1 januari 2021 lager is dan dit bedrag betaalt u geen vermogensrendementsheffing.
De discussies naar aanleiding van het Hoge Raad arrest van 24 december 2021 gaan allemaal over het berekenen van het box 3-rendement. Daarover wordt box 3-belasting geheven. Dit box 3-tarief gaat vanaf 2023 in stappen omhoog van 31 procent (2022) naar 34 procent in 2025.
Je vermogen bestaat uit bezittingen zoals: Het geld op je persoonlijke spaar- en betaalrekeningen. Je beleggingen, obligaties en winstbewijzen. Een tweede woning of een huis dat je verhuurt.
Samenstelling van spaargeld, overige bezittingen en schulden
Er geldt een heffingsvrij vermogen van € 57.000 (2023, voor fiscaal partners € 114.000). Het berekende forfaitaire rendement is vervolgens belast tegen 32% (2023).
Het heffingsvrijvermogen is in 2023 € 57.000 per persoon. Dus voor u en uw fiscaal partner samen € 114.000. Grondslag sparen en beleggen: € 350.000 - € 114.000 = € 236.000. U en uw fiscaal partner geven ieder de helft van de grondslag sparen en beleggen op.
Wat is de belastingvrije voet voor spaargeld? Of met andere woorden, hoeveel geld kun je belastingvrij sparen? In fiscaal jaar 2022 is dit bedrag € 50.650 of € 101.300 voor fiscale partners. Voor 2023 gaat dit bedrag omhoog naar ongeveer € 57.000, of ongeveer € 114.000 voor fiscale partners.
Rendementspercentages in 2023 zijn: 0,36% voor spaargeld, 6,17% voor beleggingen en andere bezittingen, 2,57% voor schulden.
Vermogen is de waarde van uw bezittingen minus uw schulden. U neemt de waarde op 1 januari van al uw bezittingen. Eventueel telt u daarbij de waarde van de bezittingen van uw fiscale partner en/of minderjarige kinderen op. Uw schulden minus de drempel brengt u hierop in mindering.
Als u tussen 2017 en 2020 te veel vermogensheffi ng of spaartax betaald heeft, gaat u dat geld mogelijk terugkrijgen. Het gaat in principe om mensen die hun geld gewoon op de bank hebben staan, maar daarover geen cent rente hebben ontvangen.
Vermogen is de waarde van uw bezittingen min uw schulden. Wat u wel en niet als vermogen moet meetellen, is hetzelfde als bij uw belastingaangifte. Spaargeld, aandelen en een vakantiehuis in Nederland of het buitenland tellen bijvoorbeeld mee. Maar het huis waarin u woont en uw auto tellen níét mee als vermogen.
In het jaar 2021 mag je een heffingsvrij vermogen hebben van € 50.000. Met een partner is het heffingsvrij vermogen vastgesteld op € 100.000.
Hoeveel spaargeld mag je hebben in 2024? Ook in 2024 en 2025 gaat het tarief van box 3 omhoog met 1%. Het heffingsvrije vermogen is per 1 januari 2023 verhoogd van € 50.650 naar € 57.000 (€ 114.000 voor fiscaal partners). Vanaf 2027 zou er dan heffing over het werkelijk rendement moeten gaan plaatsvinden.
Hoeveel spaargeld je nodig hebt hangt van van je persoonlijke situatie. Een goede richtlijn is om 10% van je maandelijks netto inkomen te sparen. Sparen is altijd mogelijk, zelfs als je weinig geld hebt. Een buffer is een geldbedrag dat je reserveert voor onverwachte, grote en essentiële uitgaven.
Je mag €10.000 contant storten zonder dat je bank hier melding van maakt. Contant betalen in een winkel is verboden vanaf een bedrag van €3.000. Als je meer dan dit bedrag stort dan is je bank of de winkelier verplicht dit te melden bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties.
Maar hoeveel mag u officieel thuis hebben liggen, zonder dat u dit moet opgeven bij de Belastingdienst? Volgens de website van de Rijksoverheid ligt dit bedrag op 560 euro. Heeft u een fiscale partner? Dan mag u 1120 euro bewaren zonder dit op te geven bij uw belastingaangifte.
Een gemiddeld Nederlands huishouden had aan het begin van 2022 ongeveer € 50.000 aan spaargeld. Dit klinkt als een flinke som. Toch had 20% van de huishoudens in 2012 nog helemaal geen buffer en 20% een te kleine buffer voor hun salaris en leefomstandigheden.
U hoeft niet al uw bezittingen aan te geven in box 3. Bezittingen die u al hebt aangegeven in box 1 of box 2, geeft u niet meer aan in box 3.
Minder inkomstenbelasting betalen in 2023, een hoger minimumloon, hogere uitkeringen, AOW en toeslagen en compensatie voor de energierekening. 2023 wordt financieel minder zwaar dan 2022.
Grondslag sparen & beleggen: € 200.000,- -/- € 50.000,- = € 150.000,- Rendementspercentage: € 5.700,- / € 200.000,- = 2,85% Voordeel uit sparen en beleggen: 2,85% * € 150.000,- = € 4.275,- Te betalen belasting in box 3: € 4.275,- x 31% = € 1.325,-
Met de Belastingdienst delen we informatie over de rekeningen van onze klanten. De Belastingdienst gebruikt die gegevens onder andere om je belastingaangifte eenvoudiger te maken. Denk bijvoorbeeld aan een Vooraf Ingevulde Aangifte (VIA).